Bibliotheek » Westflinge » 2008 » 7 mei
Westflinge
De rubriek Westflinge richt de schijnwerper op het verleden van West-Friesland met een actuele aanleiding.
Vandaag aandacht voor gevelstenen in Wognum en Nibbixwoud.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 7 mei 2008.)
Door Ed Dekker
WOGNUM – Welk pand in het dorp Wognum heeft de meeste gevelstenen? Een leuke vraag voor een
puzzeltocht. Het nieuwe jaarboek van historische stichting De Cromme Leeck geeft het antwoord.
Op één pand ontdekte fotograaf Gerard Ariëns in zijn woonplaats Wognum liefst vijf gevelstenen. Dit gebouw is de onbetwiste kampioen van
Wognum. Het is boerderij Kerkstraat 102. Op de voorgevel van deze stolp zijn de fenomenen geloof, hoop en liefde uitgebeeld. Daaronder is plaats
gemaakt voor twee kleinere stenen met daarop elk een ruiter. Op de ene staat anno, op de ander het jaartal 1625.
Gerard Ariëns en Herman Souer verzorgden in het jaarboek 2008 van De Cromme Leeck een artikel over gevelstenen in Wognum. Souer woont in
Landsmeer en weet ‘alles’ over gevelstenen. Hij heeft al diverse publicaties over dit onderwerp op zijn naam staan.
Het gebruik van gevelstenen en uithangborden dateert al ver voor onze jaartelling, aldus Herman Souer. De Romeinen kenden ze al. Het bekendste
Romeinse uithangteken is de krans van wijnranken waaraan wijnhuizen en taveernes te herkennen waren. Zulke kransen, weet Souer, komen we eeuwen
later ook in ons land tegen. Het spreekwoord ‘Goede wijn behoeft geen krans’ is daaraan ontleend.
Oorspronkelijk waren huizen, herbergen en werkplaatsen in ons land van hout opgetrokken. Veel van die panden waren voorzien van uithangborden
die vertelden waar men een slokje kon drinken, zijn paard kon laten beslaan of kruidenierswaren kon kopen.
Vaak waren gevelstenen een afspiegeling van de beroepen van de middenstand. Een ossenkop kon men bij slagers vinden, een gaper bij
drogisten en apothekers. Bijbelkennis was groot, vooral na de reformatie. Die kennis werd, soms gecombineerd met humor, vaak toegepast
voor commerciële doeleinden.
Adam en Eva waren te vinden bij groenteboeren en fruithandelaren, de Ark van Noach bij scheepsbouwers. Een boekhandelaar had wel een vergulde
bijbel boven de ingang of de vier evangelisten. Souer: „Zij waren immers de schrijvers.” Vishandels droegen dikwijls de afbeelding van
een schip.
Niet alleen vishandels kenmerkten zich door een schip. Het pand Oude Hoornseweg 1 in Wognum bewijst dat. Deze vroegere boerderij is getooid
met de afbeelding van een schip. Rijke boeren konden het zich vroeger permitteren geld te investeren in een schip om vervolgens handel (vaak
in hout) te drijven met Scandinavische landen.
Het artikel in het jaarboek 2008 van De Cromme Leeck beperkt zich niet tot Wognum. Ook gevelstenen in Nibbixwoud komen aan bod. De woning
Dorpsstraat 5 in Nibbixwoud is versierd met een eenhoorn. Deze steen dateert uit 2002 en is een mooi voorbeeld van hedendaagse, kleine
monumentale kunst.
De Sint Cunerakerk in Nibbixwoud is getooid met diverse gevelstenen. Herman Souer wijst er op dat deze stenen niet volledig voldoen aan de
definitie van gevelstenen. Aan de voet van de kerk is het wapenschild van Nibbixwoud te zien. „Wapens zijn een zeer veel voorkomend thema. De
ene keer worden dergelijke stenen aangemerkt als gevelstenen, de andere keer niet. Dat geldt ook voor veel tekststenen, zoals aan de toren van
de hervormde kerk in Wognum.” Exact volgens de definitie ja dan nee, ook deze stenen imponeren.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.