Functie bepaalt de vorm
In het begin van de 19de eeuw schakelden de boeren in West-Friesland geleidelijk aan over van gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt naar bedrijven met voornamelijk veeteelt. In de kaasmakerij, veefokkerij en -handel viel meer geld te verdienen. De oude West-Friese stolp was daar niet voor gebouwd. De vorm van de boerderij veranderde, het nieuwe type werd Noord-Hollandse stolp genoemd. In De Goorn, aan De Burg nummer 1 staat zo'n stolp.
Gezicht op de Catharina Hoeve aan De Burg 1 in De Goorn. In 1898 woonde hier Adrianus Commandeur. Hij was één van de vier West-Friezen die in 1898 de oprichtingsakte tekenden van de Coöperatieve Raiffeisenbank. (Foto TM)
Deze boerderij werd in januari 1870 gebouwd. In de voorgevel bevindt zich een steen die dat heugelijke moment gedenkt. De stolp is van oudsher al rood met wit geschilderd. De burgemeestersfamilie Commandeur uit Wognum was de eerste eigenaar. Tot voor kort woonden en werkten er enkele generaties van de familie Tessel en stonden er 27 koeien en tien kalveren op stal.
Staart
De grondgesteldheid in West-Friesland raakte in de loop der tijd door het inklinken van het polderland meer geschikt voor grasland dan voor akkerbouw. Om meer vee in de boerderij onder te kunnen brengen, werd de stalruimte uitgebreid. Dit kon op meerdere wijzen: direct tijdens de bouw van de Noord-Hollandse stolp door een extra, dubbel vierkant toe te passen, waardoor een grotere hooiopslag en een langere stal ontstond. Gevolg daarvan was dat het dak niet in een punt eindigde maar in een langgerekte nok. Een andere oplossing was het naar buiten uitbouwen van de stal, de stolp kreeg een staartstuk, staart. Deze staart lag in het verlengde van de stal.
De hooiopslag in de berg, het midden van de boerderij. (Foto TM)
Voor de uiterlijke vorm en indeling van de boerderij hadden deze aanpassingen consequenties. Woonde men van oudsher in de West-Friese stolp aan de zijkant van de boerderij, bij het nieuwe type de Noord-Hollandse stolp woonde de boer achter de voorgevel aan de wegzijde. De Noord-Hollandse stolp is dan ook herkenbaar aan de rechte voorgevel met daarin een rij van drie of meer ramen en meestal één voordeur. Vanaf de voorgevel loopt achter die voordeur een lange stal, de koegang of lange regel, haaks op het woongedeelte tot achter in de boerderij. Het woongedeelte bevindt zich midden in de gevel onder de hoge schoorsteen. Achter de verste ramen bevindt zich van oudsher de pronkkamer.
Bij een sterfgeval in het gezin werd daar ook de overledene opgebaard. De darsdeuren bevinden zich bij de Noord-Hollandse stolp in een zij- of de achtergevel, afhankelijk van de situering van de boerderij ten opzichte van het land of de weg. De hoge piramidevorm van het dak geeft een markant silhouet. Bij de boerderij in De Goorn wordt dit extra benadrukt door de ligging van de boerderij op een oude verhoging in het land.
Typisch voor de Noord-Hollandse stolp is dat de vorm geheel is ontstaan vanuit de functie van het bedrijf en de behoefte van de bewoners. De bijzondere kleurstelling rood met wit zou in verband gebracht kunnen worden met de eerste eigenaars, de familie Commandeur. De deuren van de boerderij van burgemeesterskleindochter Grietje Commandeur, ‘Welgelegen’ in Wognum, zijn eveneens rood geschilderd. De functie van de rode kleur is om zich te onderscheiden.