Westfries Genootschap » Publicaties » Weblog Uit en Thuis » 2016 » 15 januari
In de eerste twee weken van 1916 was als gevolg van krachtige tot stormachtige (zuid)westenwinden de waterstand in de Noordzee en de toenmalige Zuiderzee ca. 30-70 cm hoger dan gewoonlijk. Op 11 januari stak er een noordwesterstorm op en een dag later op 12 januari kwam er een krachtige wind vanuit het westen en zuidwesten. Zodoende kon het hoogstaande water in de Zuiderzee niet terugstromen naar de Noordzee. Op sommige plaatsen aan de Noordzeekust en in het Zuiderzeegebied steeg het water op 13 januari wel tot 3 meter boven NAP (Normaal Amsterdams Peil). In de nacht van 13 op 14 januari stak er een zware noordwesterstorm op. Het gevolg was dat op veel plaatsen de dijken bedreigd werden en soms ook doorbraken. In Andijk wisten een aantal bewoners in de stormnacht van 13 op 14 januari met zandzakken en grote dekzeilen op het nippertje te voorkomen dat de dijk doorbrak.
De voormalige Buurtjeskerk. (Foto Jan Smit)
Op uitnodiging van de gemeente Medemblik en het Poldermuseum in Andijk woonde ik als voorzitter van
het Westfries Genootschap de herdenking op de avond van 13 januari 2016 bij.
We werden ontvangen in Restaurant Het Kerkje, de voormalige Buurtjeskerk. Na het eten van soep en brood
gingen we te voet naar het Poldermuseum dat bij de Westfriese Omringdijk ligt. Daar waren we getuige
van een theatrale voorstelling van de gebeurtenissen van honderd jaar geleden. Het geheel speelde zich
af op en onderaan de dijk. In tegenstelling tot honderd jaar terug was het gelukkig rustig weer en bovendien
was het droog. Het was een mooie voorstelling waarbij mij vooral trof de combinatie van het via een
geluidsinstallatie ten gehore gebrachte geluid van harde wind en dat van de noodklok. Wat mij betreft
verdienen Stichting De Buurt Op die het stuk uitvoerde, evenals de 180 scholieren en alle andere vrijwilligers
die meededen een groot compliment. De kracht van zo'n activiteit is dat velen uit het dorp en de nabije
omgeving erbij betrokken zijn, hetzij als deelnemer aan de uitvoering, hetzij bij de voorbereidingen
of als toeschouwer. De schoolkinderen zongen aan het slot een lied met de woorden: “Geef niet
op, al stijgt het water snel. Geef niet op, al lijkt de nacht zo lang.”
Stolp gelegen aan het Buurtje. (Foto Jan Smit)
Burgemeester Streng van de gemeente Medemblik onthulde samen met twee schoolkinderen een monument.
Het is een blok graniet van ongeveer 4.200 kilogram met daarop de tekst: ‘Als eerbetoon aan de
dappere Andijkers die in de nacht van 13-14 januari 1916 met vereende krachten deze dijk wisten te
behouden en West-Friesland hebben behoed voor een overstromingsramp.’
Als de dijk bij Andijk doorgebroken was dan zou volgens het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
de complete oostelijke helft van Westfriesland tot de Langereis en de oostelijke ringdijk van de
Heerhugowaard gevaar hebben gelopen om ondergestroomd te worden.
Het monument. (Foto Jan Smit)
Na de onthulling werd in het Poldermuseum de tentoonstelling ‘Stormnacht 1916’ geopend
door Rob Veenman, loco-dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Uit zijn toespraak en dat van een woordvoerder van de Provincie Noord-Holland bleek dat er een omslag
gekomen is in het beschermen van ons land tegen de gevolgen van een stijgende zeespiegel en een inklinkende
bodem. Vroeger werden er plannen gemaakt en uitgevoerd naar aanleiding van rampen zoals die van 1916
en de watersnoodramp van 1953. Nu probeert men aan de hand van modellen en berekeningen vooruit te kijken
en door bijvoorbeeld dijkverzwaring en kustversterking te voorkomen dat zich in de toekomst nog een
watersnoodramp voordoet.
Peter Ruitenberg presenteerde met een toespraak in het Westfries de heruitgave van zijn boek uit 1988:
‘De bange januarinacht’. In deze heruitgave zijn aan de oorspronkelijke inhoud vijftig
foto's toegevoegd die het mooie boekje nog waardevoller maken. Het eerste exemplaar werd overhandigd
aan Siem Kieft.
Jan Smit
Het Poldermuseum. (Foto Jan Smit)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.