Van tuindersjongen naar topfunctie bedrijfsleven
Klaas Molenaar werd geboren op 11 juni 1940 te Obdam, als zoon van Maartje de Jong en Cornelis Molenaar, tuinder in Obdam, gelegen aan de spoorlijn Hoorn-Alkmaar. Destijds een dorp met slechts één weg, vijf kilometer lang met aan weerszijden huisjes en boerderijen.
Lintbebouwing dus, zoals zovele Westfriese dorpen. Obdam, een dorp waar in de vijftiger jaren de overgrote meerderheid nog katholiek was, 2700 tegen 300 hervormden. Het waren twee gescheiden werelden. Dat maakte dat Klaas de openbare lagere school in het naburige dorp Hensbroek bezocht. Drie kilometer heen en drie kilometer terug, lopend op klompen. Maar ook als er iemand in het gezin ziek was, ging men een dorp verder, dus niet naar de katholieke arts. Verkering tussen katholieken en protestanten was zo goed als uitgesloten.
Eén feest werd er wel gezamenlijk gehouden. Dat was op 11 november ‘Sinte Maarten’. Klaas liep met een uitgeholde biet langs de huizen voor centen, snoep of een appel.
Het dorpsleven
Obdam was in de jaren vijftig nog een zelfstandige gemeente met een eigen burgemeester en gemeenteraad. De bevolking bestond voor tachtig procent uit tuinders en boeren. Je had duidelijk rangen en standen. Vader Molenaar, als kleine tuinder, had het niet breed. Elke ochtend om zes uur gingen boeren en tuinders met hun bootje, kloetend naar hun stuk grond. Als kind van acht ging Klaas vaak mee om te helpen: onkruid wieden, een paar jaar later aardappelen of koolplantjes poten, tulpenbollen pellen en in het naseizoen aardappelen rooien.
De stilte overheerste nog in het land. Auto's waren er nog nauwelijks. Klaas noteerde het kenteken als er een langs kwam. Langzamerhand namen machines het handwerk over, zoals de spitmachine. Bootjes kregen een luidruchtige motor. De tuinders verkochten de meeste van hun producten op de veiling in Obdam. Ze voeren met hun schuitjes de veiling binnen waar de handelaren langszij zaten om de producten te kopen. Vanwege de lage prijzen en/of de hoge kosten van de komende ruilverkaveling gaven veel ‘eigen bazen van weleer’ hun bedrijfje op. Dagelijks reden er fabrieksarbeidersbussen naar de Hoogovens, Verkade of de Amsterdamse haven. Vader Molenaar bleef tuinder, hard werken, maar miste de overgang naar het tulpenbollentijdperk, hetgeen leidde tot zekere armoede.
Voortgezet onderwijs
Na de lagere school mocht Klaas van zijn ouders doorleren. Op de fiets naar de vglo in Alkmaar. Daar kreeg Klaas het advies voor de hbs maar dat was te duur. De handelsdagschool was financieel wel haalbaar. Met mooie cijfers slaagde Klaas daar in 1956.
Klaas ging werken als administratief medewerker bij de PTT in Amsterdam. Niet lang daarna kwam hij terecht bij de accountantsdienst bij Van Gelder Papier, ook in Amsterdam.
In de avonduren werd het praktijkdiploma boekhouden behaald, om vervolgens na een tip, de opleiding tot accountant te gaan volgen. Na eerst de avond-hbs te Velzen succesvol te hebben afgesloten, volgde de militaire dienst. Klaas volgde daar de opleiding voor Officier Militaire Administratie te Middelburg. Daar werd Klaas op het spoor gezet van de universiteit. Na zijn kandidaats aan de Universiteit van Amsterdam volgde het doctoraal examen met specialisatie accountancy.
Carrière
Klaas werd assistent accountant bij accountantskantoor Moret en Limberg te Rotterdam. In 1973 stapte hij over naar de consultancy afdeling. Intussen was Klaas in 1968 in het huwelijk getreden, woonde eerst in Amsterdam, verhuisde naar Woerden. Het huwelijk hield echter geen stand, doordat zijn vrouw een fanatieke volgeling van Jehova's Getuigen werd.
Bij Moret en Limberg kreeg Klaas de kans om een tweejarige cursus te volgen die werd afgesloten met een examen en een scriptie: ‘Kwantificering van besluitvorming’. Over besluitvorming bij zowel private als publieke bedrijven. Daarna met een studiegroep een futuristisch onderzoek naar ‘de accountant van morgen’. Resultaat: een prachtig boekwerk dat wel vijftien jaar op de literatuurlijst stond voor aankomende accountants.
