Westfries Genootschap » Publicaties » Weblog Uit en Thuis » 2020 » 28 april
Nu vrijwel alle activiteiten en vergaderingen afgelast zijn als gevolg van de coronacrisis, is het een mooi tijdverdrijf om je te verdiepen in de rijke historie van Westfriesland en het Westfries Genootschap. Zo stuitte ik op de Alkmaarsche Courant van 29 augustus 1974. De krant wijdde in het kader van een speciale uitgave van de Verenigde Noordhollandse Dagbladen een heel katern aan ‘50 Jaar Historisch Genootschap Oud West-Friesland’.
Niet alleen onze vereniging kreeg veel aandacht, maar ook Westfriesland als gebied.
Over Westfriesland werd geschreven dat het gezicht van Westfriesland met de dag veranderde. Steekplannen
waren in ontwikkeling en de gemeentelijke herindeling hield de gemoederen bezig. Ruilverkavelingen zoals
die in het Geestmerambacht, eens het ‘Rijk der Duizend Eilanden’, werden ter hand genomen. De
vaarpolders werden rijpolders.
Buitenpoorters ontdekten in het kader van de overloop ons gebied als ‘een ideaal woonoord’. Dat
had grote gevolgen. In vrijwel alle gemeenten werden als gevolg van een ‘wooninvasie’ de oude
stads- of dorpskernen geflankeerd door nieuwbouw.
Ingrijpende veranderingen, niet alleen voor hen die hier al lang woonden, maar ook voor de nieuwkomers. In
een interview vertelde de 33-jarige Jacques Scheijde over zijn verhuizing van Amsterdam naar een premiekoopwoning
in Midwoud. In Amsterdam voelde hij zich verloren in het grote geheel. In zijn nieuwe woonplaats voelde hij
zich in de kleine gemeenschap veel minder anoniem. Maar om er echt in te komen moesten hij en zijn vrouw
zich wel in het rijke plaatselijke verenigingsleven begeven. Anders zouden zij buitenstaanders blijven.
Volgens hem waren er nog al wat Amsterdammers die op het Westfriese platteland vereenzaamden. Vooral vrouwen
met kinderen. Zij deden pogingen om een baan te vinden maar dat was hier erg moeilijk. Wie toch wilde werken
moest zijn heil in Amsterdam zoeken.
Voor een forens was een plaats als Midwoud niet ideaal. Mensen die net als Scheijde geen auto hadden, waren
aangewezen op het beperkt aanwezige openbaar vervoer. De bus naar Hoorn ging maar een keer in de twee uur.
Hij prees de rust in het dorp. Zijn eindconclusie was dat er hier te leven viel.
De krant besteedde verder aandacht aan het jubileumboek ‘In de Ban van de Dijk’ van Johan
Schilstra, het Westfriese dialect, de Westfriese dansgroepen, de streekromans, de naïeve schilderkunst,
de toen 79-jarige cabaretier-toneelspeler Daan Pool, erelid van het genootschap, de Nuwendoorn bij Eenigenburg
en de Westfriese Munt.
Veel aandacht was er ook voor de geschiedenis en de betekenis van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland.
De toenmalige voorzitter Dirk Breebaart kondigde na 28 jaar bestuurslidmaatschap zijn aftreden aan. De
jeugdafdeling onder leiding van Joop van Diepen liet van zich horen. Het genootschap mocht volgens deze
jongeren niet verworden tot ‘Een verzameling van oude sokken met een nostalgie naar het geromantiseerde
verleden’.
Zij vonden voorzitter Dirk Breebaart, secretaris Rick Avis en bestuurslid pater Piet van Kampen aan hun
zijde. Zij wezen op de grote veranderingen die het gebied doormaakte. Zij gaven aan dat Westfriesland in
de loop der eeuwen altijd aan verandering onderhevig is geweest, maar dat het op dat moment veel sneller
en radicaler ging dan ooit. Citaat: “Reden temeer om voorzichtig met wat nog resteert aan landschap
en dorpsschoon om te gaan. De geschetste ontwikkelingen spelen ook elders en zijn niet tegen te houden.
Maar materiële welvaart en het algemeen welzijn zullen telkens tegen elkaar afgewogen moeten worden. Dat
heeft ook gevolgen voor de werkzaamheden van het genootschap in de nabije en verdere toekomst.”
Men schreef dat het genootschap de tijd mee had. De cultivering van het oude was in 1974 bezig een modern
verschijnsel te worden. Het ging daarbij niet om nostalgie naar grootmoeders tijd, maar om het behoud van
bedreigde wezenlijke waarden uit het verleden. Het ging om het instandhouden van wat men noemde de levensstijl
van Westfriesland.
Anno 2020 is er nog steeds veel belangstelling en waardering voor de inzet van het Westfries Genootschap
voor het behoud van de cultuurhistorie van Westfriesland. Desondanks ontkomt onze vereniging helaas net
als veel andere verenigingen niet aan een geleidelijke daling van het aantal leden.
Jan Smit
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.