Geschiedschrijving » Westfries Biografisch Woordenboek (WBW)
bron: 40 j. Westfr. Folklore
Geboren op 2 mei 1901 op Terdiek. Overleden op 8 december 1984 in Oude Niedorp.
Jonge jaren en opleiding
Jacob van Zoonen, roepnaam Jaap, werd geboren op 2 mei 1901 op Terdiek, in de slagerij van zijn ouders.
Enkele jaren later verhuisde hij – met zijn vader Arie van Zoonen en zijn moeder Elisabeth Koster
– naar een slagerij in Oude Niedorp.
Daar bracht hij zijn jeugd door. Ging hij naar de openbare lagere school van meester Woutman. Toen die
in het begin van de jaren twintig wegens gezondheidsproblemen ontslag nam, zorgde hij samen met zijn
neef, Jaap van Zoonen Dirkzoon, voor een passend afscheid. Na de lagere school volgde hij de ulo-school
en een handelsschool en tenslotte de opleiding voor de gemeenteadministratie. Daarvoor slaagde hij in
1922. Van Zoonen had toen al in Zaandijk gewerkt en solliciteerde vandaar naar Enkhuizen. Hij zou
aangenomen worden op een salaris van ƒ 800,-- per jaar, maar toen hij daarmee akkoord wilde
gaan, kreeg hij te horen dat de haringstad maar ƒ 700,-- kon betalen. Hij liet weten dan
niet te komen. Tegen zijn vader zei hij dat hij de hele ambtenarij eraan gaf en bij hem in de slagerij
kwam werken. Het was voor zijn vader onbegonnen werk om hem dat uit het hoofd te praten. Of het feit
dat hij verkering had gekregen met een meisje uit Nieuwe Niedorp, Dina Aalbregtse, en dan dichter bij
haar bleef, daaraan heeft bij gedragen, is onbekend. Samen met haar betrok hij in 1928 een nieuw voor
hen gebouwd huis, eerst Dorpsstraat 18, in 1950 omgenummerd tot 50, in Oude Niedorp. Daar leefden ze
samen in een gelukkig huwelijk, meer dan 55 jaar.
Hobby's
Van Zoonen werkte in de slagerij in Oude Niedorp van 1923 tot 1946 en kon daardoor gemakkelijk zijn
vele hobbys uitoefenen. Hij was in de jaren twintig enige tijd competitieleider van de Westfriese
Voetbalbond. Hij richtte in Nieuwe Niedorp de arbeiderstoneelvereniging Kunst na Arbeid op. Alleen of
samen met zijn vrouw Dien speelde hij vele rollen tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Ook
hoorde hij in die tijd tot de oprichters van de afdeling Nieuwe Niedorp van het Instituut voor
Arbeidersontwikkeling. Samen met Dien en andere leden van de familie Van Zoonen was hij actief in de
rooie familie en was ook het werk voor en van de SDAP hem niet vreemd. Het Troelstra-oord in Beekbergen
ervoer hij als een prachtige ontspanning.
Jaap van Zoonen was een all-round man. Door zijn studie had hij de Franse taal onder de knie gekregen.
Elk jaar las en herlas hij in de wintermaanden Sans Famille (Alleen op de Wereld). Hoewel hij geen
vakantievierder was, maakte hij met vrienden al in 1921 een reis langs de Rijn en schreef hij naar
huis getuige geweest te zijn van de gevolgen van een ramp in Ludwigshafen. Hij leerde in de jaren
twintig en dertig ook fotograferen, ging elke zondagochtend te vissen, tuinierde, en schreef toen al.
Zo is er een prachtig verhaal van hem, geplaatst in De wandelaar van Pasen 1939, over een bezoek
aan de reigerkolonie in de Moerbeek. Het is verluchtigd met illustraties van het schoolhoofd van Oude
Niedorp, Max Wolthuis.
In de politiek
Van Zoonen was sociaal bewogen. Hij wilde het dorp op een hoger plan brengen en ging mee doen aan de
plaatselijke politiek. In 1926 werd hij in de raad gekozen Een raad die in meerderheid katholiek was,
maar het ging hem om het belang van allen. Vandaar dat ze hun protestantse groepering ‘Algemeen
Belang’ noemden. Zo werd hij in 1932, met de steun van de katholieken, wethouder. Dat bleef hij
tot 1939. Toen veranderden de verhoudingen doordat de katholieken weer aanspraak maakten op twee
wethouders.
Hoogtepunten in zijn politieke leven voor de oorlog waren er verschillende. Bijvoorbeeld de aanleg
van zwembad 't Skarpet als een werkverschaffingsproject en de vernieuwing van de openbare lagere
school midden in
t dorp.
Oorlogstijd
De oorlog brak uit. De Duitse bezetter maakte in 1942 definitief een einde aan het raadswerk door
alle gemeenteraden op te heffen. Voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling slaagden de bestuurders
uit Nieuwe en Oude Niedorp erin tot in 1942 sprekers te laten komen. Over allerlei onderwerpen.
