Een markante arts en goede medicus
Maarten de Heer Kloots werd geboren 18 juni 1873 te Amsterdam. Hij was de zoon van Jan Willem de Heer Kloots (1849-1931) en Anna Margreta Timman (1850-1933) en de oudste uit een gezin van zeven kinderen. Zijn vader, die aannemer was wilde dat zijn zoon ook in de bouwwereld ging werken. Doch Maarten werd liever dokter. Hij studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn afstuderen bleek dat hij in zijn woonplaats weinig verrichtingen mocht doen en besloot, tegen de wil van zijn vader, op het platteland te gaan praktiseren. Daar kon hij dokter zijn in alle facetten. Het gevolg was dat zijn vader gelijk de financiële steun aan hem staakte.
Na een tweetal waarnemingen in Noord-Scharwoude en op het eiland Wieringen vestigde Maarten zich met zijn vrouw Maria Elisabeth Scholtz in 1908 in Venhuizen. Hij volgde de heelmeester Jan Diederik Nicolaas Boon op die 6 september 1907 was overleden. Zo kwam Venhuizen aan zijn eerste academisch opgeleide huisarts. Bevallingen en tandheelkunde waren favoriete onderdelen van zijn vak.
Bevallingen
Een van zijn eerste ”klussen” in 1908 was de bevalling van zijn eigen vrouw. Zij kreeg een drieling waarvan twee kinderen overleden. Eén jongetje bleef ternauwernood in leven. Maarten liet bij de plaatselijke timmerman een kistje maken voor zijn zoon, een soort couveuse, om hem beter te kunnen behandelen.
De bevallingen toentertijd liepen anders dan we nu gewend zijn. De dokter werd alleen ingeschakeld als een probleem werd voorzien. De vroedvrouw riep hem pas op als zij echt geen oplossing zag. Als het moment van de geboorte te lang duurde en een rit naar het ziekenhuis niet meer mogelijk was, verrichtte Maarten een keizersnee in de bedstede. Of soms als het helemaal niet wilde (het kind was dan al dood) gebruikte hij zijn decapitatietang en andere instrumenten waarbij het kind in delen naar buiten kwam (dit lijkt wreed maar is wel de situatie van ruim een eeuw geleden).In die tijd waren de dokterskosten voor een bevalling 15 gulden.
Tandheelkunde
In 1912 vestigde Maarten zijn praktijk in Hem op de Hemmerbuurt 125. De hal diende als wachtkamer. De patiënten werden niet altijd in de kleine spreekkamer geholpen. Het gebeurde vaak dat de woonkamer beter geschikt was. Als er tanden of kiezen getrokken moesten worden dan werd zijn vrouw Elly erbij geroepen. Zij moest “de kop vasthouden”. De patiënt lag dan letterlijk in de boezem van mevrouw Kloots. Het trekken van één kies of tand kostte één gulden, maar mensen die te arm waren hoefden niets te betalen.
Visite rijden
Het visite rijden deed dokter in het begin met paard en wagen. Hij had zijn zwager Gerrit Scholtz als koetsier in dienst en als zij dagelijks op pad gingen dan moest de hooikist mee in de koets om etenswaren warm te houden. De visites namen een behoorlijk deel van de dag in beslag. Later reed de dokter op een fiets en nog veel later kreeg hij zijn eerste auto, die uiteindelijk is doorverkocht op zijn opvolger dr. Broekhuijsen.
Apotheek
In die tijd had een dokter nog geen beschikking over aangeleverde medicamenten (denk bijvoorbeeld aan antibiotica). Maarten bereidde zelf de medicijnen en iedereen in Huize Kloots werd dan ook ingezet. Zo gebeurde het dat zijn kinderen moesten helpen om poeders te vouwen (de dokter had héél speciale rode poeder waarmee hij iedereen van de hoest afhielp). Zijn vrouw hielp bij het fabriceren van drankjes en de huisknecht Bernard van Westen bracht de medicijnen naar de patiënten.
Organisator
Naast zijn dokterspraktijk en zijn ziekenzorg voor de mensen was Maarten ook een enthousiaste organisator en nam actief deel aan het verenigingsleven. Hij werd net als zijn voorganger, heelmeester J.D.N. Boon, secretaris van “Maatschappij tot Nut van 't Algemeen”, opgericht in 1818 door de heer Jan Schuitemaker, waarvan de Floralia en de bibliotheek onderdelen waren. Daarnaast was hij voorzitter van 't Burgernut en voetbalvereniging “Hem” en controleur van de Nutsspaarbank.
Voor het Nut ging Maarten ook vaak naar regionale vergaderingen van Nuts departementen. Lokaal en regionaal was hij actief voor het Witte Kruis. Hij gaf lezingen over hygiëne thuis en over zuigelingenzorg. Met een vakgenoot zette hij een consultatiebureau op voor zuigelingen. Bij het werk voor het Witte Kruis en bij zijn dagelijks werk had hij veel contact met zuster Schoenmaker (zie ook WBW Maartje Schoenmaker). In 1940 was Maarten de Heer Kloots één van de oprichters van het ziekenfonds “West-Friesland”, nu Univé.
Maarten was een oprechte zorgzame man, begaan met de mensen. Hield niet van gezeur. Doortastendheid stond bij hem hoog in het vaandel. Hij was er altijd voor zijn patiënten, ging nooit met vakantie want er waren altijd wel dames die ”uitgerekend” waren. Menig familiegebeuren ging tot verdriet van de kinderen zodoende de mist in.
In september 1940 stopte hij als huisarts en verhuisde naar Haarlem alwaar hij 12 januari 1943 is overleden.
Bronnen:
Jaarboek Suyder Cogge 1997 blz. 29.
Jaarboek Suyder Cogge 2001 blz. 25-27.
Beeldbank Historische Vereniging Suyder Cogge (zoeknaam: De Heer Kloots)
Westfries Archief (zoeknaam Maarten de Heer Kloots).
Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Marga Besseling-Wester te Hem (2015).