Westfries Genootschap » Publicaties » Weblog Binnendijks » 2010 » 7 april
Hoewel de winter nog maar amperan voorbij is, kijken we de komende zomer in het museum Huis van Oud met plezier naar winterse praktijken. Gister was ik even bij het museumpje aan de Zomerdijk om foto's te maken. Twee vrijwilligsters sjouwden met stoven en kacheltjes, ze schikten wollen ondergoed en zochten naar een oude krant voor de witte bonen, die op tafel komen te liggen. Schaatsen en sleeën, voor een deel afkomstig uit de verzameling van Teun Sluis uit Venhuizen, en een koek-en-zopie completeren het geheel.
Winter in de zomer, beeld van de tentoonstelling in het museum Huis van Oud.
Zo zijn er honderden vrijwilligers bezig een nieuwe zomertentoonstelling in te richten, de bestaande
collectie te herschikken, hun museum schoon te maken, een aangepaste folder te schrijven en ga zo maar
door. Ik heb het al vaak gezegd en geschreven: de belangstelling voor geschiedenis leeft als nooit tevoren.
En daarnaast ook de interesse in wandelen en fietsen. Voor de zomerwandelingen van het NHD, waarvoor
lezers ideeën konden insturen, hebben Netty Zander en ik een voorstel gedaan voor een rondje rond
Zwaagdijk, Nibbixwoud en Wognum. De Kromme Leek staat hierin centraal, we lopen door het stroomgebied
van dit voormalige veenriviertje. De Kromme Leek is een uniek landschapselement, waard om te bewaren
en te koesteren. Vandaar de voorgestelde tocht, want des te meer mensen weten van de schoonheid van
de Leek des te beter het is.
Wat fietsen betreft: langzaam aan begin ik toe te leven naar de rit die leden van de Tourclub Wognum
in juni gaan maken naar Santiago de Compostella. Ook mijn man rijdt mee en ik ga mee als begeleidster
(in een auto met chauffeur, hoor!). Ik lees over de pelgrimsstad en de bijzonderheden van deze tocht.
Het is nog lang niet zover, maar nu de zon schijnt en het vandaag achter het huis al twintig graden
is, komen de gedachten aan Frankrijk en Spanje toch steeds dichterbij.
Vorige week (en nu nog trouwens) hard gewerkt aan het liedjesboek van Creatief Westfries. Donderdag
kwamen de nieuwe schrijvers weer om les. Het was een leerzame avond. We kregen het over een
West-Fries woord voor ‘luwte’. Kees Kreuk zei: ‘Dat noemden wij altijd opperig
of in 't oppertje zitten.’ En inderdaad: in het onvolprezen woordenboek van Jan Pannekeet
stonden deze woorden voor: luwte biedend en luw, tegen de wind beschut plekje. Kees had ook nog een
mooi gezegde. 't Oppert, zoi de blauwe roiger, en honderd meter verder stond een rietje.
Er wacht een drukke week. Wat het genootschap betreft, staan de komende zaken op de rol: vanavond
bestuursvergadering, vrijdag pakken we 't Vierkant in, twee keer een dagdeel naar een school om lessen
over 't dialect te geven, zaterdag commissiemiddag in Zandwerven en dinsdagmiddag een gesprekje met
een studente over de West-Friese cultuur.
Nee, ik zit de komende dagen zeker niet in 't oppertje.
Ina Broekhuizen-Slot
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.