Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 14. Van vaarpolder naar rijpolder » pagina 24-27
Op oude kaarten van Obdam is aan de oostkant van de Dorpsstraat een hele rij kleine droogmakerijtjes te herkennen. Vanaf het noorden achtereenvolgens de Noorder braak, de Kleine Veert, de Grote Veert, de Middelbraak en de Zuiderbraak. Hiertussen nog twee braakjes die zó klein zijn dat er nooit een naam aan is gegeven. In de Middelbraak wordt de jongste uitbreiding van Obdam gerealiseerd onder de naam Meerweijde.
De braakjes in Obdam danken hun bestaan aan het doorbreken van een oude veendijk die naar schatting ongeveer duizend jaar geleden ten oosten van de huidige Dorpsstraat werd aangelegd. Deze veendijk liep verder door de Kaagpolder en sloot aan op de nu nog bestaande Zomerdijk onder Spanbroek. In West-Friesland zijn op veel plaatsen nog sporen van dergelijke veendijken te vinden. Ze stammen uit de ontginningsperiode van West-Friesland, ergens tussen de jaren 800 en 1100 ná Christus. Blok voor blok werd toen de ontoegankelijke veenwoestenij in cultuur gebracht door het graven van sloten.
Op 19 januari 1632 kreeg Jacob van Wassenaer toestemming
om de zeven braakjes, samen met twee meertjes aan de
westkant van het dorp, te bedijken en droog te leggen. De meertjes werden door middel van houten duikers met elkaar
verbonden en in de Zuiderbraak bouwde men twee
schepradwatermolentjes.
De ondermolen maalde het overtollige water eerst in een
tussenkolk en de bovenmolen sloeg het vanuit deze tussenkolk
uit op het water van de Obdammer polder. De bovenmolen
werd in het begin van de 18de eeuw afgebroken. De
ondermolen werd vervijzeld, wat hoger geplaatst en kon zo de bemaling van de poldertjes alleen aan. Deze molen bestaat
nog steeds en is een sieraad in het landschap.
In de Middelbraak zelf werd niet gevaren, maar de Obdammer
boeren en tuinders gebruikten in het verleden wel de ringsloot
rondom dit poldertje intensief als doorgaande vaarroute.
Na de uitvoering van een ruilverkavelingsproject in Obdam in
de jaren zeventig van de vorige eeuw was de Middelbraak nog
steeds goed herkenbaar in het landschap. Langzamerhand
verdwijnt de Middelbraak thans onder straatklinkers en
bouwstenen van de jongste dorpsuitbreiding. Vanaf de Dorpsstraat loopt de Laan van Meerweijde dwars door het hart
van de 17de-eeuwse Middelbraak.
Het oude droogmakerijtje grenst tegenwoordig aan een nieuw
gegraven waterplas met een oppervlakte van ruim elf hectare.
Deze werd in 2006 gerealiseerd door het Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier en dient om eventuele
wateroverlast op te vangen.
In het ontwerp van deze plas is veel aandacht gegeven aan de
natuurontwikkeling en recreatie waardoor het, ondanks de
oprukkende bebouwing en het verkeerslawaai van de
naastgelegen doorgaande weg Heerhugowaard-Avenhorn,
een mooi plekje is geworden.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.