Archivering » Westflinge » 2006 » 20 september
Westflinge
De rubriek Westflinge richt de schijnwerper op het verleden van West-Friesland met een actuele aanleiding.
Vandaag aandacht voor Cees de Boer, een legendarische West-Fries.
(Eerder verschenen in het Noordhollands Dagblad, woensdag 20 september 2006.)
Door Ed Dekker
MEDEMBLIK – Een ambachtelijk bakker, gedurende 35 jaar te Wadway, maar vooral een markant
volksman. Cees de Boer (1896-1977) was wijd en zijd bekend in West-Friesland. Zijn leven is vastgelegd
in het boek ‘Cees de Boer, wie kent hem niet’. Het wordt binnenkort gepresenteerd.
De presentatie is een van de vele activiteiten tijdens een speciaal ‘Cees de Boer-weekend’, zaterdag
30 september en zondag 1 oktober in het Bakkerijmuseum te Medemblik. Cees de Boer kan worden gezien
als de grondlegger van het museum. Boek en weekend zijn een initiatief van schoonzoon Theo Spil.
‘Cees de Boer, wie kent hem niet’ bestaat uit twee delen. Het eerste deel schetst het leven van deze
opmerkelijke West-Fries. Daarbij maakt Theo Spil (64), die het boek samenstelde samen met zijn dochter
Marga (39), allerlei historisch getinte uitstapjes. Zoals naar Westwoud, het geboortedorp van De Boer.
Het tweede deel is genealogisch van aard. Theo Spil heeft jarenlang archiefonderzoek bekroond met een
extra uitgebreide kwartierstaat van zijn vrouw Ans. In de kwartierstaat worden alle ouders gevolgd.
Te beginnen met haar ouders Cees de Boer en Gré Laan en na hen ouder na ouder.
Veel West-Friese families trekken in dit overzicht voorbij, zoals Bakker, Beers, Beemster, Boon, Breed,
Commandeur, Dekker, Koopman, Meester, Nan, Obdam, Overman, Portegijs, Rentenier, Schouten, Veeken en
Vriend.
Cees de Boer was een verwoed verzamelaar. Hij verzamelde van jongs af van alles, van ansichtkaarten
en bidprentjes tot zilverwerk en bakkerijspullen. Als het maar West-Fries was. Ook schreef hij veel
op. Van anekdotes en gebruiken tot informatie over de geschiedenis van West-Friesland en zijn dorpen.
Voorts bouwde hij een omvangrijke collectie oude foto's op. Uit deze verzameling publiceert het
Noordhollands Dagblad sinds 8 september dagelijks een portret van een onbekende West-Fries.
De collectie bakkerijspullen heeft geleid tot het Bakkerijmuseum, waarin de familie Spil al bijna 25
jaar actief is.
Het geboortehuis van Cees de Boer in Westwoud stond naast de bakkerij van de weduwe Hoogendijk. Als
kind kwam hij daar vaak. Na de lagere school heeft hij als knecht bij veel bakkers in West-Friesland
gewerkt. Zijn eerste baas was Jan Klaver, bakker in de ‘Ouwe Dik’ (de Oudijk, bij Westwoud). Daarna
werkt hij bij de bakkers Jan Vlaar in Oosterblokker, Piet Steltenpool in Zwaagdijk en Jacob Deen in
Grootebroek.
Bij banketbakker Boekenstijn in Enkhuizen kreeg hij het garneren en boetseren in de vingers. Een
bakkersopleiding bestond nog niet. Hij heeft ook gewerkt bij Gert Besseling in Grootebroek.
In zijn jonge jaren bakten broodbakkers voornamelijk roggebrood. Het bakken van echt tarwe- en
wittebrood heeft Cees geleerd in Scheveningen tijdens zijn mobilisatie. Ervaring deed hij ook op bij
bakkers in de Beemster en Heiloo, en bij Raat in Medemblik en Schuitemaker in Venhuizen.
Al voor zijn huwelijk in 1930 met Gré Laan uit Westwoud was hij actief bij de bakkersvakbond.
Later werd hij voorzitter van de Westfriese Katholieke Bakkersbond. In het boek is een mooie foto
opgenomen van een groep West-Friese bakkers die de Gist- en Spiritusfabriek te Delft bezocht, onder
leiding van Cees de Boer.
Met zijn huwelijk ging hij ook zakelijk zelfstandig verder. Daags na de trouwerij werd hij eigenaar
van de bakkerij van Pieter Jansz. Commandeur in Wadway. Het was een ‘best beklante brood-, koek- en
beschuitbakkerij’. De aankoop was inclusief een boomgaard van een halve bunder. Uitgebreid gaat Theo
Spil in op de historie van dit pand.