Klaas wilde verder doorgaan in het bedrijfsleven. Doordat zijn nieuwe echtgenote Mieke in Nijmegen werkte, solliciteerde Klaas bij Centraal Beheer in Apeldoorn en werd daar manager van een afdeling. Van hoofd van een afdeling werd Klaas na vier jaar financieel directeur van een divisie. Na nog eens vier jaar door de Raad van Bestuur overgeplaatst naar de grote divisie ‘pensioenen’. Na vijf jaar gevraagd als directievoorzitter van de grote divisie ‘particuliere klanten’. Dat waren individuele klanten, maar ook personeelsleden van bedrijven waar collectieve contracten mee werden afgesloten. Ondersteund door het succesvolle reclameconcept van ‘Even Apeldoorn bellen’.
Na weer vier succesvolle jaren werd Klaas, in 1995, overgeplaatst naar de holding Achmea. Werd als stafdirecteur direct verbonden aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. In België werd een kleine bank, de Europabank, gekocht. Een bijzondere aankoop was een bedrijf dat personeelsleden van bedrijven, bewegingsprogramma's liet uitvoeren, om het ziekteverzuim te beperken en via gezondheidsbevordering de productiviteit te verbeteren.
Pensioen
Na drie jaren in zijn laatste functie besloot Klaas in 1998, op 58-jarige leeftijd met vervroegd pensioen te gaan, via de toenmalige VUT-regeling. De ziekte fibromyalgie van zijn tweede echtgenote Mieke was een belangrijke beweegreden hiertoe. In 2013 werd zijn Mieke door Klaas thuis dood aangetroffen. Een brief maakte duidelijk dat het leven door haar ziekte niet langer voldoende perspectief bood. Een moeilijke, droeve tijd voor Klaas.
Klaas bleef na zijn pensionering nog in tal van functies werkzaam. Zo was hij nog zes jaar penningmeester van het Steunfonds van het Gelders Landschap, commissaris van een startend bedrijf dat algen ging kweken. In de toekomst wellicht een belangrijke bron voor voeding en energie. Werd voorzitter van de Vereniging van Gepensioneerden van Achmea en voorzitter van zijn geliefde probusclub (professionals and businessmen).
Sport
De sportieve activiteiten van Klaas kunnen opmerkelijk genoemd worden. Dat begon al in zijn jeugd, turnen, fietsen en schaatsen. Diverse keren de 60 tot 90 kilometer lange Westfriese dorpentochten geschaatst. In 1963 zelfs mee gedaan met de Elfstedentocht, maar moest helaas onderweg opgeven. In diezelfde winter een negentig kilometer lange tocht op de schaats gemaakt van Hoorn naar Amsterdam en terug over het bevroren IJsselmeer. Goed voor zijn uithoudingsvermogen. Daar kwam later nog hardlopen bij, marathons en halve marathons. Werd nog in 2014 in Den Haag bij de Nederlandse kampioenschappen halve marathon tweede van Nederland. In totaal heeft Klaas zo'n 25 marathons gelopen, o.a. die in New York en negen keer die van Rotterdam.
Voor de 25e keer de jaarlijkse Centraal Beheer fietstocht.
Hardlopen werd afgewisseld met wielrennen. Vanaf 1982 bij de Centraal Beheer Fietsclub een lange reeks van twee- of driedaagse fietstochten en dat dertig jaar lang. Vele malen de klassieker Luik-Bastenaken-Luik gereden. Dertien keer de beroemde Marmotte, een zware bergrit met de beruchte klim met 21 bochten naar Alpe d'Huez. Allemaal lange afstandsporten. Met zijn Mieke kwam, vóór haar ziek zijn, behalve zware bergwandelingen ook nog de wintersport er bij, skiën, later langlaufen, zoals de ‘Vasaloppet’ in Zweden, waar Klaas tien keer aan heeft deelgenomen. Na 94 kilometer langlaufen de finish bereiken gold voor hem als het grootste geluksmoment na een sportprestatie. Dit heeft hij nog in het hospice in kleur laten vastleggen door een kunstschilder.
De laatste jaren
Na Mieke's overlijden leerde Klaas in 2014 Leny kennen. Het werd een latrelatie met de hoge verwachting nog vele jaren samen leuke dingen te gaan doen. Totdat bij Klaas in 2015 alvleesklierkanker werd geconstateerd. Operatie en chemokuur mochten niet helpen. Klaas wist dat zijn einde niet ver weg meer was. Hij ging een boek schrijven. Zijn memoires. ‘Op sterven na dood’. Klaas Molenaar overleed op 11 april 2017 te Roosendaal (Gld).
Bron: ‘Op sterven na dood’, door Klaas Molenaar en Joke Verbeek, 2016.
Gegevens aangeleverd en samengesteld door: Jaap Raat te Heiloo, (2017).