Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2004 » Nummer 1 » Pagina 4-5
In 'Hooibroei' wordt de mening gevraagd van West-Friezen over een bepaald onderwerp.
Dit jaar bestaat het Westfries Genootschap tachtig jaar.
De laatste jaren zijn er veel plaatselijke historische verenigingen opgericht, die (deels) dezelfde
doelen nastreven als het genootschap. Heeft het Westfries Genootschap nog bestaansrecht? En zo ja,
wat is dan de taak van een dergelijke overkoepelende historische vereniging?
P. J. de Vries (Schellinkhout), voorzitter vereniging Oud Enkhuizen; organisatie actief sinds
1915, officieel opgericht in 1944: „Het Westfries Genootschap heeft zeker bestaansrecht. Het
heeft regionaal overzicht en staat op een hoger niveau dan de plaatselijke verenigingen. Ik zou graag
zien dat het genootschap samen met een lokale club een vuist maakt tegen ongewenste ontwikkelingen die
zich voordoen in een dorp of streek. De Commissie voor Landelijk Schoon zou harder moeten reageren en
de lokale acties moeten ondersteunen. Het genootschap heeft meer deskundigheid in huis en heeft ook
een netwerk bij de provincie. Neem nou zo'n actie voor het behoud van de populieren op de dijken in de
Beemster. Landelijk Schoon zou zich hiervoor moeten inspannen, samen met de kleinere belangengroepen.
De West-Friese folklore en cultuur worden goed behoed door het genootschap, het 'heemschut-element'
zou mijns inziens sterker moeten worden uitgedragen.”
E. Dirkmaat (Broek op Langedijk), lid van het genootschap sinds januari 2004: „Als je
naar het aantal leden kijkt zou je denken dat het genootschap bestaansrecht heeft.
Door al die commissies en stichtingen is het veel professioneler dan welke plaatselijke vereniging
dan ook.
De contacten met de lokale verenigingen moeten wel gestimuleerd worden, kruisbestuiving is noodzakelijk.
Persoonlijk zou ik willen dat het genootschap meer doet voor de waarde van het landschap. Ik hou mijn
hart vast voor alle uitbreidingen hier in het HAL-gebied, die ten koste gaan van de mooie weilanden.
En ik ben ook tegen zo'n snelweg tussen Alkmaar en Hoorn. Weg met de grootspraak van 'de Noordkop
moet ontwikkeld worden'! Laten we het alstublieft rustig houden! Er moet gezocht worden naar evenwicht
tussen landschap en bebouwing. Daar kan het genootschap zeker een rol bij spelen.”
L. Klaver (Sijbekarspel), voorzitter van de historische vereniging 'Lijnen door de tijd'
(Benningbroek/Sijbekarspel), opgericht in 2003: „Ik geloof dat het genootschap nut heeft in
deze tijd. Het oude moet zoveel mogelijk intact gehouden worden, er gaat al zo veel verloren. Neem
nou de stolpen. Advies geven is belangrijk voor het behoud.”
S. Honig (Doesburg), veertig jaar lid van het genootschap: „Als je je 80-jarig bestaan
viert, heb je zeker bestaansrecht. De kleinere verenigingen moeten nog maar bewijzen dat ze ook zo'n
lang leven zullen hebben. Een belangrijk punt bij het Westfries Genootschap vind ik de gezelligheid
tijdens de bijeenkomsten.
Men spreekt elkaar, men eet met elkaar, dat is iets wat blijft.
Tijdens de excursies wordt de gelegenheid geboden om kennis te nemen van allerlei zaken in West-Friesland.
Het is verrekte jammer dat je maar é;é;n lijf hebt, je kunt maar met é;é;n
excursie mee. Omdat ik niet in het gebied woon vind ik vaak alle excursies de moeite waard. Voor mij
is het genootschap: de bundel, de Westfriezendag en de middag in Berkhout. De bindende functie van
onze vereniging vind ik heel waardevol.”
C. Misset (Haarlem), waarnemend consulent stichting Museaal en Historisch Perspectief Noord-Holland:
„Er zijn in Noord-Holland nu 109 historische verenigingen, de jongste is West-Knollendam. Hoe
sneller er geasfalteerd wordt en hoe meer dorpen er samengevoegd worden, des te meer plaatselijke
groeperingen ontstaan er. Zij leggen de lokale geschiedenis vast. Maar vaak wordt er bij hun jaarboeken
geen index gehanteerd, de kennis is daardoor niet toegankelijk en raakt snel weer verloren. Het Westfries
Genootschap, dat volgens mij absoluut bestaansrecht heeft, kan hierin een bindende functie vervullen.
Op regionaal niveau de boel bij elkaar houden dus. Bijvoorbeeld door onderzoek te coördineren en
kennis te bundelen. Ook op cultuurhistorisch vlak kan dat. Geen toeristische route per dorp, maar
samenwerken en in een groter verband plaatsen.”
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.