Geschiedschrijving » Geschiedenis van West-Friesland in vogelvlucht » Deel I: West-Friesland van prehistorie tot in de Middeleeuwen
Klik hier voor een grotere afbeelding.
De volgende dia's gaan over de Bronstijd in West-Friesland. Over deze periode weten we veel meer
dan over de voorgaande.
In West-Friesland zijn belangrijke opgravingen gedaan bij Hoogkarspel, Andijk/Opperdoes en Bovenkarspel. Hier zijn uitgebreide
sporen van nederzettingen blootgelegd: huizen, grafheuvels en vele andere sporen.
Die opgravingen waren het gevolg van de ruilverkaveling in Het Grootslag. De ruilverkaveling betekende
dat de sporen uit de
Bronstijd, die op veel plaatsen in het oostelijk deel van West-Friesland zijn aangetroffen, grotendeels zouden worden uitgewist.
Op het laatste nippertje kon men toch nog een grote hoeveelheid gegevens van het gebied verzamelen.
Hoe zag het Westfriese landschap in de Bronstijd eruit? Eerder hebben we het al over de vele overstromingen
gehad. De zee
bepaalde de aanblik van het landschap. Lang vóór de Bronstijd liep er een grote zeearm dwars door West-Friesland, die uitmondde
in een breed zeegat bij Egmond. Omstreeks 1600 vC slibde dat zeegat dicht en begon de hele zeearm te verzanden.
De invloed van het zeewater werd steeds geringer en het water verzoette. Dit blijkt uit gevonden resten van zoetwatervissen als
brasem, baars en snoek en zoetwaterslakjes. Tegelijkertijd zakte het grondwater. Hierdoor kwamen de kreken droog te liggen en
werden ze als lage zandruggen in het landschap zichtbaar. In de laagste gedeeltes ontstonden meren en meertjes met brede rietkragen
en hier en daar wilgen en elzen. Voor het overige was het land een grote open vlakte met gras. Nu kunnen we ons het landschap
voorstellen, en begrijpen waarvoor de gevonden en opgegraven werktuigen gebruikt werden.
We stellen ons voor dat de bewoners van de kuststreken 's zomers hun vee lieten grazen op de open vlakte,
en langzamerhand
ontdekken dat het Grootslag en andere delen van Oostelijk West-Friesland geschikt waren voor het boerenbedrijf; men besloot
daarheen te verhuizen.
Op deze luchtfoto bij Broekerhaven zie je lichte banen lopen: dat zijn de zandkreken geweest. Verder
zie je sporen van sloten
tussen stukken grond en ronde sloten, die om huizen heen werden gegraven als afwatering. Deze patronen waren maar enkele dagen
te zien: daarna schoven bulldozers de sloten met de opgeploegde grond dicht (i.v.m. de ruilverkaveling).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.