Op vrijdagavond 5 september reikte Jan Smit, voorzitter van het Westfries Genootschap, de Auroraprijs
uit aan Stichting Historie Aurora. Dit gebeurde tijdens de reünie van oudmedewerkers van de in
1994 gesloten zuivelfabriek Aurora uit Opmeer.
In 2014 is het niet alleen twintig jaar geleden dat de fabriek gesloten werd, maar ook honderd jaar
geleden dat de fabriek in productie kwam.
Het Aurorafonds is in 1964 ingesteld door het bestuur van de fabriek ter gelegenheid van het gouden
jubileum. Het Westfries Genootschap is sinds 1 januari 1980 belast met het toekennen van de prijzen
uit het Aurorafonds. De prijs wordt ten minste een maal per drie jaar uitgereikt aan een persoon of
instelling die voldoet aan de doelstelling van het fonds om financiële bijdragen te verlenen
‘voor de bestudering van onderwerpen die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het platteland
van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal’. Bij de prijs hoort een oorkonde en een geldbedrag
van € 750.
Stichting Historie Aurora is opgericht met als doel de kennis van de historie van de zuivelbereiding
in Noord-Holland in het algemeen en die van de voormalige zuivelfabriek Aurora in het bijzonder te
behouden.
Bij de uitreiking onderstreepte Jan Smit het belang van het vastleggen van de historie.
Namens het bestuur van de stichting nam voorzitter Cees Welboren de prijs in ontvangst. In zijn dankwoord
zei hij het een eer en heel bijzonder te vinden dat juist Stichting Historie Aurora in aanmerking kwam
voor de Auroraprijs.
Informatiepaneel Aartswoud gerenoveerd
In oktober 2004 heeft Landelijk Schoon een informatiepaneel geplaatst op de Omringdijk nabij Aartswoud,
mede mogelijk gemaakt door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het is geplaatst aan de
rand van de Groetpolder bij de brug in de Westfriese Omringdijk over de ringsloot bij Aartswoud. In
de zuidelijke balustrade van de brug zit een gedenksteen ingemetseld. Deze steen herinnert aan de
vernieuwing in 1859 van de onder de brug gelegen Geestmerambachtsluizen.
De steen is in een zodanig slechte staat dat restauratie niet meer mogelijk was. Op het paneel is de
tekst van de steen vermeld aangevuld met informatie over de sluizen en het stoomgemaal dat op dit punt
gestaan heeft, de even verderop gelegen banpaal en uiteraard over de Groetpolder. Vanaf dit punt is er
een prachtig uitzicht over deze polder die in 1843 werd drooggelegd. Tot die tijd klotste het water
van de Zuiderzee hier tegen de dijk.
Het paneel bleek een succes; regelmatig werd er, vooral door fietsers, gestopt om te pauzeren, de
informatie te lezen en te genieten van het uitzicht.
Na bijna tien jaar bleken echter sommige delen van het paneel danig aangetast.
Er werd een sponsor gevonden en ook de fabrikant werkte op een schappelijke basis mee. En zo kon het
gebeuren dat, met de vereende krachten van enkele vrijwilligers, het nieuwe paneel onlangs (mei 2014)
is geplaatst.
Het resultaat mag er zijn en Landelijk Schoon hoopt dat nog velen op hun fietstocht over de Omringdijk
op dit prachtige punt van een informatieve pauze zullen genieten.
Het vernieuwde informatiepaneel bij Aartswoud. (foto Landelijk Schoon)
Westfriesedijk bij Winkel
Zoals bekend is Landelijk Schoon het niet eens met de verbreding van de Westfriese Omringdijk bij Winkel
en de aanleg van een fietspad en viaduct. De bezwarenprocedure loopt al langer, voornamelijk omdat
eerst enkele formele onvolkomenheden moesten worden hersteld.
Zo moest de gemeente eerst het bestemmingsplan aanpassen aan de plannen van het Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier (HHNK) en daarvoor een ruimtelijke onderbouwing leveren.
Nu dat gebeurd is zijn we eindelijk toe aan waar het Landelijk Schoon om gaat: de ontoelaatbare aantasting
van de Westfriese Omringdijk voorkomen en de plannen zodanig aanpassen dat de ingrepen tot een minimum
beperkt blijven. Dat betekent: de verkeersweg óp de dijk en een fietspad met tunneltje
ónderlangs de dijk.
De gemeente Hollands Kroon heeft een omgevingsvergunning voor de plannen van het HHNK verleend. In een
tussenuitspraak heeft de bestuursrechter echter bepaald dat de gemeente Hollands Kroon daarbij in
gebreke is gebleven als het gaat om een beoordeling van de monumentale waarden van de Westfriesedijk
inclusief het al dan niet toelaatbaar zijn van de aantasting van deze waarden. De gemeente is in de
gelegenheid gesteld de gevraagde beoordeling alsnog te geven, wat onlangs is gebeurd.
Landelijk Schoon heeft hier inmiddels op gereageerd en acht de aanvullende motivering volstrekt onvoldoende.
Wij zijn uiteraard niet tegen een verbetering van de route op het traject bij Winkel maar dan wel de
verkeersweg óp de Westfriesedijk en het fietspad onderlangs. Zo vangen we twee vliegen in
één klap: een veilige route voor auto’s en fietsers én een minimale aantasting
van de Westfriese Omringdijk als provinciaal monument. Kortom: ‘Behoud door Ontwikkeling’.
