Westfries Genootschap » Publicaties » Weblog Uit en Thuis » 2020 » 1 april
We leven in een onzekere en spannende tijd. We voelen de dreiging van het coronavirus en wereldwijd worden allerlei maatregelen genomen om de verspreiding ervan zo veel mogelijk tegen te gaan. We zijn beperkt in onze bewegingsvrijheid en allerlei bijeenkomsten moeten afgelast of uitgesteld worden. Dat geldt ook voor activiteiten waar het Westfries Genootschap bij betrokken is. Een van de activiteiten die in de knel komt is de reeks tentoonstellingen in het kader van 75 jaar Vrijheid in Westfriesland, een samenwerkingsproject van het Westfries Genootschap, het Westfries Archief, historische verenigingen en stichtingen in oostelijk Westfriesland en andere organisaties. We moeten op dit moment afwachten welke mogelijkheden er wellicht toch nog ontstaan om het al het materiaal te laten zien.
In de landelijke en regionale media is er ondanks de coronacrisis nog volop aandacht voor de herdenking
van de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende bevrijding. Heel waardevol zijn de vele persoonlijke verhalen
die nu verteld en beschreven worden. Het blijkt (opnieuw) hoe voorzichtig je moet zijn met oordelen over
gedragingen van mensen. Grote terughoudendheid is op zijn plaats.
Voor een artikel in het jaarboek 2019 van Stichting Historisch Opperdoes mocht ik gebruik maken van een
oorlogsdagboekje dat is bijgehouden door Joost Bakker, een tuinder uit Opperdoes.
In eenvoudige en summiere bewoordingen beschreef hij hoe gewone burgers in een tuindersdorp de gevolgen van
de oorlog aan den lijve ondervonden.
Het is niet spectaculair, maar toch maakte het dagboekje op mij een grote indruk.
Joost Bakker was als dienstplichtig soldaat ingedeeld bij de veldartillerie. Deze legerafdeling werkte met
geschut, dat met paarden op de plaats van bestemming werd gebracht. In de mobilisatie en in de meidagen van
1940 was Joost gelegerd bij de radiozender van Jaarsveld. In 1943 ging Jaarsveld op in de gemeente Lopik
(provincie Utrecht). Na de capitulatie op 15 mei 1940 kwam Joost al weer vrij snel naar huis.
Als tuinder was hij vrijgesteld van de zogenaamde Arbeitseinsatz die op 29 april 1943 afgekondigd werd en
inhield dat alle Nederlandse oud-militairen die gevochten hadden in 1940, zich moesten melden om te gaan
werken in Duitsland.
Het gezin Bakker heeft in de oorlog geen onderduikers gehad. Wel hebben Joost en zijn vrouw Jane veel
mensen die om eten kwamen, geholpen. De honger was heel erg. Jane Bakker had op een dag een restje grauwe
erwten buiten gezet voor de kat. Mensen die aan de deur kwamen vroegen aan haar of ze dat mochten hebben
om er hun maag mee te vullen.
Regelmatig bleven er mensen mee-eten en/of een nacht slapen. De Bakkers hadden ook een radio waardoor ze
op de hoogte bleven van het nieuws. Ook lazen ze de krant. De officiële kranten werden gecontroleerd
door de Duitse bezetters. Vermoedelijk kregen ze ook illegale krantjes, maar dat blijkt niet uit het dagboek.
Op 13 mei 1943 kregen alle Nederlanders het bevel om hun radio in te leveren. Joost Bakker deed dat niet.
Hij verstopte de radio onder een luik tussen de vloer van de zolder en het plafond van de kamer. Om het
luik heen stonden stapels aardappelbakken en over de bakken lag een kleed. Daardoor was het luik niet
zichtbaar. Het was de kinderen ten strengste verboden om hier ook maar een woord over te zeggen tegen
anderen.
Hierna volgen een paar aantekeningen uit het dagboek.
