Westfries Genootschap » Publicaties » Vierkant » 2003 » Nummer 3 » Pagina 4-5
In 'Hooibroei' wordt de mening gevraagd van West-Friezen over een bepaald onderwerp.
Dit jaar, is het Jaar van de Boerderij. Heeft zo'n jaar nut? En wat levert het op voor bewoners van
stolpboerderijen?
Mart Groentjes, secretaris van de Boerderijenstichting Noord-Holland 'Vrienden van de stolp':
„Zo'n jaar heeft zeker nut. Mensen zijn ingesteld op dit soort jaarthema's, men wil graag meedoen
aan iets gemeenschappelijks. Het idee kwam van Ellen van Olst, de vroegere directeur van de Stichting
Historisch Boerderijonderzoek. Provinciale, regionale en plaatselijke clubs gingen aan de slag. Tal
van activiteiten zijn er georganiseerd. De belangstelling voor stolpen is, ook door de aandacht van
de media, behoorlijk gegroeid. Ook bij provinciale en gemeentelijke overheden. Niet dat er meteen een
ander beleid in gang gebracht is, maar bestuurders worden aan het denken gezet, bijvoorbeeld door het
rijden van fietsroutes langs stolpen en het praten met boerderijbewoners.”
Joop van Diepen, makelaar-taxateur en bestuurslid van het Westfries Genootschap: „Sinds
de jaren vijftig is het boerderijenbestand in Nederland gehalveerd. Een alarmerende situatie. Hoe komt
dat? Overheden hadden niet veel op met boerderijen die in de weg stonden, er werd en wordt nog
gemakkelijk gesloopt. Eigenaren moeten beseffen dat een stolp veel onderhoud vergt. En dat onderhoud
kost veel tijd en veel geld. Ik zeg altijd bij verkoop van een boerderij: het moet je trots en je
alles wezen! Je moet niet zeggen: ik woon in een huis, nee, je zegt: ik woon in een stolp! Ik denk
dat bewoners zich door zo'n jaar nog meer bewust worden van het feit dat ze in iets heel speciaals
wonen. Meer verkocht? Nee, dit jaar valt samen met een dip in het duurdere segment van de huizenmarkt.
En voor stolpen wordt veel, soms té veel geld gevraagd, terwijl het opknappen ervan vaak ook
nog enkele tonnen kost.”
Gerard Hofman, kocht vorige maand een stolp in Venhuizen: „Wanneer ik bij mezelf naga,
denk ik wel dat zo'n jaar nut heeft. Ik las regelmatig over stolpen in de krant en ik ging me erin
verdiepen.
Wij hebben vijf kinderen en we zochten al jaren naar een ruimer huis. De boerderij die we gekocht
hebben, is gerenoveerd in 1996, maar hij ademt toch een nostalgische sfeer, er zitten bijvoorbeeld
authentieke elementen in. Ook de rustige, landelijke ligging aan het water sprak ons aan. De kinderen
vinden het een spannend huis met veel kamertjes en een grote schuur.
Zo'n jaar levert boerderijbewoners in ieder geval aandacht op. Huis en mensen komen in de schijnwerpers
te staan. Het zijn woningen met een historie en ook daardoor waardevolle gebouwen.”
Theo Vlaar, hoofd sector grondgebiedszaken Noorder Koggenland (de West-Friese gemeente met de
meeste stolpen – 349 – binnen haar grenzen): „Dit jaar geeft ons een stimulans om
extra beleid te maken voor de stolpen. Noorder Koggenland had al een ruimtelijk beleid hiervoor, waarin
onder meer goedgekeurd werd dat een boerderij door meerdere gezinnen bewoond mag worden. Nieuw is het
beleidsvoornemen dat de gemeente een financiële bijdrage gaat geven wanneer een authentieke stolp
dreigt te verdwijnen. Onze intentie is het behoud van de stolpen. Het is alleszins waard dat de stolp
in het licht wordt gezet tijdens dit jaar.
De boerderij bewoners worden zich bewust van het feit dat ze verwende mensen zijn. Het moet een heerlijk
gevoel zijn om in een stolp te wonen!”
Jaapthijs Groot (35), veehouder in Zandwerven in een stolp waar het vee (nog) op de ouderwetse
manier op stal staat: „Als bewoner levert zo'n jaar mij niks op. Ik word er tenminste niet rijker
van, al zou ik dat wel graag willen. De aandacht voor de stolp is natuurlijk goed. Er was een tijd dat
men al gauw dacht: gooi maar plat! Het werd gezien als een incourant hok. Nu is er een omkeer, de stolp
wordt voor andere doeleinden gebruikt en er worden ook nieuwe stolpen gebouwd. Een heerlijk gevoel om
hier te wonen? Nou, dat is tweeledig. Je woont mooi vrij op de ruimte, maar op een winterdag kan het
hier goed koud wezen en er is een hoop onderhoud aan.”
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.