Dit najaar doet de bestuursrechter uitspraak, tot die tijd wachten we in spanning af.
Wind op Land
De provincie Noord-Holland heeft onlangs de conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau vastgesteld.
Landelijk Schoon heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. De notitie
bepaalt de omvang en inhoud van de milieueffectrapportage (MER) die voor de herstructurering Windenergie
op Land moet worden opgesteld. Het gaat daarbij om het meten van effecten van de plaatsing van windturbines
op onder meer landschap, cultuurhistorie en archeologie. In de notitie wordt hiervoor het beoordelingskader
aangegeven.
Wij hebben, vanuit onze invalshoek landschap en cultuurhistorie, aandacht gevraagd voor de Westfriese
Omringdijk als provinciaal monument. Windturbines en windparken in de nabijheid van de dijk doen afbreuk
aan de belevingswaarde ervan. Vrije afstand, ruim zicht en doorzicht van en naar de dijk zijn in dit
opzicht essentieel.
Landelijk Schoon is van mening dat binnen de kwaliteitszone (200 m aan weerszijden van de dijk) geen
windturbines geplaatst mogen worden. Maar ook binnen de daarop aansluitende panoramazone is uiterste
terughoudendheid noodzakelijk en mede afhankelijk van de landschappelijke inrichting en aanwezige
landschapselementen.
Voorts is Landelijk Schoon uiterst verheugd over de totstandkoming van een landschappelijk kader voor
windenergie op land. Wij zien uit naar de criteria en afwegingen die leiden tot een beredeneerde keuze
van gebieden waar te plaatsen windturbines het best inpasbaar zijn.
We hebben goede nota genomen van de toezegging van de provincie dat dit landschappelijk kader betrokken
wordt bij de MER, met name bij het schiften van de zoekgebieden. Landelijk Schoon heeft tevens aangegeven
graag bereid te zijn dit landschappelijk kader van commentaar te voorzien.
Daarnaast zullen wij, in de fase van selectie van kansrijke gebieden in Noord-Holland, gebruik maken
van de mogelijkheid inhoudelijk te reageren op de voorgestelde gebiedskeuzen.
Pieter van den Berge, secretaris
Het onderwerp van onze zomerbijeenkomst was zijde. Dit naar aanleiding van de tentoonstelling in de
Amsterdamse Hermitage over de zijderoute, met kledingstukken en beschilderde weefsels.
Ook in Noord-Holland waren er zijden weefsels, zo bleek op deze ochtend. Als eerste voorbeeld kwam een
uit elkaar gevallen mapje met strengen chinese borduurzijde uit de achttiende eeuw op tafel. De zijde
kleefde aan elkaar van ouderdom, de kleuren waren net zo fel als toen: lichtgroen, turkoois, ultramarijn,
lapis lazuli, vermiljoen. Er werden zijden en halfzijden doeken getoond, vesten en knoopdoeken, sommige
half vergaan, vooral op de vouwen, en enkele moderne zijden sjaals.
Zijde komt van oorsprong uit China. Het is een duur product. De larven van de zijdevlinder voeden zich
met bladeren van de Moerbeiboom. De kleverige draden waarin de zijderups zich inspint teneinde een
vlinder te worden, windt men af. Dit gebeurt nadat de rups met cocon en al in heet water is gegooid,
of, in de fabriek met hete stoom bewerkt. Vier kilo droge cocondraden levert één kilo
zijde. De draden zijn dubbel en 3000 meter lang, waarvan ongeveer 600 meter bruikbaar is voor goede
stof. De rest wordt gebruikt voor mindere kwaliteit, zoals doupion-, boucré- en floretzijde.
Voor de 5e eeuw werd zijde uit China geïmporteerd. Het was zo duur dat men het als betaalmiddel
gebruikte langs de zijderoute die van China naar Byzantium liep: lappen werden in stukjes geknipt.
Anekdotes vertellen dat een prinses de eitjes van de vlinder in haar kapsel, en een monnik in zijn
wandelstok naar het westen smokkelde.
Zijdeproductie kwam op gang in Byzantijns gebied, in Frankrijk (Lyon) en in Italië (Lucca,
Venetië). Motieven uit China en de westwaarts liggende landen hebben elkaar beïnvloed. Zo
zijn draken Chinees, en vogels in een cirkel met een parelrand Syrisch van oorsprong, maar komen in
verschillende gebieden voor. (kijk op de website www.westfriesgenootschap.nl en klik op de knop
Textieloverleg voor een volledig verslag van deze bijeenkomst)
Selectie uit de overige punten die tijdens deze bijeenkomst ter sprake kwamen: Het museum in Edam
wordt gerestaureerd. Omdat er een lakenkoopman heeft gewoond komt er een stoffenwinkel, waarvoor
oude stoffen gevraagd worden voor een vitrine en kleding die aansluit bij een oranje damasten hemdrok
en een blauw damasten rok (1780-1815).
De afvaardiging van Wieringen, het Jan Lontmuseum, is versterkt met Hanna Braad en ook Bergen, het
Sterkenhuis, krijgt er een deelnemer bij.
Lies Smit liet haar nieuwe Westfriese replicajapon zien die ze prachtig geborduurd had.
Leontine Kuijvenhoven-Groeneweg, secretaris
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.