Laatste restant van zeven stadspoorten

Van de maar liefst zeven stadspoorten, die de vesting van Alkmaar ooit telde, is weinig meer over. Alleen van de Schermerpoort is nog iets terug te vinden. Aan het Heiligland op het Schermereiland staat het ‘Schermerhek’. Het is een spijlenhek (hamei), een soort voorpoort, bestaande uit twee delen, ieder bevestigd aan een hardstenen staander uit 1712.


De twee staanders van het Schermerhek uit 1712 met de wapens van de vier regerende burgemeesters.
(Foto TM)

Deze staanders tonen de kleurige familiewapens van de vier burgemeesters, die in dat jaar regeerden. Bovenop staan twee uit zandsteen gebeeldhouwde groepen kinderen met een bok en een schaap, van de hand van Jacob Vennekool.
De Schermerpoort zelf, daterend uit 1639, vond zijn einde in 1853. In dat jaar werd ook de ophaalbrug afgebroken en vervangen door een nieuwe brug. Net over die brug, Heiligland 65, staat het in 2008 gerestaureerde ‘accijnshuis’. Dit is een uit circa 1850 daterende poortwachterwoning in Hollandse waterstaatstijl, onder andere voorzien van een luifel met pilaren. Deze plek vormt een schilderachtig geheel op het zogeheten Veneetse of Schermer Eiland.

Toegangsweg

In de Middeleeuwen lag Alkmaar aan de enige toegangsweg naar West-Friesland: via een doorwaadbare plaats in het riviertje de Rekere naar de Huygendijk. Daardoor was de plaats echter ook vaak het doelwit van aanvallen door West-Friese troepen.
Alkmaar is de hoofdstad van Noord-Kennemerland, maar ligt precies op de grens met West-Friesland. De Westfriese Omringdijk loopt heden ten dage zelfs voor een gedeelte door de gemeente Alkmaar.
Eeuwenlang heeft de plaats een strategische rol vervuld in de strijd van de Hollandse graven tegen de West-Friezen. Die kwamen al sinds het begin van de 12de eeuw steeds weer in opstand tegen het grafelijk gezag; de graaf van Holland en Zeeland was namelijk ook heer van (West-)Friesland. In 1132 viel Alkmaar ten prooi aan invallen van de West-Friezen in Kennemerland en ging daarbij in vlammen op. Zo gebeurde het ook in 1166 en 1169 en later. Maar even vaak werd de stad weer herbouwd. En net zo vaak volgden op deze invallen strafexpedities door de graven van Holland, waarbij de Alkmaarders ook meestreden tegen de West-Friezen.
Om de Westfriezen te beteugelen, liet de graaf zogenoemde dwangburchten bouwen op strategische plekken, zoals de Nuwendoorn aan de Omringdijk bij Eenigenburg en kasteel Radboud bij Medemblik. En uiteraard ook bij Alkmaar, waar in het midden van de 13de eeuw kasteel Torenburg werd gebouwd. Later in diezelfde eeuw volgden de kastelen Middelburg en Nieuwburg langs de weg naar Oudorp, tegenwoordig bekend als de Munnikenweg, een monumentale kasseienweg.


Tekening van K. de Heer uit 1950 met een gefantaseerd stadsbeeld met het Schermerhek, de molen van Piet, het Wildemanshofje en enkele huizen aan de Mient. (RAA)

Strijd bij Friese Poort

‘Wie heeft van Alkmaar niet gehoord?, Van 't strijden aan de Friese Poort’, zo begint het Alkmaarse Volkslied, geschreven in de 19de eeuw. Die befaamde Friese Poort was de belangrijkste stadspoort van Alkmaar en vormde het middelpunt bij de Spaanse aanvallen tijdens het beleg van Alkmaar in 1573.
Na een lange en hevige strijd werden de Spanjaarden, die met een enorme overmacht de stad belegerden, afgeslagen. Mede dankzij het onder water zetten van gebieden ten noorden van Alkmaar door het openen van diverse sluizen in West-Friesland.
De Spanjaarden, die enorme verliezen hadden geleden, dropen af. Sindsdien is de leuze: ‘Van Alkmaar de victorie’! De buitenpoort van de Friese Poort (op de afbeelding) is in 1834 op last van het Rijk gesloopt ten behoeve van en rechttrekking van het Noord-Hollands Kanaal.


Anonieme tekening uit 1826 met de Friese Poort te Alkmaar en een aangemeerde barg met passagiers. (RAA)