405. Ik ben bij m'n zus op de zuikerstikken geweest (op kraamvisite). Stik (boterham). Stik-eten (brood-eten). Stikkebordje (boterhambordje). Stikkebuul (broodzak).
Hij blijft op stikken (hij blijft over, met brood). Gastestikken (extra
lekkere boterhammen als voor gasten).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.