Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 12. Rond kerk en kroeg » pagina 44-49
Het dorpshuis Prins Maurits in Nieuwe Niedorp heeft allure. Het monumentale pand met statige voorgevel aan de Dorpsstraat werd in 1866 gebouwd als gemeentehuis. Dus met een mooi balkon voor belangrijke gasten en voor het afnemen van aubades. Oorspronkelijk stond café Prins Maurits naast het gemeentehuis. Het was een klassiek reizigerscafé met een doorrijstal voor de paarden en sjezen van de vermoeide reiziger.
De panden kennen beide een roerige geschiedenis, want er werd nogal eens verbouwd. Het meest ingrijpend was de verbouwing na de brand in de Prins Maurits in de nacht van 12 op 13 september 1973, waardoor het café met kolfbaan en toneelzaal verloren ging. Ook het statige gemeentehuis liep aanzienlijke brand- en waterschade op. In 1975 besloot men het geheel grondig te verbouwen tot het huidige dorpshuis met een grote zaal met toneel. Het nieuwe gemeentehuis werd gevestigd aan de Meet, tussen Nieuwe Niedorp en Winkel.
Een belangrijke gebeurtenis in het dorp en de plaatselijke
cafés is sinds jaar en dag de Floralia-tentoonstelling. Al sinds
1930 bestaat die traditie. Toen ontsproot uit de middenstandsvereniging de Floraliavereniging die zich tot doel stelde ‘het
houden van huisvlijttentoonstellingen in de ruimste zin’. De
middenstand was zodoende sterk betrokken bij de organisatie
en had allerlei goede voornemens voor de dorpelingen.
Volksfeesten, harddraverijen en een vuurwerkdemonstraties
waren onderdeel van de plannen.
Het jaarlijkse gebeuren werd beurtelings gehouden in café Prins Maurits en café De Roode Eenhoorn. Bloemen, planten en
fruit waren de belangrijkste onderdelen van de tentoonstelling
en veel dorpelingen deden hun best de van de organisatie
gekochte stekjes op te kweken tot mooie, sterke planten. Maar
ook dameshandwerken (brei-, haak-, naai- en borduurwerk),
foto's en ander huisvlijt waren er te zien. Er werden zelfs
handvaardigheidcursussen in het dorp gegeven om de
inzendingen op de Floralia naar een hoger plan te brengen.
Het weer is een bepalende factor in een buitenevenement. Toen in 1975, in de nacht van zaterdag op zondag van het Floraliaweekend, een storm opstak, belandde het mozaïek Moedersbrief jammerlijk in de sloot. De makers waren echter niet voor één gat te vangen en plaatsten snel eenbordje in de tuin. Daar stond op ‘Per luchtpost verzonden’.
De eerste tentoonstelling in 1930 was een ‘schitterend
geslaagd’ evenement. De organisatie hield er dik 181 gulden
aan over. Uit de vele inzendingen werden de beste door een
jury uitgekozen en de winnaars kregen prijzen die door de
middenstand beschik baar waren gesteld. Dat gaf nog wel eens
reden tot gefronste wenkbrauwen want de door de winkeliers
geleverde waar was soms van dubieuze kwaliteit. Dat gold met
name voor de chocolade en biscuit. Terecht merkte men op dat
dit ‘het vertrouwen in de plaatselijk middenstand niet bepaald
bevorderde’.
Buiten de tentoonstelling organiseerde het bestuur festiviteiten.
Er werd gedanst op een buitendansvloer, de jeugd kon op
zondagmiddag meedoen aan een optocht met versierde
poppenwagens en kruiwagens en het plaatselijk fanfarekorps
Excelsior zorgde voor de muzikale noot. Er waren allerlei stands met bijvoorbeeld een glasblazer of een potten bakker.
Verder kon je schieten, sjoelen, vlotbruggen (een biljartspel),
grabbelen of het aantal erwten in een fles raden. Dit alles
onder het genot van ‘grammofoonmuziek’. Er was altijd een
loterij met geldprijzen. In het eerste jaar was dat echter een
fiasco want er moest geld bij, 28 gulden en drie cent om precies te zijn. Waarschijnlijk door de toenmalige economische crisis.
Uit de jeugdoptocht groeide een bloemencorso voor ouderen.
Het begon met versierde fietsen maar de stoet werd in de loop
der jaren steeds groter. Ook in het naburige Winkel kende men
een bloemencorso in september en de dorpen werden
concurrenten van elkaar. Reden voor het organisatiecomité in
Nieuwe Niedorp om in 1965 met het corso te stoppen en zich
alleen nog te richten op mozaïeken. In de tuinen van het dorp
zijn sindsdien de prachtigste werkstukken te zien en honderden
mensen komen die kunstwerken bewonderen.
Voor de mozaïeken zijn grote hoeveelheden bloemen nodig en dus rijden vrijwilligers elk jaar voor dag en dauw naar bijvoorbeeld Sint Jansklooster, Lisse en Lemelerveld om daar bij de bloemenkwekers het benodigde materiaal op te halen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.