Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 14. Van vaarpolder naar rijpolder » pagina 12-15
Oostelijk van Broek op Langedijk ligt het Oosterdelgebied. Het is ongemoeid gelaten tijdens de herverkaveling van het Geestmerambacht. Hier kan men zich nog een beeld vormen van het vroegere ‘Rijk der Duizend Eilanden’. Een groot deel van het oorspronkelijke Oosterdel is ingericht als woongebied en alleen het zuidelijk deel is min of meer ongerept gebleven. Maar ook hier herinnert niet veel meer aan de koolbouwers van weleer en hun kleine, door water omgeven, akkertjes.
Kaarten van het vroegere Geestmerambacht tonen een uitgestrekt gebied met kleine eilandjes en veel
water. Heel veel water. In niets vergelijkbaar met het doordacht ingerichte landbouwgebied van
tegenwoordig.
Ruwweg duizend jaar geleden werd de toenmalige veenwildernis hier ontgonnen vanuit de duinstreek. De
namen van de dorpen Noord-Scharwoude en Zuid-Scharwoude herinneren nog aan Scorlewald. Het Schoorlse
bos zou men tegenwoordig zeggen. De ontginners van het Geestmerambach, de mannen van de geestgronden,
brachten het gebied in cultuur door het graven van afwateringssloten vanuit de Rekere, een oude
veenrivier, waarvan het gedeelte tussen Huiswaard en Krabbendam later is vergraven tot het Noordhollands
Kanaal.
Op oude kaarten zijn de verschillende fasen van de middeleeuwse veenontginning goed herkenbaar.
Een ontginningsblok werd afgesloten door een dwarsdijk om het te beschermen tegen de wateroverlast
uit het nog niet ontgonnen gebied. Een sloot langs deze dijk voerde het overtollige water af. De
Zomersloot is de afsluiting van het eerste stadium. Een volgende fase bevindt zich tussen de Zomersloot
en de Winterweg en de Langedijk sluit de derde fase af.
Men neemt aan dat de ontginners ook wel langs de dwarsdijkjes zijn gaan wonen. De Langedijk werd
uiteindelijk hun definitieve woonplaats. Vanaf Langedijk is men verder het veen ingetrokken. Grote
delen van deze laatste ontginning gingen in 1248 verloren na een doorbraak van de Westfriese Omringdijk.
Dit land kwam pas weer boven water toen in 1630 de Heerhugowaard werd bedijkt en drooggemaakt.
Tussen 1964 en 1979 vond de ingrijpende herverkaveling plaats van het Geestmerambacht. De sloten
werden volgespoten met zand uit een enorme zandwinput en het hele gebied kreeg een nieuwe indeling.
Het zand werd ook gebruikt voor de fundering van de nieuwe wegen en voor het bouwrijp maken van de
noordelijke uitbreiding van de stad Alkmaar.
Het onbebouwde gedeelte van het oorspronkelijke Oosterdelgebied, met een oppervlakte van ongeveer
tachtig hectare, wordt sinds 2005 beheerd door de Stichting Veldzorg Oosterdel. Eén van de
doelstellingen van deze stichting is om het laatst overgebleven stukje van het eens zo uitgestrekte
eilandenrijk weer in cultuur te brengen en te bewaren voor het nageslacht.
Eveneens wordt veel aandacht gegeven aan de natuurwaarden in dit gebied. De stichting biedt hobbytuinders
de mogelijkheid een akkertje te huren.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.