Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » WFON » 1949 » Pagina 130-131

Gebrandschilderde ramen in de N.H. kerk te Twisk

Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 19e bundel, pagina 130-131.
Uitgave: Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland', 1949.
Auteur: J. Boon.

In het Gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (1858-1933), uitgegeven bij P. N. van Kampen & Zoon N.V. 1933 komt op blz. 213 en 214 een kleine beschrijving voor van gebrandschilderde ruiten afkomstig uit de kerk te Twisk, luidende als volgt:
In het verslag over het jaar 1868 vermeldden conservatoren, dat door Dr Snellebrand zes beschilderde glasvensters uit de kerk te Twisk zijn geschonken. De catalogus van het Genootschap van 1876 spreekt van eenige geschilderde glasruiten afkomstig van de kerk te Twisk. Of er toen dus de acht vensters reeds waren, die bij de opening van het Rijksmuseum daarheen verhuisden, valt niet te zeggen. Ds Snellebrand was predikant te Twisk tot zijn dood in 1886. Wellicht heeft hij deze ramen gevonden in een bergplaats in de kerk en ze door schenking aan het Genootschap voor ondergang willen bewaren of misschien is omstreeks dien tijd de kerk gemoderniseerd en heeft hij de ruiten gezonden naar mate de ramen vernieuwd werden. In ieder geval mogen wij Ds Snellebrand thans nog dankbaar zijn, dat deze overblijfselen uit de 17de eeuw, die klaarblijkelijk duiden op een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de kerk te Twisk, bewaard zijn gebleven. Welke die gebeurtenis in 1696, het jaartal dat op elk der ruiten voorkomt, geweest is, was ter plaatse niet meer na te gaan, daar de kerkelijke archieven te Twisk niet verder teruggaan dan tot 1821; evenmin weten wij dan ook in hoeverre Leiden hierbij betrokken was en waarom op een van de ruiten het wapen van Leiden voorkomt.
De ruiten vormen twee series, die in stijl en versiering geheel verschillen. Die der eerste serie, waarvan bijgaande afbeelding een voorbeeld is, vertoonen een bijbelsche voorstelling omgeven door een kwabornament in den geest van Lutma en zijn tijdgenooten, maar grilliger en reeds gemengd met de bladvormen zooals de lambrequins op de andere serie ruiten die vertoonen.
De afgebeelde ruit geeft als voorstelling de intocht van Jezus in Jeruzalem met het onderschrift Jan Pouwelsz Koster Anno 1696.
Twee andere ruiten, die volkomen gelijk zijn, beelden het Penningske der weduwe af; de een met het onderschrift Jacob Jansz. Wiers Diaken Anno 1696; de andere met Cornelis Jansz. Oostwout Anno 1696. De afbeelding zou doen vermoeden dat deze Oostwout ook diaken geweest is. Het komt mij voor dat het ruitje, waarop dit vermeld zou moeten zijn en dat thans geen tekst bevat, later vernieuwd is. Van de vierde ruit van deze serie, die thans niet ten toon gesteld wordt, ben ik uit de gegevens in het archief van het Rijksmuseum slechts het onderschrift: "Cornelis Dirksz. Kerkmeester 1696" te weten gekomen. De voorstelling is op het oogenblik niet na te gaan.
Opmerkelijk is nog op de hierbij afgebeelde ruit, dat alle mannen met mantels of pijen en kaftans zijn gekleed, terwijl slechts twee meisjes rechts op den voorgrond in zeventiende eeuwsche dracht zijn afgebeeld. Indien ook de man met zwarten baard, die achter hem staat, de eenige man, die wellicht geen pij of mantel draagt, een portret zou zijn, kon dit misschien den koster met zijn beide dochtertjes voorstellen, ofschoon de beide andere voorstellingen zoodanig gelijk zijn, dat daarop welhaast geen portretten kunnen voorkomen. Zelfs het wapenschild met huismerk, een soort drietand met de tanden naar onderen, is op deze laatste afbeeldingen gelijk.
De vier andere ruiten bevatten alleen een wapen met helm- en lambrequins en de onderschriften Joannes Wilhelmus Predikant Anno 1696; Cornelis Maarsz Evers Ouderlingh en Vroetschap; Aelbert Jan Diemen Ouderlingh 1696 en Leiden 1696.
Alleen het wapen van Evers heeft op de helm een helmteeken; het wapen van Twisk, doch op een zilveren in plaats van een blauw schild.
De lambrequins zijn overigens, behalve wat de kleuren betreft, volkomen gelijk. Ook de maten zijn van alle acht ruiten 63 cm hoog en 49 cm breed. Daar nu verder Joannes Wilhelmus te Twisk stond van 1694 tot 1700 en zich in de kerk te Twisk een steen bevindt met het opschrift: "Hier leyt begraven Alyt Cornelisz. is gerust den 21 September Anno 1662 en Jacob Jansz. Wiers is gerust den 5 April Anno 1731 en Oostwout een ter plaatse nog voorkomende familienaam is, zoo is het niet twijfelachtig, dat deze ruiten alle acht uit de kerk te Twisk komen en dus ook de ruit met het wapen van Leiden, ofschoon ik het verband tusschen Twisk, Leiden en het jaar 1696 niet heb kunnen ontdekken.
w.g. G. C. SIX

 


Hé, is dat Westfries?

267. Skaibutter, 'scheiboter' werd gemaakt als de koeien pas in de wei liepen, dus direct na 't 'scheiden' van de stal.

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.