Dit jaar werden er vier bijeenkomsten gehouden. In januari was er in het West-Fries Museum een tentoonstelling over merklappen. Conservator Lies Schram hield de inleiding hierop en aansluitend kon de expositie bezocht worden. Opmerkelijk was hoe zeer jonge meisjes zulk fijn werk konden leveren. Patronen in kruissteekjes keerden steeds terug: schepen, levensbomen, poppetjes, druiventrossen, maar ook letters en cijfers. Er waren oefenlappen, ‘luxe’ lappen en herdenkingslappen. Vooral in de weeshuizen leerden de meisjes ‘merken’ en stoppen.
In april hadden we Stella Ruhé te gast. Zij was bezig haar onderzoek voor haar boek over Nederlandse Visserstruien af te ronden. Dit boek werd in september gepresenteerd. Ze bracht een hele stapel wollen truien mee, in allerlei tinten blauw en lichtgrijs. Ze reisde heel Nederland af op zoek naar specifieke patronen, die al of niet representatief waren voor bepaalde vissersplaatsen. Het boek is rijk geïllustreerd, geeft achtergrondinformatie en bevat vele breipatronen.
In juli was Margreet de Reus aan het woord over de zogenaamde Crazy Quilts.
Dit zijn lapjes die een combinatie zijn van patchwork in mooie stof en borduurwerk. Het zijn luxeproducten die tot stand komen in een internationaal netwerk, waarbij ieder die erbij is aangesloten een lapje maakt. De lapjes worden later samengevoegd. Gebruikt worden: kraaltjes, belletjes, gekleurde steentjes en verschillend borduurgaren. Alles op kleur natuurlijk!
In oktober was er kraplappen-ochtend. Veel deelnemers hadden exemplaren van deze kledingonderdelen bij zich. De kraplap (kroplap) is een overblijfsel van een lijfje dat al in de 16de eeuw gedragen werd: een lap aan de borstzijde en één aan de rugkant, op de schouders en in de taille verbonden met haakjes of strikbandjes. In de klederdrachten zijn ze uitgegroeid tot een kenmerk van de dracht, bijvoorbeeld in Spakenburg tot grote schouderbedekkingen, in Zeeland tot fraai geborduurde lijfjes en op Urk tot eenvoudige bovenstukjes in allerlei kleuren.
We proberen een variatie te maken in de ochtenden door hetzij een spreekster/spreker uit te nodigen, of iemand uit ons midden aan het woord te laten, of iedereen iets te laten vertellen over een bepaald onderwerp en meegebrachte textilia. Het Rondje is vast onderdeel van de ochtend. Men krijgt de gelegenheid iets te vertellen over zijn/haar museum: over de aanwinsten, de collectie, activiteiten en eventuele verbouwingen. De bijeenkomsten worden druk bezocht.
Leontine Kuijvenhoven-Groeneweg, secretaris.
Jaarverslag 2013 van de bijeenkomsten van medewerkers Museale Textiel van Noord-Hollandse Musea in het West-Fries museum te Hoorn
Word lid van het Westfries Genootschap
Veel moois dreigt geleidelijk en bijna ongemerkt te verdwijnen. Het Westfries Genootschap is dé pleitbezorger om het karakteristieke van Westfriesland te bewaren en hoe meer leden het heeft hoe beter dat lukt.U kunt lid worden van het Westfries Genootschap en u helpt daarbij het eigene en het bijzondere van Westfriesland te bewaken.
Veel moois dreigt geleidelijk en bijna ongemerkt te verdwijnen. Het Westfries Genootschap is dé pleitbezorger om het karakteristieke van Westfriesland te bewaren en hoe meer leden het heeft hoe beter dat lukt.U kunt lid worden van het Westfries Genootschap en u helpt daarbij het eigene en het bijzondere van Westfriesland te bewaken.