Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 9. Achter de stadspoort » pagina 42-45
Niet alleen achter de stadspoort, maar ook daarbuiten, zijn in West-Friesland nog prachtige voorbeelden te vinden van overheidsgebouwen die getuigen van lokale burgertrots. Zoals in Spanbroek. Aan de Spanbroekerweg 39 bezit deze plaats, die in 1414 stederecht kreeg, een raadhuis, dat als een architectonisch pareltje van de Hollandse Renaissance (1550-1650) kan worden beschouwd.
West-Friesland was in die tijd verdeeld in baljuwschappen waarin namens de graaf van Holland door zijn vertegenwoordigers recht werd gesproken. In eerste instantie was in de dorpen nog geen sprake van een afzonderlijk ‘raethuys’ of ‘rechthuys’ maar werd veelal recht gesproken in het huis van de plaatselijke schout. Gaandeweg groeide echter ook daar de behoefte aan een eigen onderkomen voor bestuur en rechtspraak.
In 1462 verleende hertog Philips van Bourgondië, die ook graaf
van Holland was, aan de stede Spanbroek het voorrecht tot de
bouw van een stedehuis. Als reden wordt in dat privilege
vermeld dat de schout, die tevens herbergier was, iets te vaak
–en in ieder geval teveel – bier schonk. Hij deed dat ter
verhoging van zijn omzet, hetgeen de kwaliteit van de
rechtspraak niet ten goede kwam.
Het is niet bekend of dit stedehuis ook daadwerkelijk is gebouwd. Zeker is wel, dat in 1598 het nog steeds bestaande
raadhuis aan de Spanbroekerweg werd neergezet. Het is een
klein rechthoekig gebouw van rode baksteen met trapgevels
voor en achter. Aan de voorzijde staat bovenop een stoere
leeuw, die een speer en een wapenschild met het jaartal 1598 vasthoudt.
In het souterrain bevindt zich een cachot met een dubbele
deur. De ene deur draait naar binnen, de andere naar buiten.
In beide deuren zit een doorgeefluik. Een eenvoudige bordestrap leidt naar de bel-etage waar zich de voormalige
raadzaal bevindt. De toegangsdeur op het bordes is omstreeks
1790 voorzien van een fraaie omlijsting in Lodewijk XVI-stijl.
Boven die deur was enkele decennia eerder nog een wapen
van Spanbroek aangebracht.
Tot 1884 is het gebouw als raadhuis gebruikt. Omstreeks 1920 heeft het nog dienst gedaan als hulpmagazijn van het Witte
Kruis. Tegenwoordig is het monument vooral een gemeentelijke
trouwlocatie.
(Foto TM)
Net als Spanbroek was Barsingerhorn één van de vele kleinere West-Friese plaatsen die
in 1414/15 stederecht verwierven. In 1622 werd ook in Barsingerhorn een ‘Regthuys’ gebouwd.
Het bezienswaardige pand staat aan de Herenweg 150, midden in het beschermde dorpsgezicht van Barsingerhorn.
De voorgevel van 't Raedthuys, zoals het nu heet, heeft een trapgevel waarop vrouwe Justitia staat. Op
die gevel ziet men ook het stedewapen, geflankeerd door twee leeuwenkoppen.
Bijzonder is de flinke klokkentoren in het midden van het gebouw met een balustrade en bekroond door een
achtzijdige lantaarn inclusief uurwerk. Tot 1811 is dit gebouw als ‘Regthuys’ gebruikt.
Op de parkeerplaats aan de achterzijde is nog de aanduiding te vinden waar eertijds de galg stond.
Vanaf 1813, na het vertrek van de Fransen, tot de gemeentelijke herindeling van 1970 werd het als
‘Raedthuys’ gebruikt. Ook in dit raadhuis vindt men op de bel-etage de voormalige raadzaal
en beneden een cachot. Net als in Spanbroek is dit monument in gebruik als trouwen vergaderlocatie.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.