Redactie en samenstelling: Ed Dekker, Herman Lambooij, Herman Lansdaal, Jaap Raat, Ruud Roodhorst en Peter Sasburg.
Tekst: Herman Lambooij.
Met dank aan het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier.

Pieter Steenhuys, een 87-jarige boer uit Schellinkhout, werd in 1597 door het bestuur van het waterschap Drechterland gehoord. De Zuiderdijk van Drechterland, het gedeelte van de Westfriese Omringdijk tussen Hoorn tot Enkhuizen, liep gevaar. Hoe ernstig, dat bleek uit Steenhuys' verklaring. Tijdens zijn leven was veertig hectare buitendijks land weggespoeld, waaronder het kerkhof van Wijdenes. Ter hoogte van De Nek was de dijk nog vrij nieuw. Steenhuys' moeder had de aanleg nog meegemaakt. Bij de aanleg van de nieuwe dijk, een zogenaamde inlaagdijk, was moeder Steenhuys land kwijt geraakt waar zij tot dan haar zes koeien liet grazen. Nu was daar niets meer van te zien: bij vloed stond de zee tot aan de inlaagdijk.

Een land zonder dijken

Dijken zijn al eeuwenlang onontbeerlijk in de strijd tegen het water. Dat is zo'n vertrouwd beeld, dat niemand zich een andere situatie kan indenken. Zonder dijken geen menselijk bestaan in West-Friesland. Landbouw, industrie, stedelijk leven, dit alles is onmogelijk zonder deze waterburchten. Omdat dit zo vanzelfsprekend is, klinkt het vreemd dat tot ongeveer het jaar 1000 West-Friesland hoog genoeg lag om het zonder dijken te kunnen stellen. Dat kwam door de typische bodemstructuur. West-Friesland was in de vroege prehistorie een lichtgolvend en hooggelegen land waar het veenmos welig groeide. Onder het veen bevond zich een dikke laag klei. De vele moerassen waren levensgevaarlijk en mensen woonden alleen daar waar het veen droog genoeg was. Dat was op die plaatsen waar riviertjes het overtollige water vervoerden richting zee. Die dikke laag veen heeft zo'n tweeduizend jaar lang de zee buiten de deur gehouden. Dijken waren dus niet nodig.
Na het jaar 800 veranderde de situatie ingrijpend.

Elk van de twintig dijkvakken van de Westfriese Omringdijk heeft zijn eigen naam.Elk van de twintig dijkvakken van de Westfriese Omringdijk heeft zijn eigen naam. Bij Scharwoude wordt hij de Drechterlandse Westerdijk genoemd. Toen J. Oudewater de dijk in 1780 tekende, was deze veel lager dan wij hem meestal voorstellen. (RPK)