Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 11. Sporen in het landschap » pagina 56-59
De brug over de Langereis in de A.C. de Graafweg is een mooie plaats om rondom over water, weilanden en akkers te kijken. Zowel naar het zuiden als in noordoostelijke richting loopt daar de Langereis door het landschap: een vaart met aan twee kanten een hoge kade en bebouwing. Een typisch staaltje Hollandse waterschapstechniek, met het waterpeil hoger dan het omringende land.
Voor buitenlanders is die hoge waterstand nogal onbegrijpelijk, maar als Nederlander weet je dat je laaggelegen land droog kunt houden door het water omhoog te malen naar de zogenoemde ‘boezem’. Deze waterloop zorgt voor de verdere afvoer van het overtollige water, dat via een ingenieus stelsel van boezems en kanalen uiteindelijk op open water wordt ‘weggesluisd’ (spuien) of weggepompt.
De Langereis functioneert al sinds de 14de eeuw als een
belangrijke afwatering van het gebied tussen Veenhuizen en
Winkel/Aartswoud, maar dat was daarvoor wel anders.
Vanaf de brug in de A.C. de Graafweg valt goed te zien dat
de algemene richting van de verkaveling aan beide zijden
verschillend is. Dat komt omdat we op de grens staan van
twee grote verkavelingsblokken: de Niedorper Kogge en het
Hoogwouder Ambacht (thans Vier Noorder Koggen).
Dat gebied was ooit het hoogste punt in het veenlandschap
en de Langereis was er als zodanig nog niet. In 14de-eeuwse
geschriften wordt gesproken van een ‘Wisene’, maar dat is
een verbastering van ‘Wijzend’, een grensgebied tussen
verkavelingsblokken.
Door de ontwatering verdween het veen in de loop van de
eeuwen en zakte de Wisene totdat het een diepe sloot was
geworden. In de 14de eeuw stond er zoveel water in het
gebied, dat men die sloot – de Langereis – ging gebruiken voor
de afwatering.
Dit geschiedde in eerste instantie naar het zuiden toe, naar de
Berkmeer en de Heerhugowaard, maar toen men daar met het
water in de problemen kwam, werd een andere oplossing
gevonden: het water moest naar het noorden lopen.
In 1539 werd besloten het overtollige water bij Aartswoud te
spuien in de Zuiderzee. Hiervoor groef men een nieuw stuk
sloot van de Langereis naar de Westfriese dijk. Maar omdat het
water omhoog gebracht moest worden, was het ook nodig om
ernaast flinke kades aan te leggen; daarom ligt de Langereis
zo hoog.
De Langereis was daardoor een belangrijke waterloop
geworden en tevens goed te bevaren. Bovendien liepen er op
de beide kades wegen, die vervoer over land mogelijk maakten.
Hierdoor besloten veel bewoners van de polders hun huizen aan weerszijden van de Langereis te bouwen. Er staan nog
enkele tientallen mooie oude stolpboerderijen, die zich goed
laten bekijken tijdens een (fiets)tochtje langs het water van de
Langereis.
De Langereis speelt ook een rol in het ruilverkavelingsgebied
De Gouw, het laatste landinrichtingsproject in West-Friesland,
afgerond in 2010. Daarin vormt de sloot de Langereis een
smal onderdeel van de door het rijk aangewezen Ecologische
Verbindingszone, die versnipperde stukjes natuur aan elkaar
moet koppelen. Om deze strook meer ruggengraat te geven,
staken zeven bij het landschap en de natuur betrokken
instanties in Noord-Holland de koppen bij elkaar en maakten
een plan van aanpak.
Er zijn afspraken gemaakt over de inrichting, het beheer en
het onderhoud van een rietoever, verschillende moerassige
gebiedjes aan de Langereis en zogeheten faunapassages.
Met als gevolg een betere verbindingszone tussen verschillende
geïsoleerde natuurreservaatjes in De Gouw zoals de Weelpolder
en de Lage Hoek.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.