Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 10. Stolpboerderijen » pagina 52-55
De Woudhoeve aan de Oosterblokker 133 is geen gewone boerderij. Maar daar heeft het voornaamheid uitstralende voorhuis van deze stolp niets mee van doen. De Woudhoeve is bijzonder gemaakt door de mensen, die in deze boerderij hebben gewoond en gewerkt. En dan met name door Kees en Arie Ruyter, twee van de zes zoons van Joris Ruyter. Zij waren de grondleggers van het veefokbedrijf, dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog bekend werd door de Gebroeders Ruyter.
Beeld van Adema 21 van de Woudhoeve bij de ingang van het Westfries
Museum. (Foto TM)
De Rundveefokverenigingen, die aan het eind van de 19de eeuw ontstonden, zijn heel belangrijk geweest
voor de verbetering van de West-Friese veestapel. Veel boeren waren lid van zo'n fokvereniging. Maar
een aantal melkveehouders koos toch liever zelf stieren uit. Zij waren naast boer dus ook fokker. De
Gebroeders Ruyter haalden bijvoorbeeld in 1940 een stierkalfje – Oldambtster Adema – uit
Groningen naar Oosterblokker. ‘Dit moet hem worden’, zeiden de broers tegen elkaar. En het
wérd hem. Een kleinzoon van hem, Adema 21 van de Woudhoeve, bewaakt in brons nu zelfs de ingang
van het Westfries Museum in Hoorn!
In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw wisten veehouders tot in Noord-Amerika, Canada, Zuid
Afrika en Nieuw Zeeland toe van het bestaan van De Woudhoeve. In juni 1952 kwamen koningin Juliana en
prins Bernhard er zelfs een kijkje nemen.
Ook deze kleinzoon van Adema 21 werd in de jaren vijftig vele malen
bekroond. Veehouders tot in Amerika en Nieuw-Zeeland aan toe wisten van het bestaan van de Woudhoeve.
(Pc)
Meten, registreren en selecteren is de basis van gerichte veefokkerij. Tot aan het eind van de 19de
eeuw waren in tal van West-Friese dorpen de bullestieken actief. Dit waren verenigingen van boeren die
één of meer fokstieren hielden. Geleidelijk aan maakten de bullestieken plaats voor
fokverenigingen.
De opmars van de geregistreerde fokkerij in Noord-Holland begon op 7 december 1896, toen in Hoogkarspel
de eerste fokvereniging werd opgericht. Er zijn er binnen de Omringdijk 23 operationeel geweest.
De verkoop van de veestapel van de Gebr. Ruyter op 28 juni 2006. (Pc)
Eén man gaf in het Interbellum de marsroute aan voor de georganiseerde rundvee fokkerij in Noord-Holland:
Elias Koster Dzn. (1881-1945), boer in een stolp aan de Kerkebuurt in Berkhout. Hij werd secretaris van
de Provinciale Bond van Rundveefokverenigingen en inspecteur van het Nederlands Rundvee Stamboek. Maar
hoe vol zijn werkagenda ook was: zijn dag begon met het melken van zijn eigen koeien.
Eind jaren zestig werd het fokkerijvaandel van de Gebroeders Ruyter overgenomen door Gerrit Stapel uit
Lambertschaag.
Zijn Pan-stieren domineerden in de jaren zeventig. De rundvee fokkerij werd in die jaren een door computers
gestuurde internationale business. Het tijdperk waarin stieren van individuele fokbedrijven hun
stempel drukten op de rundveehouderij, was voorbij. Fokbedrijven, zoals de Woudhoeve in Oosterblokker,
werden geschiedenis.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.