Wonen en werken onder één dak
De oudste vorm van de West-Friese boerderij is herkenbaar aan het uitgebouwde voorhuis, voorend, met een voorgevel van hout of steen aan de wegzijde. Een goed voorbeeld van zo'n oude West-Friese boerderij, grotendeels gebouwd van hout, is die van de familie Klaver aan de Dorpsweg van Twisk met huisnummer K79. De stolp is al enkele generaties in het bezit van deze familie.
Gezicht op oude West-Friese boerderij aan de Dorpsweg met huisnummer K79 in Twisk. (Foto TM)
K79 in Twisk omstreeks 1950. (Coll. P. Jonges, Twisk)
Alleen het voorhuis heeft een rijke stadse stenen gevel waarvan de top eindigt in een fraai gemetselde smalle, rechthoekige tuitgevel. In deze gevel bevindt zich één deur, de staatsiedeur of dood- en trouwdeur, die traditiegetrouw alleen gebruikt wordt bij een huwelijk of begrafenis. De overige gevels zijn in het typische West-Fries groen geschilderd, tussen de planken zijn ter versiering witte strepen aangebracht.
Alleen de gevel van de boerderij is van steen. In deze gevel bevindt zich een staatsiedeur of dood- en trouwdeur die alleen werd gebruikt om een overledene uit het huis te dragen of als een bruidspaar ceremoniëel het huis verliet. Het voorhuis was ingericht als pronkkamer. De eigenlijke woonvertrekken van de familie bevonden zich meer naar achteren in het verlengde van het voorhuis. (Foto TM)
Kenmerkend is dat men in de West-Friese boerderij niet aan de wegzijde woont maar aan de zijkant van de boerderij. De woonkamer van de familie Klaver bevindt zich aan de linker zijgevel in het verlengde van het voorhuis. Boven de woonkamer is een groot driehoekig dakvlak voorzien van pannen, in de bovenste punt van dit vlak komt de gemetselde ronde schoorsteen uit het dak omhoog. De rest van het piramidevormige dak is gedekt met riet. Via een goot onder het pannendak vangt men regenwater op.
De hoge schoorsteen met fraai rond metselwerk. Duidelijk te zien zijn de spiralen van gele stenen. Er wordt verteld dat iedere spiraal staat voor zeven bunder (hectare) land. (Foto TM)
Darsdeuren aan de weg
Het boerenbedrijf was in vroeger tijden een gemengd bedrijf van veeteelt en akkerbouw, ondergebracht in een zogeheten langhuis. In de loop van de tijd ontstond de behoefte om in het boerenhuis woonruimte, stal en ook de hooiberging onder één dak te brengen. Dit ontwikkelde zich tot de boerderijvorm met een vierkant als geraamte. Het vierkant is de kernconstructie van de West-Friese boerderij, bestaande uit vier zware stijlen, onderling door balken verbonden. Binnen dit vierkant, de berg, sloeg men het hooi op.
Dit is ook het geval in de boerderij van de familie Klaver. Aan de kant van de Dorpsweg bevinden zich twee grote, hoge deuren, dit zijn de darsdeuren. Zij geven toegang tot de dars of dorsvloer. Van de weg af kan de boer met een hooiwagen door deze deuren de dars oprijden en zo het hooi in het midden, in de berg, opslaan. De functie van de kamer in het voorhuis was die van bergruimte – de zogenoemde pronkkamer – voor de beste spullen, zoals het kostbare linnengoed.
Deze ruimte is ver van het stof en de geur van de stal en het bedrijfsgedeelte verwijderd. Aan de wegzijde van de boerderij, tussen het voorhuis en de darsdeuren, bevindt zich van oudsher de zaadkamer waar de boer zaai- en poot goed voor de volgende oogst op zijn gemengd bedrijf bewaarde.
Zijaanzicht van de boerderij met gezicht op de darsdeuren en houten zijwanden. (Foto TM)