Cees de Boer was bakker te Wadway van eind april 1930 tot eind december 1965. Na 35 jaar doofde hij
zijn met takkenbossen gestookte oven. Hij was toen bijna 69 jaar. Buurman Simon Loos kon het pand goed
gebruiken voor de uitbreiding van zijn café De Vriendschap en kruidenierswinkeltje.
Een van de historische uitstapjes in het boek maakt Theo Spil naar de Katholieke Middenstandsbond Wognum.
Alle leden in 1930 staan op een rijtje. Ook alle middenstanders uit die tijd in Wadway worden genoemd.
Het dorp (met achttien huizen, een kerk en 65 bewoners) kende een groenteboer, schoenmaker, bakker,
melkboer, kruidenier, vrachtrijder, timmerman, molenaar en twee kasteleins (van De Stoomboot en De
Vriendschap).
Met zijn bakfiets was Cees de Boer een bekende verschijning. Zijn ventersrondje van twaalf kilometer
voerde over 't War, Zomerdijk, Kerkweg (in Wognum), Raadhuislaan en Hoornseweg.
Rond 1930 maakte iedere bakker zijn eigen roggebrood en ontbijtkoek. Koeksoorten die werden gebakken
waren speculaas, koekbeschuit (of plaatkoek, dat werd gegeten als broodbeleg) en lombok.
Cees de Boer vervaardigde in latere jaren allerlei specialiteiten. Voor veel prominenten uit West-Friesland
heeft hij ter ere van hun 50e verjaardag een Abraham gebakken met een zelfgemaakt rijmpje erop gespoten.
In de oorlog werkt hij nauw samen met bakkerij Cor Blank. Vanaf 1943 stond de bezetter slechts één
bakpunt per dorp toe. Uit dit gebod zijn in West-Friesland diverse samenwerkingsverbanden ontstaan, zoals
de Voheko, de Vier Enen en de Enkhuizer Broodfabriek. Cees de Boer moest bakken bij Cor Blank. In de
eerste oorlogsjaren verwarmde De Boer zijn oven met turf uit de Noordermeer.
Cees de Boer staat ook te boek als fruitteler. De inkomsten van de boomgaard waren soms hard nodig om
het hoofd boven water te houden. In 1956 was de opbrengst van het fruit (peren en appels) groter dan
die van de bakkerij.
Met verve droeg hij de officieuze titel ‘president van de republiek Wadway’. Hij was bestuurlijk betrokken
bij veel plaatselijke en regionale organisaties. Als er iets moest worden geregeld in Wadway, dan zorgde
vaak Cees de Boer daar voor. Kinderen uit Wadway die in Spanbroek op school zaten, hadden nooit vrij
met Koninginnedag. Maar wél als ‘de president’ zich er mee bemoeide.
Wadway heeft de bijnaam ‘republiek’ te danken aan de Bataafse Tijd. Het dorp was toen als een van de
acht Nederlandse republieken zelfstandig. Jaren was hij in Wadway actief bij de vereniging Volksvermaak.
Ook was hij een van de oprichters van loterijvereniging ‘Armoe zoekt List’. Een heel staatslot kostte
in die tijd liefst tachtig gulden.
Populair was Cees de Boer ook als ceremoniemeester. In die functie zong hij altijd ‘Mensch durf te leven’
van de Langedijker componist Dirk Witte.
De verzetsactiviteiten in en rond Wadway, het Theaterkerkje van Wadway, alle inwoners van Westwoud van
bijna honderd jaar geleden en het standsverschil in dit dorp, allerlei onderwerpen worden belicht.
Het boek is geïllustreerd met een groot aantal oude foto's. Ook wordt ingegaan op de grote
verzameling voorwerpen van Cees de Boer. Antieke gebruiksvoorwerpen waren afkomstig uit diverse dorpen.
Een deel van de verzameling is te zien in Museumboerderij West-Frisia te Hoogwoud. Zoals een kaaspers,
twee arrensleden, linnengoed uit de familie en het servies van de familie Laan.
Cees de Boer, de president van de republiek Wadway. Zijn verdiensten beperken zich niet tot de republiek,
zo bewijst het boek. ‘President van West-Friesland’ mag ook.
Het boek ‘Cees de Boer, wie kent hem niet’ verschijnt in een oplage van 150 stuks en is na de presentatie
op 30 september tijdens het ‘Cees de Boer-weekend’ verkrijgbaar in het Bakkerijmuseum te Medemblik. Het
boek van 244 pagina's is een uitgave in eigen beheer van Theo Spil.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.