Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2018 » Nummer 2 » Pagina 20-21
Cornelia Sara Groot werd geboren in Hoorn in 1868 en overleed
in 1934 in Rijswijk. Zij ging door het leven met de roepnaam Kee.
Haar ouders waren Jan Groot (1833-1902) en Maria Theresia
Boon (1843-1925). Jan Groot kwam uit een groot en welvarend
middenstandsgezin (turfvaart en kaashandel) aan de Appelhaven
in Hoorn. Naast koopman en bankier was hij gemeenteraadslid
en wethouder in Hoorn en dijkgraaf van Drechterland. Lange tijd
was hij de spreekbuis van de opkomende middenstand en lagere
klassen in Hoorn. Haar grootvader van moederszijde was leraar
bij de Nederlands Hervormde kerk in Berkhout.
Een passende opvoeding
Co-educatie thuis werd geen succes, Kee voldeed niet aan de
verwachtingen, ze leefde ‘als een halve jongen’. Kee werd naar het
jongemeisjespensionaat ‘Mon Desir’ in Driebergen gestuurd en
daar opgeleid tot onderwijzeres. Haar zwakke zenuwgestel stond
de uitoefening van dit vak in de weg. Zonder werk, ongehuwd en
thuiswonend raakte Kee betrokken bij het ‘Toynbee werk’ van
haar vader en andere veranderingsgezinde liberalen in Hoorn.
De Engelse historicus Arnold Toynbee meende dat, wanneer
‘gegoede burgers’ uit de hogere klassen ‘persoonlijk’ contact
zouden zoeken met de arme onderklasse, het vertrouwen tussen
de klassen kon worden hersteld. Door opvoedende en leerzame
projecten kon sociale spanning worden weggenomen. Om de
arme jongens van straat te halen en bij socialisten weg te houden,
zette Kee zich in voor een goede openbare zwemgelegenheid in
Hoorn en richtte in 1897 voor deze jongens voetbalclub H.V.V.
Volharding op, het latere Hollandia.
‘De Vereeniging voor vrouwenkiesrecht’
In 1900 sprak Aletta Jacobs in Hoorn voor liberale Kiesvereniging
‘Vooruitgang’ over vrouwenkiesrecht. Enthousiast kwamen Kee
en haar twee zussen terug, ze waren benaderd voor het bestuur
van de zojuist opgerichte afdeling Hoorn van ‘de Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht’. Vader Jan, hoe liberaal ook, ging dit
toch even te ver: “Halt! Geen presidente of secretaresse van
Vrouwenkiesrecht aan mijn tafel.”
Aletta Jacobs kwam regelmatig terug naar Hoorn, ze leerde Kee
beter kennen en ontdekte haar propagandistische kwaliteiten.
In 1907 trokken zij samen door Noord-Holland om het aantal afdelingen uit te breiden, eerst in de grotere plaatsen. Een
uitvoerig verslag van de bijeenkomst in Enkhuizen weerspiegelt
Kee’s eerste grote succes: in één avond een nieuwe afdeling met
59 leden Het verslag toont ook een andere Kee, haar eerdere
onzekerheid had zij van zich afgeworpen. Aletta moedigde Kee
aan haar kwaliteiten ook in andere provincies in te zetten, om te
beginnen in Zeeland.
Propagandiste voor het vrouwenkiesrecht
In 1909 werd Kee voor een matig salaris de eerste officiële
propagandiste van de vereniging. 1909 was een verkiezingsjaar
met zicht op een mogelijke grondwetswijziging, onder andere
voor de invoering van een beperkt vrouwenkiesrecht. Deze hoop
bleek tevergeefs, de conservatieve partijen kregen de overhand.
In de periode 1909-1910 trok Kee met een aantal enthousiaste
jonge vrouwen onvermoeibaar van dorp tot dorp in Noord-Holland om het aantal leden en afdelingen van de vereniging
uit te breiden. Het waren avontuurlijke reizen met hilarische
momenten; zo kenden de kleine dorpen nauwelijks voorzieningen
voor een overnachting door een groep vrouwen.
Kee Groot als Marijtje
De komst van mejuffrouw C.S. Groot werd in advertenties in
lokale of regionale kranten aangekondigd. Het programma van
een propaganda-avond kende een doordacht patroon: enkele
redevoeringen afgewisseld met dans, toneel, lichtbeelden
of muziek, voor de geestelijke verheffing van de vrouw. De
grote uitsmijter was het optreden van Kee als de Westfriese
boerendochter Marijtje die op een humoristische wijze de
verhouding man en vrouw op het erf of daarbuiten feilloos
analyseerde. Deze veelvuldige gebruikte act maakte Kee
beroemd en zorgde ervoor dat het aantal leden gestaag groeide.
Kee verhuisde naar Rotterdam en ging daar samenwonen met
H.C. Muntinga, directrice van een Middelbare Meisjes School.
Van daaruit trok ze naar plaatsen tussen ‘De Schelde en de Eems’,
naar zalen met huiverende, onzekere maar ook nieuwsgierige
vrouwen en mannen. Voor de bijeenkomst ging ze op theevisie
bij een echtgenote van een notabele. Maar na de Marijtje-act (in
een deels aangepast dialect) werd ze vaak in de armen gesloten
door vrouwen uit lagere standen, “gij zijt een van ons.” In 1913 telde de vereniging 16.450 leden en 123 afdelingen.
Regelmatig keerde Kee naar de door haar opgerichte afdelingen
terug. Geen verzoek was haar te veel. Ze verzorgde ook voor
vrouwen cursussen over staatsinrichting en over de programma’s
van politieke partijen. Kee stimuleerde de vrouwen ‘adressen’
te sturen aan het gemeentebestuur als er besluiten werden
voorbereid die direct met ‘speciale vrouwenbelangen’ te maken
hadden. Geleidelijk aan durfden deze vrouwen op 15 juni,
Vrouwenkiesrechtdag, op straat voor hun ideaal uit te komen. Na
de grondwetswijziging van 1917 hadden vrouwen het recht om
door mannen te worden gekozen. Pas in 1919 kwam er algemeen
vrouwenkiesrecht.
Veel lof
Tijdens een manifestatie voor de invoering van algemeen
vrouwenkiesrecht in 1916, een tocht van 18.000 mannen en
vrouwen door Amsterdam, werd Kee in het zonnetje gezet. Zij
reed in een boerensjees te midden van de lopende, vaandels
dragende afgevaardigden van alle Noord-Hollandse afdelingen.
Een terecht eerbetoon voor de vrouw die vooral in haar
geboortestreek aan de basis van de vrouwemancipatie stond.
* Een ingekorte versie. Voor de hele biografie, inclusief bronnen,
zie de website www.westfriesgenootschap.nl, klik op Commissie
Geschiedschrijving en vervolgens op Westfries Biografisch Woordenboek.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.