Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 14. Van vaarpolder naar rijpolder » pagina 16-19
Al meer dan vier eeuwen staat iets ten oosten van Aartswoud, aan de Kolkweg dichtbij de Westfriesedijk, de watermolen Westuit nr. 7. Deze achtkante binnenkruier werd gebouwd in 1585 om het overtollige water van het Ambacht van West-Friesland genaamd De Vier Noorder Koggen uit te slaan op de toenmalige Zuiderzee. Ooit samen met 24 andere molens.
In de directe omgeving van de Westuit nr. 7 hebben nog drie molens gestaan. Twee hiervan bemaalden
eveneens de Vier Noorder Koggen en de derde hield een bijzonder poldertje droog. Het ligt tussen
Lambertschaag en Aartswoud en heet de Kolk van Dussen. De Colck ofte Rietlanden is de naam van dit
gebiedje op oude kaarten. Vóór de inpoldering was het waarschijnlijk een moerassig gebied
dat wellicht is ontstaan toen men hier in 1334 een inlaagdijk aanlegde.
In die tijd werd de voor de dijkenbouw benodigde grond weggegraven uit het naastgelegen land volgens
de aloude regel ter naaster lande en ter minster schade.
Ooit stonden aan weerszijden van de Colck ofte Rietlanden twee molengroepen van ieder drie molens
en het gebiedje fungeerde als molenkolk voor aan- en afvoer van polderwater. Deze zes molens sloegen
met nog negentien andere molens het overtollige water van de polder Vier Noorder Koggen uit op de
Zuiderzee. De Westuit nr. 7 behoorde tot de westelijke molengroep. De molen werd in 1997 gerestaureerd
en is weer draaivaardig. Het is de enig overgebleven molen van de Vier Noorder Koggen.
Op 26 januari 1641 kreeg Eduart Jacot van Axele, heer van Dussen met de kerkmeesters van Hoogwoud en
Aartswoud vergunning om de Colck ofte Rietlanden in te polderen. De bedijkers bouwden een aparte molen
voor hun poldertje, in het zuiden begrensd door de Veersloot. Deze molen heeft gestaan vlakbij de
westelijke molengroep van de Vier Noorder Koggen en werd afgebroken rond 1908.
De molenkolk bij Aartswoud is in het kader van het ruilverkavelingsproject De Gouw ingericht als
natuurontwikkelingsgebied en een deel van de Kolk van Dussen is aangewezen als waterberging. Delen van
dit gebied zijn veertig tot zeventig centimeter afgegraven om bij extreme regenval tijdelijk het
overtollige water te bergen. Door het graven van een soort krekenstelsel met flauw verlopende oevers
heeft men geprobeerd hier het krekengebied van vierduizend jaar geleden in de oude staat terug te
brengen.
Vanuit het buurtschap Tropweere is een fietspad aangelegd dat leidt naar de Braakweg onder Aartswoud:
het Blôtebienepad. Het is wandelaars echter aan te raden hun schoeisel aan te houden want het pad
is verhard met gebroken kleischelpen.
Vanaf het Blôtebienepad loopt een recreatief fietspad naar Lambertschaag: het Pannepad. Een
landelijke route dwars door de weilanden ten zuiden van de Kolk van Dussen.
De Veersloot is aangewezen als ecologische verbindingszone. De oevers zijn plasdras gemaakt en in de
sloot zijn rietkragen aangeplant. Er zijn in dit gebied geen kloetende boeren meer te zien, maar er
kan nog steeds worden gevaren. Door de aanpassing van dammen en de bouw van bruggen en duikers is een
mooie recreatieve vaarroute door de Gouw gerealiseerd. En er wordt hier ook nog geboerd.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.