2 op 3 januari 1944. Tussen half twee en half drie ontstellend veel vliegtuigen naar Berlijn. Tussen vijf
en zes uur 's morgens weer terug. Er kwamen zulke geweldige dreunen van bommen, dat in Twisk heel wat
ruiten ingedrukt werden. Het was net of hier de daken ingedrukt werden. Het was een angstige nacht.
20 januari. Tussen acht en tien uur ontstellend veel vliegtuigen naar Berlijn, 35 niet teruggekeerd. En hoe
duur de boel werd einde 1943, begin 1944. Een vierponds kaas ƒ 20,00, boter ƒ 20,00 a
ƒ 22,00 per pond, klompen mans ƒ 12,50 tot ƒ 17,50, kinderklompen ƒ 8,00
tot ƒ 12,00, koevet ƒ 25,00 a ƒ 30,00 per pond, thee ƒ 70,00 per
ons, koffie ƒ 200,00 per pond, 1 half ons shag ƒ 10,00 a ƒ 15,00, 1 pakje
sigaretten ƒ 8,00 a ƒ 10,00 en appelen ƒ 2,75 a ƒ 3,00 per kg.
16 april 1945. Het gerucht gaat dat de Wieringermeerpolder onder gaat.
17 april 1945. Het is geen gerucht meer, het is waarheid.
18 april 1945. Het is een paniekstemming. Honderden paard- en wagens gaan en komen in de polder. Om
half acht was het al best zichtbaar dat het water rees. Tussen acht en elf uur was het 50 centimeter per
uur. 's Avonds stonden de boerderijen, de diepste dan, tot de dakgoten. Overal een vreselijke drukte.
Het is een treurig gezicht. Waar koolzaad te bloeien staat, had het water een gele kleur. Maar dat kwam van
de gele bloempjes onder water.
19 april. Het water heeft zijn peil bereikt. Nog wordt er steeds huisraad en inboedel uit de schuren gehaald
met schuiten. Het is een grote ramp voor deze streek en veel boeren zijn erg gedupeerd. Er zijn nog heel
wat stuks koeien, paarden en kippen verdronken. Men zegt van mensen ook, maar dat weet ik niet vast.
5 mei 1945. De lang verwachte dag is gekomen. Duitsland capituleert aan alle fronten. De vrede is weer gekomen
na vijf jaar.
8 mei 1945. Weer heel wat vliegtuigen met levensmiddelen boven de steden. De burgemeester van Opperdoes
(Pierhagen) die acht maanden ondergedoken is geweest, is weer feestelijk ingehaald en alle NSB-ers weggehaald.
9 mei 1945. Burgemeester Meurs (NSB-er) en zijn clubgenoten in Medemblik opgehaald. De andere burgemeester
in ere hersteld. Een grote optocht voor Izaäk van der Velde, de Joodse slager van Medemblik. Hij heeft
zich twee jaar en zeven maanden schuil moeten houden met vrouw en kinderen. Tijdens de optocht werden de
Moffenmeiden (4 stuks) de koppen kaal geknipt. In Amsterdam werden ze ook kaal geschoren en toen met rode
menie geverfd en vervolgens op een handwagen gezet. Een stuk of wat werden vastgebonden. Toen in optocht
door de stad.
10 mei 1945. Vlag halfstok. Rouwdag voor vijf jaar geleden uitgebroken oorlog.
De Tweede Wereldoorlog bracht net als elke oorlog grote dilemma's en onnodige wreedheden met zich mee.
Geallieerde bommenwerpers raakten net als die van de Duitsers niet alleen militaire doelen, maar ook
burgerlijke. De onderwaterzetting van de Wieringermeer was een wanhoopsdaad van de Duitsers met grote
gevolgen voor agrariërs en burgers. Wraakacties na de bevrijding hebben onvoorstelbaar veel leed
veroorzaakt.
Angst en onzekerheid zijn van alle tijden. De vraag welke keuzen wij maken is dat ook. En deze is lang niet
altijd eenvoudig te beantwoorden. Vaak weet je achteraf pas wat het beste was.
Jan Smit
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.