Geschiedschrijving » Westfries Biografisch Woordenboek (WBW)
Aagt Germonts werd rond 1621 in Sijbekarspel geboren en stierf in Hoogwoud na 1660. Zij was de dochter
van Germont Jacobsz. en Griet Dirx. Aagt trouwde in 1644 met Claas Nijszoon, een pachter. Ze woonden
in Abbekerk.
Na een eerste miskraam in 1653 had Aagt naar eigen zeggen drie misgeboortes gehad. Hiervan waren geen
getuigen. Na de derde misgeboorte groeide in Abbekerk het gerucht dat er sprake was van een misdaad of
hekserij. De schout, Jan Mist, sloot Aagt in 1659 op en liet drie lijkkistjes uit het familiegraf halen.
De inhoud bestond uit resten van kleding, dierlijk vet en een rode kool die was gestoken op een stok.
Deze vondst versterkte het idee van hekserij. Daarop stond in het verleden de straf wurging aan de paal
en daarna lijkverbranding.
Een ingewikkelde rechtszaak
Onder druk van de publieke opinie ging Jan Mist in zijn rol van aanklager deze straf ook eisen. De
schepenen in de stede Abbekerk (Stede Abbekerk bestond uit: Abbekerk, Twisk, Midwoud en Lambertschaag.)
wezen Mist erop dat elk bewijs voor hekserij of een pact met de duivel ontbrak. Evenmin was er het voor een
vrijlating nodige bewijs dat Aagt onschuldig was. Rechtsgeleerden die werden geraadpleegd meenden dat
Aagt slechts een zielig geval was. Misschien was dat wel zo, al dus de schepenen, maar wat moesten ze
dan met die wonderlijke grafvondsten. Op advies van rechters uit Hoorn vond een 'middelmatige tortuur'
op de pijnbank plaats, maar Aagt gaf ook onder grote pijn geen duidelijkheid.
De straf
Na lang wikken en wegen besloten de schepenen Aagt wegens bedrog met drie poppen publiek te schande
te zetten. Toen het publiek met mest besmeurde stenen naar Aagt ging gooien liet de schout haar gaan.
Ze vertrok kort daarna met haar man naar Hoogwoud.
Van het proces tegen Aagt heeft de secretaris Jacob Landtman van de stede Abbekerk een documentenboek
samengesteld: 'Mis-geboorte of verhael van 't Abbekerker-wijf haare drie miskramen' (verkorte titel).
Een keerpunt
De straf was licht vergeleken met vroegere rechtszaken, maar tegelijk juridisch doordacht. De schepenen,
geen beroepsrechters, hebben zo goed mogelijk een afweging gemaakt. Tegen de publieke opinie in gebruikten
ze ook argumenten uit eigentijdse geschriften waarin openlijk aan het bestaan van hekserij werd getwijfeld
en daarop lijkende activiteiten niet meer als strafbaar werden beschouwd.
Aagt Germont stond - verward - op een keerpunt in de rechtspleging. Na 1660 begonnen rechters in de
Republiek heksenprocessen steeds meer tegen te werken. De wetgeving in de zeven gewesten werd zodanig
aangepast dat heksenprocessen steeds minder tot een veroordeling leidden. Omdat dit ook een keerpunt
in de geschiedenis van de vrouw is, werd Aagt Germonts opgenomen in de lijst 1001 Vrouwen uit de
Nederlandse geschiedenis.
Literatuur:
- Germonts, Aagt (ca. 1621-?) In: 1001
vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, onder redactie van Els Kloek, Nijmegen 2013
- Jan de Bruin, Bannen en mannen in de stede Abbekerk. Grondgebied en functionarissen van een Westfriese
plattelandsstad. In: West-Frieslands Oud & Nieuw 62 (1995) pp. 26-30 en 42-46
- Jacob Landtman, Mis-geboorte of verhael van 't Abbekerker-wijf haare drie miskramen; 't opgraven
van drie miszelijcke poppen; haer vankenis; ondervraging; belijdenis; pijniging; verantwoording; en
geheelen procesze; met alle d' advijsen van reghtsgeleerde, godts-geleerde en de sententien daar op
gevolgt […] Behelsende mede den geheelen pleyte tegens haaren man (Hoorn 1661).
Gegevens samengesteld en aangeleverd door: Peter Wester, Beuningen, (2013).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.