Westfries Genootschap
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Westfries Genootschap » Publicaties » Weblog Uit en Thuis » 2019 » 11 september

Westfrieslandprijs 2019 voor Stichting Nederlands Stoommachine Museum

Op de Westfriezendag op zaterdag 7 september in de Zuiderkerk in Enkhuizen, mocht ik namens het Westfries Genootschap de Westfrieslandprijs uitreiken aan drie vertegenwoordigers van Stichting Nederlands Stoommachine Museum in Medemblik. Bij de prijs horen een oorkonde en een geldbedrag van € 1.000.

De Grote Kerk.
Van links naar rechts Harry de Bles, Johan Bommerson en Kees Kruyer van het Stoommachine Museum en in hun midden als tweede van rechts Jan Smit, voorzitter van het Westfries Genootschap. (Foto Frans Leek van Stichting Projector)

Het is in 2019 250 jaar geleden dat James Watt patentrecht kreeg op zijn stoommachine met condensor. Hij bouwde voort op het werk van Thomas Newcomen die in 1712 al een stoommachine ontwikkeld had, waarmee de mijnen droog gehouden konden worden.
James Watt wordt over het algemeen gezien als de uitvinder van de moderne stoommachine.
Een uitvinding die enorme gevolgen had. De mens kreeg een nieuwe krachtbron ter beschikking. De industriële revolutie die rond 1750 in Engeland was begonnen, kreeg er een enorme stimulans door. Na ongeveer 1850 brak de stoomtechniek ook in Nederland door. Niet alleen in de nijverheid en het vervoer, maar ook op het gebied van het waterbeheer. Tussen 1870 en 1885 groeide het aantal stoomgemalen in Nederland uit tot bijna 450.

Nederlands Stoommachine Museum aan de Oosterdijk.
Nederlands Stoommachine Museum aan de Oosterdijk. (Foto Jan Smit)

Ook in Westfriesland werden er stoomgemalen gebouwd, bijvoorbeeld het stoomgemaal in Aartswoud, dat in 1970 gesloopt is. Gelukkig zijn niet alle voormalige stoomgemalen uit ons land verdwenen. Zo kunnen we nog een kijkje nemen bij het Woudagemaal in Lemmer en bij het Cruquiusgemaal in de Haarlemmermeer. En dan is er nog het Stoomgemaal de Vier Noorder Koggen in Medemblik. Hier is vandaag de dag het Nederlands Stoommachine Museum gevestigd.
Water, zowel binnen als buiten de Omringdijk, heeft de afgelopen duizend jaar als vriend en als vijand een uitermate belangrijke rol gespeeld in het dagelijks leven van de bewoners van Westfriesland en is van groot belang geweest voor de verschijningsvorm van ons gebied met zijn vele dijken, polders, molens en gemalen.

Een van de stoomketels uit 1925. Als brandstof kunnen zowel hout als steenkolen dienen.
Een van de stoomketels uit 1925. Als brandstof kunnen zowel hout als steenkolen dienen. (Foto Jan Smit)

Voor de beheersing van het oppervlaktewater waren aanvankelijk dijken en natuurlijke afwatering een adequate oplossing, doch al spoedig was door de bodemdaling natuurlijke lozing niet meer mogelijk. Er werden molens ingezet om het overtollige water uit het gebied te lozen. Alleen al voor het gebied van het Ambacht de Vier Noorder Koggen, waren er 24 molens nodig waarvan er 15 gestaan hebben bij de Grote en de Kleine Vliet nabij Medemblik.

De schoorsteen uit 1925.
De schoorsteen uit 1925. (Foto Jan Smit)
Stoommachine uit 1919 afkomstig van Zuivelfabriek Erica in Zelhem.
Stoommachine uit 1919 afkomstig van Zuivelfabriek Erica in Zelhem. (Foto Jan Smit)

Na zorgvuldige afweging besloot het bestuur van het waterschap in 1865 met 25 tegen 2 stemmen de molens te vervangen door een gemaal aan de Oosterdijk in Medemblik. Dit gemaal werd in 1869 als hulpgemaal in bedrijf gesteld. Dit jaar dus 150 jaar geleden. Al spoedig bleek dat de capaciteit onvoldoende was om het werk van alle 15 molens over te nemen en ontstond er een jarenlange discussie over uitbreiding van het gemaal. Dit werd tot twee keer toe afgewezen. In 1897 volgde wel een aanzienlijke verbetering door het aanbrengen van vier centrifugaalpompen. In 1907 werd het gebouw uitgebreid en er kwam een centrifugaalpomp met een gasmotor. Daarmee werd uiteindelijk bereikt dat de molens overbodig werden. Ze werden in 1908 verkocht voor Hf. 500,- per stuk, waarna sloop volgde.

Gereedschappen.
Gereedschappen. (Foto Jan Smit)

In september 1925 werd de gasmotor vervangen. Niet door een elektromotor, zoals de provincie adviseerde, maar door een nieuwe stoommachine met twee stoomketels. Ook werd toen de hoge schoorsteen gebouwd die er nu nog staat. Elektromotoren kwamen pas in 1939.
In 1977 werd het gemaal aan de Oosterdijk buiten werking gesteld, nadat in het kader van de ruilverkaveling een nieuw elektrisch gemaal in Onderdijk gebouwd was.

Stoomwals van N.V. J. Ooms & Zn. uit Avenhorn.
Stoomwals van N.V. J. Ooms & Zn. uit Avenhorn. (Foto Jan Smit)

Tussen 1982 en 1984 werden de oude gebouwen gerestaureerd en in 1985 opende prinses Margriet het Nederlands Stoommachinemuseum.
Niet alleen het stoomgemaal zelf, maar ook de andere stoommachines maken het museum tot een boeiende plek. In en bij het museum treffen we bijvoorbeeld aan: een stoomwals, een stoombaggermolen en een stoommachine uit een zuivelfabriek.
Kortom, het Nederlandse Stoommachinemuseum geeft als regionaal museum een perfect inkijkje in een stuk geschiedenis van Westfriesland voor wat betreft de waterbeheersing en geeft een breed zicht op de geschiedenis van het stoomwezen en de industriële revolutie die daaruit voortgevloeid is.

Jan Smit

Stoombaggermolen Vooruit uit 1941 van baggerbedrijf Krikke uit Oudehaske.
Stoombaggermolen Vooruit uit 1941 van baggerbedrijf Krikke uit Oudehaske. (Foto Jan Smit)

 


Hé, is dat Westfries?

361. Hoe ver ben je heen met je was?
't Loupt op 't lessie ('t loopt naar 't einde, 't is gauw klaar).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.