Archivering » WFON » 1994 » Pagina 119-120
Kroniek van een knokploeg in oostelijk West-Friesland (3/12)
De overval geschiedde door 4 gemaskerde, nog jeugdige personen; twee van hen waren met een
vuistvuurwapen bewapend Een arrestant is door hen uit de cel bevrijd....."
Als signalement van de gevangene wordt nog vermeld, "... ong. 1,80 m, blonde wilde haardos,
onverschillig uiterlijk, eenigszins waggelende gang. ......... Zijn rijwiel, hetwelk beneden in het raadhuis
stond, is eveneens vedwenen." En dan volgt ook nog het signalement van het rijwiel.
De bevrijde arrestant, de 25-jarige Barend Mes, was een belangrijke,
ondergrondse figuur. Als voormalig sergeant van het Nederlandse leger
had hij de aanwezigheid van de Duitsers vanaf het begin van de oorlog al
niet kunnen verkroppen. Dat had onder andere geleid tot een gewapend
treffen met een WA-man. Nu was hij opgesloten op last van de SD, de
Duitse Sicherheitsdienst, verdacht van vervalsingen van persoons
bewijzen.
Het gaat in het procesverbaal om vier bevrijders. Die waren het raadhuis
binnengedrongen. Anderen stonden op de uitkijk. Het pistool van Tom
Kranenburg, een Duitse Sauer, en een alarmpistool vormden de bewapening.
Naast Dirk Wierenga was ook dokter Wytema uit Westwoud aanwezig; hij
moest de bevrijde Mes vervoeren.
Verraders in een kast
In Enkhuizen waren in de loop van 1943 de activiteiten van de LO-groep
toegenomen. De directeur van het Arbeidsbureau, Van Dijk, was voor de
organisatie een belangrijk man. Hij beschikte over de documenten en
stempels die nodig waren om mensen buiten de Arbeitseinsatz te houden.
De betekenis van het bureau was voor de Duitsers ook wel duidelijk en
daarom hadden ze als bewakers enige handlangers aangesteld. Een van hen
was een notoire NSB-er, Hendrik Godefrooi. Hij was de voorman van de
partij in Enkhuizen en alom gehaat. Anders lag het met de twee
politiemannen Teunisse en Rook. Zij hadden de op Duitse leest geschoeide
opleiding in Schalkhaar gevolgd maar waren redelijk in Enkhuizen geïntegreerd
en werden, helaas, min of meer vertrouwd. Later zou blijken dat
Rook in rechtstreeks contact met de SD stond.
Van Dijk besefte niet dat alleen zijn functie al een reden was om hem
extra te laten observeren door zijn personeel. Godefrooi kon dan ook
zonder problemen een kast gebruiken die grensde aan de kamer van de
direkteur. Daarin waren alle gesprekken in die kamer te volgen.
In september 1943 was het dat Sietses een bezoek bracht aan Van Dijk. Er
moet veel besproken zijn want op dinsdag 12 oktober bereikte Sietses,
Van Dijk, Hommes, Lenters, Norel en Stomp een uitnodiging om eens even
bij burgemeester Broere langs te komen. Zij wisten niet dat deze met
tegenzin, maar onder druk van Godefrooi, de SD in Amsterdam had
ingeschakeld.
De argeloosheid won het van de achterdocht want Sietses, Van Dijk,
Hommes en Lenters kwamen opdagen. Door hun functie was voor hen een
gesprek met Broere routine. De anderen wisten door toeval de dans te
ontspringen. Norel was op reis en
is daarna onmiddellijk ondergedoken en Lenters kon, in het stadhuis,
door een medewerkster van de gemeente, Zwaantje van Goor, worden
gewaarschuwd. Hij verdween snel door de achterdeur. Stomp was die dag
naar de "Beurs" in Zaandam. 's Avonds werd hij in Hoogkarspel
uit de trein gehaald door een van de KP-ers. Zijn tas met papieren gaf
hij mee voor de Enkhuizers en zelf dook hij onder. Deze tas zou later
een ramp veroorzaken.
De rest van de opgeroepenen vond in de burgemeesterskamer de beruchte
SD-er Emil Rühl tegenover zich, een directe ondergeschikte van Willy
Lages.
De Beurs
Voor een goed werkende landelijke organisatie was directe en bij
voorkeur mondelinge communicatie een eerste voorwaarde. Daarvoor had
dominee Slomp al van het begin af zogenaamde beurzen georganiseerd. Naar
analogie van handelsbeurzen waren dit plaatsen voor vraag en aanbod.
Mgevaardigden van LO-districten kwamen met beschikbare krachten en
gezochte beroepen. Hier was een ondergedoken timmerman in de aanbieding,
daar was een landarbeider nodig.Vanaf de tweede helft van 1943 had
Noord-Holland periodiek op verschillende plaatsen zo'n beurs. De
gegevens die werden uitgewisseld stonden toch nog vaak op papier.
Daarbij werd weliswaar met schuilnamen gewerkt maar desondanks was de
inhoud voor velen levensgevaarlijk.
Het eerste transport
Sietses, Van Dijk en Hommes waren gearresteerd en naar Amsterdam
vervoerd. Achteraf is het wonderlijk dat men zonder enig verzet door een
paar Duitsers in een luxe wagen kon worden meegenomen. Ook is het
onbegrijpelijk dat de staat van paraatheid in Enkhuizen niet tot het
uiterste werd opgevoerd. Er was maar weinig fantasie voor nodig om te
weten dat de SD na een arrestatie in staat was snel gegevens los te
krijgen. Een paar voormannen doken onder maar Wierenga van de knokploeg
liet zich zelfs de volgende dag niet zo snel bang maken. Het zou zo'n vaart niet lopen.
De tas met LO-papieren was op het onderduikadres bij de zuster van
Kranenburg terechtgekomen. 's Avonds werd hij niet opgeborgen in de
speciaal daarvoor gemaakte bergplaats.
Het tweede transport
De jongens hadden misgerekend. Op donderdag 14 oktober werd dominee
Arend Jan Boss om 6 uur van zijn bed gelicht. Hij was - helaas voor de
man - de verkeerde dominee: de candidaat Bos was wel gevlucht. Even
later verscheen de arrestatieploeg bij het kosthuis van Wierenga,
Kruizenga, Werkman en Molenhuis. Alle vier werden gearresteerd. Ook de tas werd gevonden!
Kort daarna zijn in Hoorn en Zaandam veel verzetsmensen opgepakt.
Ted Laagland en Piet de Vries wisten de dans te ontspringen. De laatste
kon in een trouwkoets Enkhuizen ontvluchten.
Een wonderlijk goed afgelopen onderneming was daarna de operatie die
Laagland op touw zette om zijn vrienden te bevrijden of tenminste bij te
staan. Achterop de
motorfiets van een LO-relatie, Bram Sluis, volgde hij de voor deze
gelegenheid gevorderde vrachtwagen waarin de arrestanten geboeid werden afgevoerd.
(Opmerking van de webredactie: In de originele uitgave is de naam "Kruizenga" foutief vermeld als "Kruizinga".)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.