Westfries Genootschap
Geschiedschrijving
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Geschiedschrijving » Westfries Biografisch Woordenboek (WBW)

Langedijk, Hermanus (1902-1992)

Langedijk, Hermanus (1902-1992)
bron: part. archief

Schoolmeester en cultuurbeschermer

Geboren te de Weere, gemeente Abbekerk, op 12 januari 1902. Overleden te Spanbroek op 15 oktober 1992. Hij was de jongste zoon van Manus Langedijk en Aagje Schipper. Schoolmeester en cultuurmens.

Hij mocht als jongste telg natuurlijk meer dan de ouderen daarvoor. Zijn band met zijn moeder was heel sterk. Moeder was ‘kuin’ op hem en achteraf gezien toch wel met enig recht. Hij heeft veel gepresteerd in zijn 90 jarig leven. Na de Lagere School wilde hij heel graag studeren en haalde bijlessen bij Meester de Boer in Abbekerk, maar toen hij 12 jaar werd, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Hij moest zijn studie stopzetten omdat hij zijn broers op de boerderij moest vervangen die gemobiliseerd werden door de Staat. Het was een domper voor hem, maar het afstel bleek geen uitstel. In 1918 pakte hij de draad weer op en op 16-jarige leeftijd ging hij naar de Normaalschool, voorloper van de kweekschool, in Hoorn. Naast de bijlessen en de Normaalschool behaalde hij het Praktijk Diploma Boekhouden. Dat kwam hem later goed van pas, toen hij mensen in klassenverband opleidde voor het Middenstandsdiploma, samen met Meester Tinus Dam uit Spanbroek. En dat van 1942 tot 1967.

Op 23 juni 1924 slaagde hij voor zijn onderwijzersakte. Al snel werd hij gevraagd om in Ursem aan de Bavoschool Meester Vlugt te vervangen, wegens ziekte. Hij had al wel vrijwillig, onbetaalde stage gelopen op een Lagere School te Abbekerk. Met deze ervaring werd hij in Ursem onderwijzer en meteen ook waarnemend Hoofd der School. Omdat de afstand de Weere-Ursem zo’n 18 km was, bleef hij door de week bij twee oudere dames in de kost. Na een half jaar solliciteerde hij naar de betrekking van onderwijzer aan de St. Martinusschool te Spierdijk, alwaar hij werd benoemd op 25 augustus 1927. Zijn baas was Meester Anton Overtoom, een beminnelijk mens.

In 1930 wist hij zijn Hoofdakte te halen. Meester Bos, een goede collega uit Berkhout, had examenvrees en was na 20 jaar hoofdaktestudie nooit op examen gegaan. Die bewuste examendag zijn ze naar Berkhout gegaan, hem uit zijn bed gelicht en meegenomen naar het examen in Haarlem. Alle drie slaagden.

In het jaar 1932, op 18 augustus, trouwde hij te Heiloo met Siebertha Koppes en ging wonen in de burgemeesterswoning die hij had gekocht voor ƒ 1900,-. Ze kregen tussen 1932 en 1950 twaalf kinderen. Toen in 1941 Meester Overtoom overleed, werd hij gevraagd het Hoofdschap op zich te willen nemen. In 1942 werd hij officieel benoemd en verhuisde hij naar de schoolwoning, naast de kerk. Tot 1967 is hij daar in die functie gebleven. Toen ging hij met pensioen.

Voor de gemeenschap heeft hij veel betekend. Hij was een uitstekend onderwijzer, didacticus en vooral een rasechte verteller. Zijn Geschiedenis- en Aardrijkskundelessen waren beroemd bij zijn oud-leerlingen en leerlingen. Hij kon kinderen alles leren. Zijn uitleg was zodanig dat je het wel snappen moest. Geschiedenisjaartallen zitten er geheid in. Zonder jaartallen heeft Geschiedenis geen zin. Zonder topografie heeft Aardrijkskunde geen zin.
Kinderen die verder wilden studeren, kregen na schooltijd twee keer in de week bijles in Frans, rekenen en taal. Er zijn maar weinig leerlingen voor het toelatingsexamen voortgezet onderwijs gezakt. Hij wist een uitstekende basis te leggen voor verder studie. Hij bereidde zijn lessen altijd zorgvuldig voor. Hij nam er de tijd voor en die had hij ook, want van vergaderen op school hadden ze nog nooit gehoord, gymnastieklokalen waren er niet, dus deze lessen vervielen. Al met al onderwijs op hoog "nivo".

Naast zijn schoolwerk was hij in het dorp en wijde omgeving een vraagbaak voor velen. Menigeen heeft steun bij hem gezocht en gekregen. Hij was ook graag bezig met Westfries als dialect, wat tot uiting kwam in diverse publicaties. Tijdens zijn pensioenjaren heeft hij ook nog drie stambomen gemaakt. Hij was een werkzaam mens, altijd bezig. Op latere leeftijd ging hij met zijn vrouw alle klaverjasdrives af in West-Friesland. Daarnaast had hij nog een quadrille rondje (oud kaartspel).

Hij was een West-Fries in hart en nieren. West-Friesland was alles voor hem. Zo was hij 15 jaar lang, van 1958 tot 1973, bestuurslid van het Westfries Genootschap. Voor zijn vele diensten voor het Genootschap werd hij in 1973 benoemd tot erelid. Ook na zijn bestuurslidmaatschap was hij een trouw bezoeker en een graag geziene gast op de jaarlijkse Westfriese dagen.

Op 90 jarige leeftijd, op 15 oktober 1992, is hij overleden. Velen zullen zich "Meester Langedijk" herinneren. Zo wilde hij ook aangesproken worden en laten we eerlijk zijn:

"Iedereen is mijnheer
Maar niet iedereen is MEESTER"

Publicatie(s):
Hé, is dat Westfries? (Stolphoevereeks I, uitgegeven onder auspiciën van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland, 1963).
Meester Langedijk vertelt. (Uitgeverij Pirola, Schoorl, 1989).
Genealogische uitgaven:
De familie Langedijk (uitgegeven in 1974).
De familie Koppes (uitgegeven in 1975).
De familie Schipper (Uitgeverij Pirola, Schoorl,1990).

Gegevens aangeleverd door: Ad Langedijk te Blokker (2007).

 


Hé, is dat Westfries?

615. Een paar van die echte brakken (rakkers, deugnieten) van schooljongens hadden m'n fiets opgeknapt. Ik gaf ze 'n bogie ('n pluimpje) en wat bokkeneuten (pinda's, sausjes). Ze gingen bloid (blij) op huis an (naar huis).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.