Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 12. Rond kerk en kroeg » pagina 54-59
Drie dagen per jaar ligt het dorp Zwaag onder de rivieren. Heel on-West-Fries viert het hele dorp dan carnaval. De Dorpsstraat wordt omgebouwd tot decor voor de grootste carnavalsoptocht in Noord-Holland. Een optocht van ongekende omvang, georganiseerd door de al meer dan veertig jaar actieve vereniging Het Masker.
Zwaag is een typisch West-Fries lintdorp met grote nieuwbouwwijken aan weerskanten. En, zoals voor
elk West-Fries dorp, is de buurgemeente, in dit geval Hoorn, onderwerp van spot en speelse minachting.
Altijd is Hoorn door Zwaag gezien als een stad die bezig was het dorp langzaam onder
haar invloedssfeer te brengen. Wat uiteindelijk resulteerde in
een gemeentelijke herindeling waarbij Zwaag onderdeel werd
van de gemeente Hoorn. En dat stond de inwoners van Zwaag
op zijn zachtst gezegd niet aan.
En wat is een betere gelegenheid om alles wat je dwarszit eruit
te gooien dan het jaarlijkse carnaval? En dus wordt Hoorn op
de hak genomen, zo hard en zo vaak mogelijk. In het
voorwoord van een boek over het 33-jarig bestaan van de
carnavalsvereniging stelt de toenmalige Vorst van Het Masker
het als volgt: ‘Bij andere gelegenheden heb ik Zwaag wel eens
vergeleken met de Gallische nederzetting uit de stripboeken
van Asterix […] West-Friezen hebben de karaktertrek elkaar
uitvoerig, op goedmoedige manier te treiteren. Jennen
noemen ze dat. Sinds de gemeentelijke herindeling zit Zwaag
in vele vormen de Horinezen te jennen’.
Het waren en zijn dus onafhankelijke geesten, de mensen in
Zwaag. Dat zou best wel eens de reden kunnen zijn voor het
feit dat ze ook op het gebied van carnaval zo'n bijzondere weg
zijn ingeslagen.
In 1966 vond een groep inwoners dat het carnaval wel wat
grootser gevierd kon worden. Maar carnaval zonder prins is
onmogelijk en dus zorgde Het Masker voor een geschikte
voorganger. De eerste was Arie de Haan, die ging regeren
onder de naam Prins Adrianus de Eerste uit het Rijk der
Muizenvallenmonteurs, Palingstropers en Sleepvoeters.
De financiën moesten in de eerste jaren bij elkaar geharkt
worden door donateurs te werven en ook door succesvolle
carnavalsevenementen en -avonden te organiseren. Er kwam
een feestavond en een optocht. Beide evenementen liepen uit
op een sof. Dat zou in de jaren daarna nog vaker gebeuren,
maar uit de notulen blijkt een onverwoestbaar optimisme. Na
de bescheiden optocht, die bestond uit een geluidswagen, de
trekker van J. Schipper en een door Jan Brandhoff beschikbaar
gestelde wagen, stond in het jaarverslag: ‘Al met al een feest
waarvan we veel hebben geleerd, om het volgend jaar nog
beter te laten verlopen.’
En het ging veel beter. In de loop der jaren groeiden de
optocht en de bijbehorende festiviteiten uit tot een happening
van formaat. De eerste optocht, gehouden voordat Carnavalsvereniging Het Masker actief werd, was in 1965 en bestond uit
een aantal versierde fietsen. Na de oprichting van Het Masker
in 1966 werd de rij deelnemers steeds langer en de opzet
professioneler. En in het seizoen 1972/73 werden de Prins en
de Raad van Elf zelfs vervoerd in een door de vereniging
aangeschafte bus.
De bevolking van Zwaag werd steeds fanatieker in het maken
van originele praalwagens. Sommige zijn onvergetelijk: het
kanongebulder van de ‘Daar komen de schutters’-wagen, het
witte Hanomag-busje volgehangen met wel duizend lege
bierpijpjes en de Zwarte Slak tegen de gemeentelijke
herindeling. De laatste wagen schreef geschiedenis vanwege
het feit dat de uitlaat was losgetrild en de inzittenden van de
wagen door de uitlaatgassen werden bedwelmd. Een paar
mensen gingen onderuit en werden voor controle naar het
ziekenhuis vervoerd. Jan Tapperwijn moest zelfs een nachtje
blijven, maar was gelukkig dinsdag weer fit genoeg om naar
het carnaval te gaan. Zijn gevoel voor humor was niet
aangetast want hij kwam de kroeg binnen met een gasmasker.
En het evenement blijft groeien. Talrijke wagens en loopgroepen melden zich elk jaar weer aan en trekken voorbij aan
de 50.000 bezoekers die op het evenement afkomen. En dat is
ongeëvenaard in West-Friesland.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.