Talrijke lezingen werden op zondagochtend bijgewoond in de bovenzaal van De Rode Eenhoorn. Onvergetelijk.
Toen de oorlogssituatie ernstiger werd en men zich moest aanmelden bij de Kultuurkamer is dat geen
ogenblik overwogen. Dat blijkt nog uit een verklaring voor het Militair Gezag die hij in 1945
ondertekende.
In het laatste oorlogsjaar werd hij hoofd van de centrale gaarkeuken voor het hele dorp, uitgevoerd
in de slagerij. Hoe ze het voor elkaar kregen is onbekend, maar er was altijd eten over. Voor de
velen die vanuit de grote steden Oude Niedorp aandeden op hun weg terug naar huis was er altijd wel
een hap eten voor ze verder trokken.
In de journalistiek
In die tijd sprak hij wel eens over de na-oorlogse tijd. Hij liet weten dan niet meer in de slagerij
te willen werken. De mensen zijn nu met alles tevreden, maar zullen dan weer zeggen “slager
wil je volgende keer zorgen dat er geen randjes vet aan het vlees zitten”.
In zijn achterhoofd zat toen al de gedachte de journalistiek in te gaan. Die mogelijkheid deed zich
voor toen hij in 1945 in contact kwam met Poldervaart in Schagen. Die was directeur van Sprekend
Papier en zette de eerst illegaal uitgegeven Nieuwe Schager Courant voort en trok hem aan als medewerker.
Zo kwam Jaap van Zoonen bij de krant. Op 18 februari 1946 werd voor het eerst een aflevering geplaatst
van zijn rubriek ‘Nuuws uit de Skeerwinkel’. Kort daarna kwam Poldervaart, toen het
verschijningsverbod voor de oude Schager Courant was opgeheven, tot overeenstemming met de directie
van de toen nieuw geprojecteerde Verenigde Noordhollandse Dagbladen en werd de Nieuwe Schager Courant
voorgezet als Schager Courant.
Jaap van Zoonen werd toen chef-redacteur voor Schagen en omgeving. Hij continueerde zijn wekelijkse
rubriek ‘Nuuws uit de Skeerwinkel’. In 1977 stopte hij daarmee. 1500 keer had hij er
één geschreven. Geen een heeft hij er bewaard. Wel zijn vrouw, zodat er nog enige zijn.
Maar het is soms moeilijk ze in deze tijd nog goed te begrijpen. Ze werden vaak geschreven over de
politiek actuele gebeurtenissen in de dorpen of Schagen zelf van dat moment, en hadden een grote
lezerskring.
Westfriese folklore
Hij bleef in Oude-Niedorp wonen en tufte, als het nodig was elke dag, met zijn Solex naar Schagen of
naar de omliggende plaatsen voor interviews. Zon rit maakte hem fris, zei hij.
Zo lanceerde hij de eerste publicaties over de mogelijkheid Schagen in het Westfriese pak te krijgen.
Zijn eerste artikel daarover dateert van 20 augustus 1953. Duidelijk spreekt daaruit zijn vertrouwen
in herstel van de Westfriese Folklore, getuige de slotregels: “Laten we samen trachten te veroveren
nieuw gebied. In de plaats van het oude, dat buiten onze schuld verloren ging”. De jubileummarkt
in augustus 1954, ter gelegenheid van het jubileum van de marktkooplieden Vos en Zomerdijk, was de
eerste markt in Westfries kostuum. Toen de markten er eenmaal waren en stromen kijkers trokken, had
Jaap van Zoonen in zijn krant de rubriek: ‘Gezichten en gezegden op de Westfriese Markt’.
Hij interviewde bij voorkeur mensen uit het buitenland. Dat was zeker in de jaren vijftig, toen het
buitenland oneindig ver weg was, een rubriek die door iedereen werd verslonden.
Om de diverse activiteiten te stroomlijnen werd in 1958 opgericht de ‘Stichting Bevordering
Westfriese Folklore’.
Van Zoonen bleef de ontwikkeling van de Westfriese markt op de voet volgen. Na zijn pensionering in
1964 kwam hij nog vaak naar Schagen om in Westfries kostuum mee te lopen in de optocht. In 1981 was
hij op tachtigjarige leeftijd nog een keer van de partij. De benen wilden niet zo goed meer, dus hij
zat in een van de wagens en bekeek vergenoegd de grote drukte. Hij zei toen: “Zoals het is
gegroeid, daar ben ik van onder de indruk. Zoveel volk op de been en dan die wagenloods bij Vreeburg.
Ik vind het werkelijk groots”.
Met pensioen
Toen Van Zoonen met pensioen ging, kreeg hij een geweldige afscheidsreceptie van de directie van de
Schager Courant. Maar hij bleef schrijven. Voor het Noordhollands Dagblad kwam er bij de rubriek
‘Tussen Hoogzij en Laagzij’. ‘Nuuws uit de Skeerwinkel’ bleef zon 40 jaar
lang tot in 1977 in de Schager Courant verschijnen. Het Historisch Genootschap Oud West-Friesland
eerde hem voor zijn activiteiten ten bate van de Westfriese taal en folklore op 3 september 1977 met
het Ere-Diploma ‘uit erkenning en waardering voor bijzondere verdiensten’.
