Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 13. Ziel en zaligheid » pagina 28-31
Op de plek waar zich ooit de synagoge van Hoorn bevond, wonen nu jongeren. In de muur van dat pand, Italiaanse Zeedijk 122, herinnert slechts een gedenksteen aan het verleden: een afbeelding van de synagoge met het opschrift: ‘Deze steen weent van uit de muur’. Hoe symbolisch! De joodse geschiedenis van West-Friesland lijkt uitgewist; slechts de verbeelding bleef.
De Jeude Kercke van Hoorn aan de Italiaanse Zeedijk dateerde van 1780 en werd gesloopt in 1953.
Jarenlang bleef die plek onbebouwd, totdat er omstreeks 1980 een pand voor huisvesting van jongeren
werd neergezet.
De synagogen van Enkhuizen (1791, Zuiderhavendijk 25) en van Medemblik (1808, Gedempt Achterom) bleven
gespaard en zijn, althans aan de buitenkant, nog herkenbaar. Van beide zijn de gevels zorgvuldig gerestaureerd,
compleet met een dubbele ingang voor mannen en vrouwen. Maar de bestemming vormde een probleem.
In Enkhuizen dient de synagoge als kerk voor de Vrije Baptistengemeente. De Heilige Ark is overgebracht
naar het Joods Historisch Museum in Amsterdam. In Medemblik kocht de gemeente de synagoge. Na een
grondige restauratie is deze eerst als wijkcentrum en later als expositieruimte in gebruik genomen. De
plannen om het gebouw over te dragen aan een speciaal hiervoor opgerichte Stichting Synagoge Medemblik,
met de bedoeling om er – zoals in Elburg – een joods culturele functie aan te verlenen met
de mogelijkheid voor sjoeldiensten, werden helaas niet gerealiseerd. De synagoge kwam in gebruik als…
een kapsalon.
De 18de-eeuwse ark, afkomstig uit de synagoge van Enkhuizen aan de Zuiderdijk,
wordt bewaard in het Joods Historisch Museum te Amsterdam. (Pc)
In de drie West-Friese steden kregen de joden ook hun eigen begraafplaatsen. Overigens zover mogelijk buiten het centrum
van de stad. In Hoorn aan het Weeltje (1777), in Enkhuizen onderaan het meest westelijke bolwerk nabij de Koepoort
(1738), in Medemblik tegen de Westfriese Zeedijk aan de Oude
Haven op de hoek van de Bangert (1825).
Grafzerken zijn voor joden als stenen palen die steeds naar
boven zijn gericht, daar waar de Eeuwige leeft. Doden rusten
‘in de hand van het eeuwige stralende licht’, zoals de
gebruikelijke spreuk op de graven luidt.
Op de piëteitsvol door het stadsbestuur onderhouden begraafplaats van Medemblik bevinden zich 32 grafstenen.
Net als de 130 graven in Enkhuizen zijn ze geïnventariseerd in
het Stenen Archief. De begraafplaatsen zijn vrij toegankelijk.
Alleen zal men soms om de sleutel moeten vragen.
De joodse aanwezigheid in West-Friesland is nooit erg sterk geweest. En buiten de drie Zuiderzeesteden
woonden er zelfs amper joden. Zoals elders in Europa waren ook in Nederland de joden over het algemeen
(grote)-stadsbewoners.
In Hoorn en Enkhuizen arriveerden de eerste joden omstreeks
1600, in Medemblik wat later. Het waren voornamelijk Portugese
en Spaanse kooplieden, op weg naar Amsterdam. In Hoorn werd
't Jeudje hun wijk. Later, toen ze het wat beter kregen, woonde
een enkeling ook aan de Appelmarkt. De stad telde in 1670 twintig joodse gezinnen; tegen 1800 waren dat er vijftig. In
Enkhuizen woonden toen 105 joden.
De joodse aanwezigheid nam steeds verder af in de jaren daarna.
Enkhuizen telde in 1930 nog 25, Hoorn ongeveer 50 en
Medemblik 39 joodse ingezetenen. De Tweede Wereldoorlog was
ook hier fataal voor de laatste joden. In Medemblik werden zelfs
de joodse patiënten van het provinciaal ziekenhuis weggevoerd.
Alleen in Enkhuizen zagen de meeste joden kans in 1943 onder te
duiken. Met morele steun van de toenmalige burgemeester, die
weigerde mee te werken aan de verwijdering van joodse
kinderen uit het openbaar onderwijs.
De West-Friese joodse gemeenten zijn na de Tweede
Wereldoorlog alle opgeheven en bij die van Alkmaar gevoegd.
In die stad was de voormalige synagoge aan de Hofstraat vanaf
1952 in handen van de Baptistengemeente. In 2009 is het
gebouw teruggegeven aan de joodse gemeenschap. Na de
restauratie van het vervallen gebouw is het de enige ‘sjoel’ voor
het gebied van Den Helder tot het Noordzeekanaal.
De begraafplaats in Hoorn is een verhaal apart.
Voortschrijdend inzicht bracht de gemeente er toe een nieuwe woonwijk (‘Jeruzalem’) te projecteren ter hoogte van de
joodse begraafplaats. Daarmee werd gebroken met de joodse
traditie die voorschrijft dat de doden ongestoord in de aarde
moeten blijven rusten tot het einde der tijden.
Bij het ruimen van de begraafplaats bleek dat er in de loop der
jaren in drie lagen is begraven. In totaal ging het om 614 stoffelijke resten. De graven werden overgebracht naar de
nieuwe algemene begraafplaats.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.