Geschiedschrijving » Geschiedenis van West-Friesland in vogelvlucht » Deel II: West-Friesland en de steden
Klik hier voor een grotere afbeelding.
In de Middeleeuwen was er nog niet het verschil in godsdienst tussen katholieken en protestanten. Men was
katholiek. Doordat het geloofsleven achteruit ging, kwam er een stroming "de Moderne Devotie", onder leiding
van Geert Groote uit Deventer, die probeerde het geloofsleven sterker te maken, o.a. door het stichten van een
aantal kloosters.
Zo kwamen er in West-Friesland ook veel kloosters: in 1385 een klooster van de Broeders van den Goeden Wille
en het Agnietenklooster, in 1400 het klooster van de H. Catharina, 1402 H. Cecilia, 1404 H. Geertrudis en 1408
H. Maagd Maria. Te Blokker werd in 1392 een mannenklooster opgericht. Later verschenen er ook kloosters in o.a.
Enkhuizen, Schagen, Medemblik en Grootebroek. De meest voorkomende orden waren die der Franciscanen, Kartuizers
en Dominicanen.
In ieder klooster waren ongeveer dezelfde ruimtes te vinden: slaapzalen of aparte slaapkamers, eetzaal, kapel,
spinkamer, weefkamer, linnenkamer, ziekenkamer, bibliotheek en een kerker. Verder waren er aparte gebouwen en
een graanschuur, turfschuur, veestallen, hooiberg en vaak een brouwerij. In de spreekkamer konden de zusters
met familie en bekenden spreken via een spreekvenster
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.