Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 9. Achter de stadspoort » pagina 28-31
Eén van de mooiste stadhuizen uit de 17de eeuw staat aan de Breedstraat in Enkhuizen. Al in 1641 vergaderde de vroedschap voor het eerst over de nieuwbouw van het stadhuis ter vervanging van het bescheiden en bouwvallige raadhuis uit 1460. Maar men kon het niet eens worden over de locatie in de stad en de vroede vaderen hikten tegen de kosten aan.
Toch was men trots genoeg om een imposant stadhuis te
willen bouwen. In 1686 viel daartoe het besluit en werd ook
de eerste steen gelegd. Als architect was de belangrijke
Amsterdamse architect Steven Vennecool (1657-1719) aangetrokken. Hij koos voor de toen in zwang geraakte
classicistische stijl.
Al in 1688 werd het gebouw opgeleverd zoals uit het jaartal
onder het balkon blijkt. De uitvoering van de inrichting, zoals
beschilderingen en stofferingen, duurde nog tot 1694.
Wonderlijk genoeg is het aan de verminderende welvaart van
de stad – door steeds verder teruglopende inkomsten uit de
zeevaart – te danken dat het stadhuis vrijwel intact is
gebleven. Uitbreidingen of ingrijpende wijzigingen waren in
later tijd niet nodig, of er was geen geld voor.
Het stadhuis op de Dam in Amsterdam, nu Koninklijk Paleis, is
in dezelfde classicistische stijl gebouwd. Het stadhuis van
Enkhuizen wordt als een verkleinde versie ervan gezien. Het is
vierkant en harmonieus gebouwd volgens de beginselen van
de gulden snede.
Het middendeel van de gevel springt enigszins naar voren met
een balkon voor de burgemeesterskamer op de eerste
verdieping. De beelden op de kroonlijst op het dak
symboliseren ‘Wijs Beleid’ en ‘Eendrachtig Bestuur’. Ze zijn
gemaakt door de beeldhouwer Pieter van der Plasse, die ook
de beide stedenmaagden aan weerskanten van het balkon
vervaardigde. Boven het balkon staat in een cartouche het
devies: Candide et Constanter (‘oprecht en standvastig’). Aan
het hek van het balkon zijn een zwaard, een roedenbundel en
de eerste regels van de tekst van het stadsrecht uit 1356 aangebracht. Onder het balkon hangt in een lint ook nog de
tekst Probus et Improbus (‘in goede en slechte tijden’).
Direct achter het stadhuis ligt de oude stadsgevangenis, een hoog en smal gebouw van baksteen dat op alle drie verdiepingen steeds twee cellen herbergt. De onderste twee zijn de oudste en dateren van 1592. In 1610 werd het gebouw verhoogd en kwamen de andere cellen erbij. De cellen zijn van zwaar eikenhout, de deuren en ramen hebben ijzeren tralies en beslag. In de zomer kan men de gevangenis bezoeken.
De macht en hoogheid van het bestuur van de stad Enkhuizen
moest niet alleen van buiten blijken, ook binnen wilde men dit
op waardige wijze tot uitdrukking brengen. Op de parterre is
er de Blauwe Zaal, vanwaar men via een trap naar de grote, ruime Witte Zaal (of Burgerzaal) gaat, die is voorzien van een marmeren vloer.
Het grote schilderstuk ‘Triomf van de Vrede’ hangt daar boven
de dubbele eiken deur naar de Burgemeesterskamer. Die
kamer heeft rondom een op doek geschilderde voorstelling, ontworpen door Romein de Hooghe. Het is een allegorie op het Romeinse bestuur.
Verder is er een plafondschildering voorstellend ‘Kracht en
Liefde’ en een schoorsteenstuk met als thema ‘Charitas’. Ook
de Vroedschapskamer en de Schepenkamer hebben plafondschilderingen en schoorsteenstukken. In de Weeskamer hangen kostbare zijden wandtapijten.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.