Van bolwerk tot stadspark

Al na de verlening van het stadsrecht door de Hollandse graaf Willem V in 1356 begon men in Enkhuizen met een eerste, gedeeltelijke omwalling van de stad. De fraaie Koepoort aan het Westeinde maakt vanaf 1654 deel uit van het stelsel van wallen en bolwerken rond Enkhuizen, dat sinds 1600 vrijwel ongewijzigd gehandhaafd is gebleven. De in classicistische stijl uitgevoerde Koepoort (of Westerpoort) verving een uit 1599 stammende houten poort.


De Bagijnestraat, gezien vanaf de Dijk, met de Westerkerk op de achtergrond. (Foto's TM)

De Koepoort en de stadsgracht omstreeks 1900.
(Archief Oud Enkhuizen)


Vanaf 1425 pakte de stad de omwalling en omgrachting serieus aan en moesten zelfs de inwoners van de dorpen rondom Enkhuizen komen meewerken. De eerste stenen stadspoort, de Blauwe Poort, dateerde uit 1428. In de buurt hiervan stond al sedert 1395 de houten Engelse Toren, die omstreeks 1470 hoger en in steen werd herbouwd. Aan de noordzijde van de stad verrees in 1464 de Pontustoren. Verdere uitbreiding van de omwalling volgde vanaf 1489.

Stenen stadsmuren

De Spijtbroekstoren, gebouwd vóór 1500, is in 1986 opgegraven en toen tot even boven het maaiveld weer opgemetseld. Rond 1530 begon het optrekken van stenen stadsmuren en torens aan de noord- en oostzijde van de stad. De Zuiderpoort kwam in 1540 tot stand en is tegenwoordig beter bekend als de Drommedaris.
Deze verdedigingspoort bestaat uit een zware ronde hoofdtoren met kanonkelder en een halfcirkelvormige toren die door middel van een overbouwde poort met de hoofdtoren is verbonden. De kelder en de begane grond hebben nissen voorzien van schietgaten en er zijn ook rookkanalen om kruitdampen af te voeren.
In 1587 besloot de vroedschap tot een omwalling van de inmiddels forse stadsuitbreiding. De befaamde Alkmaarse vestingbouwer Adriaen Anthonisz ontwierp de plannen naar de modernste inzichten. Volgens zijn Oud-Hollandse vestingstelsel werden in de periode 1593-1600, met subsidie van de Staten van Holland, zeven bastions gebouwd. De bastions Hollandia (nu deels een r.-k. begraafplaats), Zeelandia, Stad en Lande, Friesland en Nassau zijn daarvan overgebleven.
In 1885 verdween het bastion Oranje vanwege de aanleg van de spoorlijn Hoorn-Enkhuizen. De uitbreiding van de Algemene Begraafplaats in 1912 ging ten koste van het noordelijke bastion De Beer. In Enkhuizen zijn ook nog twee kleine waterpoorten bewaard gebleven: de Boereboom en de Oudegouwsboom aan de Stadsvestinggracht.

Vestingwet

Tegen het einde van de 19de eeuw werd de verdediging van Nederland tegen buitenlandse invallen nader geregeld door de Vestingwet (1874), die de vestingsteden als verouderd afdankte. Ze hoefden de vestingwerken niet meer te onderhouden en kregen officieel toestemming de wallen te slechten, de grachten te dempen en het vrije schootsveld rondom de stad te bebouwen.
Het afbreken van oude vestingwerken was toen hier en daar al in gang gezet vanwege noodzakelijke stadsuitbreidingen en de toename van het verkeer. In veel kleinere steden bleef de groei uit en bestond er geen noodzaak de oude verdedigingswerken te slechten.

Zo ging het ook in Enkhuizen, waar men later, in de loop van de 20ste eeuw, gelukkig de wallen en bolwerken vrijwel intact liet, toen de stad zich alsnog ging uitbreiden buiten de omwalling. De vroegere vestingwerken veranderden in een stadspark. Daardoor kan de bezoeker zich ook nu nog in het verleden wanen tijdens een wandeling over de historische Vest tussen Omgelegde Burgwal en Noorderweg.


De waterpoort Oudegouwsboom aan de Stadsvestinggracht in 2010. (Foto TM)