Een ondernemende vrouw uit noodzaak
Veronica werd geboren in Nieuwe Niedorp op 11 mei 1892 als derde in een katholiek gezin dat uiteindelijk uit elf kinderen zou bestaan. Haar ouders waren Johannes Jong (1862-1937) en Grietje Veldman (1865-1938). Haar vader dreef aanvankelijk een boerenbedrijf, maar moest dat, blind geworden door een tak in zijn oog, opgeven. Op aanraden van zijn vrouw begon hij in 1896 een kruidenierswinkel in 't Veld. Op 5 mei 1916 huwde Veronica met de boerenknecht Hendrikus Kaijer (1887-1937) uit Hoogwoud.
Vindingrijke weduwe
De dood van haar man op 11 oktober 1937 bracht een ommekeer teweeg in het leven van Veronica. In haar dagboek schrijft ze: ”Met 12 kinderen bleef ik achter, zonder steun.”
Ze verkocht het vrachtbedrijf dat haar man in 1924 was begonnen en opende korte tijd later een textielwinkeltje in het voorhuis van de boerderij van Blauw te Hoogwoud, waar het gezin inwoonde. Verstand van textiel had ze eerst niet, want “nieuw goed kopen kwam zoo zelden voor”. Voor krediet klopte ze tevergeefs aan bij de Boerenleenbank.
Toch liep de zaak vanaf het begin goed. Veronica was vindingrijk, ze startte een spaar-bonnensysteem waarvoor haar kinderen wekelijks geld bij de klanten ophaalden. Voor de bonnen werden stoffen of andere producten gekocht. Veronica bezat ook de vaardigheid mensen, zonder onderscheid des geloofs, voor zich te winnen.
De geur van Blauw's koeien en kuilgras verspreidde zich door de hele boerderij, tot in de te verkopen stoffen. Daarom verhuisden ze in mei 1940 naar het huis van Pannekeet in de Boekel (nu Burgemeester Hoogenboomlaan 74).
Een doorzetter
De oorlog veranderde de situatie. Textiel ‘raakte op de bon’ en werd schaars. Leveranciers kregen steeds minder benzine voor hun auto. Zonder een goede winkelvoorraad had Veronica geen basisinkomen voor het levensonderhoud van haar grote gezin en ook voor de onderduikers die ze in huis nam. Daarom ging ze regelmatig op de fiets naar Alkmaar om inkopen te doen bij de groothandels Kofa Spruit en Otto van Os. Eerst op de tandem met haar dochter Mien en vanaf 1942, toen ze op vijftigjarige leeftijd zelf had leren fietsen, ging ze alleen en ook steeds verder weg, naar Haarlem en Tilburg. Onderweg heeft Veronica onder moeilijke omstandigheden alle kneepjes van het inkopen geleerd. Begin 1945 waren in de winkel de schappen in haar winkel leeg, op pakjes surrogaatkoffie en -thee na. Na de bevrijding begon ze weer aan haar handelsfietstochten, op zoek naar de nog steeds schaarse goederen. Ze had niet altijd zin, maar ze moest wel, want “ging ik niet dan had ik niets te verkopen, dus ik wilde wel, de kinderen werden allemaal ziek en er moest toch wat worden verdiend”.
Een aantal van haar kinderen kreeg in 1945-1946 de gevreesde volksziekte TBC. Herstel duurde lang, zo verbleef dochter Jo twee jaar in een kuuroord in Davos. Een andere dochter (Gre) genas niet en overleed in 1946 op 15-jarige leeftijd.
Van voorhuis naar Kaijer BV
Na de oorlog moest de zaak weer helemaal opgebouwd worden. In 1950 namen Veronica's dochters Mien en Tini even de leiding in de zaak over van hun moeder, die oververmoeid door het zorgen voor zieke kinderen en de winkel, een paar maanden naar een rusthuis nabij Zeist ging. Het winkeltje in het voorhuis werd een echte winkel. Naast textiel begon Kaijer op kleine schaal met de verkoop van goederen op het gebied van woninginrichting, zoals vloerbedekking en gordijnen. Eind jaren vijftig waren ze uit de oude zaak van Pannekeet gegroeid. Ze kochten de kruidenierszaak van Piet Commandeur en bouwden op die plek een nieuwe winkel, waar Veronica met haar dochters Mien en Tini boven ging wonen. De zaak bleef groeien en zich uitbreiden. Zo werd in 1974 de oude boerderij van Blauw gekocht en verbouwd tot een meubelzaak. Op 8 september 1979 noteerde Veronica: “… het personeel van Kaijer BV is vandaag met een bus van Peereboom eropuit met 32 man…”
In 1965 had Veronica (73 jaar oud) formeel de leiding aan Mien, Tini en haar zoon Gerard overgedragen. “…toen de zaak een B.V. werd, ben ik uit de zaak gegaan, want ik kan er toch niets meer aan doen, en met zijn drieën redden ze het best…”. Emotioneel echter bleef ze met elke uitbreiding, personeelswisseling of modeshow meeleven. De zaak was al zo lang een van de drie pijlers in haar leven. De andere waren haar zorg voor en medeleven met de leden van haar steeds groter wordende familie en een rotsvast vertrouwen in God: “Onze lieve heer geeft kracht en kruis…”.
Haar laatste kwartier
In 1978 verhuisde Veronica noodgedwongen naar het verzorgingshuis Zandhove te Spanbroek “…het is hier goed om te leven als je oud bent en niet veel meer kan…”. Ook in haar ‘laatste kwartier’ bleven de zaak en de familie nabij. Elke dag ontving ze 6 à 7 personen en vooral haar dochter Mien hield haar op de hoogte van het wel en wee van de zaak. Wetenswaardigheden en een ‘levensschets’ heeft ze vanaf 1973 vastgelegd in een dagboek.
Veronica overleed op 30 december 1980.
Literatuur:
- Martin Hoogland, De gezusters Kaijer, in: de jaarlijkse periodiek van de Stichting Hoochhoutwout, november 2006 en 2007.
- Veronica Kaijer, Dagboek. (Citaten hieruit zijn cursief met “aanhalingstekens” weergegeven.)
- E. Dekker, ‘Kaijer begon met ‘van alles een beetje’, Westflinge, Noordhollands Dagblad, 5 december 2007
Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Marga Schoenmaker te Hoogkarspel (2013).