Weer in de politiek
Na het einde van de oorlog, in mei 1945 voor Nederland, werd Van Zoonen in augustus benoemd tot lid
van de noodgemeenteraad die voor een jaar werd aangewezen. Daarna werd hij in 1946 weer tot raadslid
gekozen. Dat bleef hij tot 1958. Hij was in die periode ook wethouder. Een intern conflict, was voor
hem toen aanleiding zijn ontslag te nemen. Hij kwam nog één keer terug. In 1966. Niet,
zoals zovaak geschreven wordt, voor de PvdA, maar voor Algemeen Belang. In 1970 stelde hij zich niet
herkiesbaar. Militant bleef hij, tot in zijn laatste vergadering.
Jaap van Zoonen viel nooit in een diep gat. Al voor de oorlog raakte hij betrokken bij het werk van
het Witte Kruis. Meer dan 35 jaar zette hij zich er voor in. Het leidde in 1972 tot de bouw van een
gezondheidscentrum in Nieuwe Niedorp. Hij ontving er de zilveren kruis-medaille voor.
Op zijn verjaardag op 2 mei 1976, toen hij 75 werd, kwam burgemeester Anker hem als waardering voor
zijn optreden in en zijn inspanning voor de dorpsgemeenschap een wandbord brengen als waardering. Het
hangt nog steeds bij zijn zoon thuis.
Toen enkele maanden later de opening van het nieuwe gemeentehuis van Niedorp aan de orde was, kwam
dezelfde burgemeester Anker hem vragen de inleidende woorden te spreken tot de Commissaris van de
Koningin voordat die de openingshandeling zou verrichten. Hij was daar trots op. Het werd een toespraak
in het Westfries, officieel in de notulering vastgelegd.
Revue en musical
Ondertussen bleef Van Zoonen in het nieuws. Voor de Anna Paulowna Polder schreef hij een revue voor
het 100-jarig bestaan van de gemeente. Voor het nieuwe Veerburg enkele jaren later een musical
voorafgegaan door een kleine schets, ‘de Vijfling van het Viscollege’. En ook voor de
125-jarige Hollandsche Maatschappij van Landbouw te Wieringerwaard etaleerde hij zijn
schrijverskwaliteiten.
Restauratie Nederlands Hervormde Kerk
Tenslotte is vermeldenswaard hoe Van Zoonen zich heeft ingezet voor de restauratie van de Nederlands
Hervormde Kerk van Oude-Niedorp.
De kerk was in 1953 vervallen en moest gerestaureerd worden. Daar had men een krachtdadige
president-kerkvoogd voor nodig. Hij noch zijn vrouw waren echter lidmaat. Daar was wat aan te doen.
In het familiearchief bevinden zich nog de bewijzen hoe hij en zijn vrouw op 1 maart van dat jaar
belijdenis aflegden en het werk kon beginnen. Subsidies kwamen los. Zo werd in 1954 de hernieuwde
kerk in gebruik genomen.
De verbijstering was groot toen in april 1977 de bolbliksem insloeg en het kerkgebouw deed worden tot
de ruïne waarin deelnemers aan de NHD-Zomertoer 2011 zich verzamelden om te luisteren naar de
plannen voor consolidatie van de bouwval. Met anderen had Jaap van Zoonen geijverd voor volledig
herstel. Dat was niet gelukt. Zijn krachten waren op.
Zeven jaar na de verwoesting van de kerk overleed hij op 8 december 1984.
Publicaties:
J. van Zoonen, Paschen. Met krabbels van M.J. Wolthuis.
In: De Wandelaar, 11e jaargang, grasmaand (april) 1939, pag. 114-117.
Jaap van Zoonen, Alle artikelen in de Nieuwe Schager Courant en de Schager Courant
tussen 1946 en 1964, en de rubrieken ‘Nuuws uit de Skeerwinkel’ en ‘Gezichten en
gezegden op de Westfriese Martkt’ van 1946 tot 1977.
Figaro, Nuuws uit de skeerwinkel.
In: West-Frieslands Oud en Nieuw, 1971, pag. 119-123.
(De redactie van het jaarboek wil het jubileum van 25 jaar Nuuws uit de skeerwinkel herdenken door
Figaro in dit jaarboek zijn nuuws te laten vertellen)
Jaap van Zoonen, De roemruchte jaren van de Westfriesche Voetbalbond.
In: West-Frieslands Oud en Nieuw, 1984, pag. 151-155.
Literatuur:
Hans Rijswijk, Zestig jaar rederijken in West-Friesland.
In: West-Frieslands Oud en Nieuw, 1984, pag. 160-170.
Piet Verduyn en Corrie Cramer-Keijzer, 40 jaar Westfriese Folklore.
Uitgave Stichting Westfries Folklore, Schagen, 1993. Pag. 10-12, en verder passim.
Gegevens aangeleverd en bewerkt door: Arie van Zoonen te Hoorn (2012).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.