Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 6. Het zeegat uit » pagina 30-33

6.6 ‘De Slag in de Sont’ (1658) op schilderij in Alkmaar

Oorlog om vrije doorvaart

In de vaste collectie van het Stedelijk Museum te Alkmaar bevindt zich een penschilderij van Willem van de Velde uit 1658 met een voorstelling van de Slag in de Sont. De vaarroute door de Sont was dermate belangrijk voor de Nederlandse handel dat men diverse malen in oorlog kwam met dan weer Denemarken en dan weer Zweden om een vrije doorvaart te bewerkstelligen.


Omstreeks 1660 tekende Willem van de Velde verschillende scènes uit de Slag in de Sont. In het Stedelijk Museum van Alkmaar bevindt zich één exemplaar, de anderen zijn te zien in het Rijksmuseum. (Foto Stedelijk Museum Alkmaar)

Litho van het praalgraf van vice-admiraal Pieter Florisz die sneuvelde tijdens de Slag in de Sont. (Pc)

Al in de 15de eeuw kreeg Nederland een leidende positie in de Europese vrachtvaart en deze plaats stond ons land tot ver in de 18de eeuw niet meer af. Zo kwam eeuwenlang bijna de helft van alle doorvaarten door de Sont voor rekening van Nederlandse schepen.
Het economische belang van de vaart door de Sont, door raadspensionaris Johan de Witt de moedernegotie van Nederland genoemd, laat zich aflezen uit de Sonttolregisters.
In de periode van 1497 tot 1795 hielden de Deense autoriteiten minutieus bij welke schepen door de Sont voeren, hoeveel de schippers aan tol verschuldigd waren, waar zij vandaan kwamen en welke lading zij vervoerden. Er is ongeveer 65 strekkende meter aan registers bewaard gebleven.

Lange aanloop

De Slag in de Sont kende een lange aanloop en had alles te maken met de pogingen van de Zweden hun controle over het Oostzeegebied te vergroten. Zo blokkeerden zij in 1656 de havenstad Danzig en in februari 1658 voelde de Deense koning zich genoopt de agressieve Zweden de oorlog te verklaren.

In het Westfries Museum in Hoorn worden onder meer het portret, harnas en kistdeksel van Pieter Florisz bewaard. (Pc)

Zijn leger werd echter binnen korte tijd in de pan gehakt en kort daarna belegerden de Zweden de hoofdstad Kopenhagen.
Om te voorkomen dat de Denen hulp over zee zouden krijgen, werd de Sont met oorlogsschepen geblokkeerd. De daaropvolgende vredesbesprekingen met de Zweden liepen op niets uit en Nederland was gedwongen zijn Deense bondgenoot bij te staan. Het belangrijkste doel van de missie was Kopenhagen te ontzetten en daarvoor moest eerst de blokkade van de Sont worden doorbroken. In oktober 1658 werden in Nederland 41 oorlogsschepen en zestig koopvaarders met proviand uitgerust. De vloot stond onder leiding van Jacob van Wassenaar van Obdam, bijgestaan door de vice-admiraals Witte de With en Pieter Florisz. Op 8 november 1658 bereikten de schepen de Sont en zetten vervolgens koers naar Kopenhagen.

Het toegangspoortje tot het admiraliteitscollege op het Kerkplein in Hoorn. (Foto TM)

De tactiek van de Zweden was eenvoudig. Door onophoudelijk de vlaggenschepen te beschieten, hoopten zij dat de andere kapiteins de moed in de schoenen zou zakken en dat ze het strijdtoneel zouden verlaten. De Brederode van De With zonk na urenlange beschietingen. De Josua van Pieter Florisz werd continue belaagd door drie of vier schepen en tot tweemaal toe geënterd.
De Nederlandse schepen konden de aanvallen afslaan en na zes uur verlieten de Zweden het strijdtoneel.

Omstreeks 1670 schilderde waarschijnlijk Willem Eversdijck deze Allegorie op de bloei van de visserij waarop hij alle bekende zeeofficieren portretteerde die hadden gevochten ten tijde van de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667). (Pc)

Er waren aan beide kanten honderden doden gevallen, onder wie aan eigen zijde De With en Pieter Florisz. Desondanks werd de Slag in deSont als een overwinning gevierd, want de Nederlandse proviand schepen konden ongehinderd doorvaren naar Kopenhagen.

Van de Velde

Willem van de Velde zou acht episodes van de Slag in de Sont op meerdere grote penschilderijen vastleggen. Hij had speciaal toestemming gekregen aan boord te gaan van één van de oorlogsschepen om zo de slag van nabij te kunnen observeren. Eén van zijn penschilderijen diende als voorbeeld voor de scène op het marmeren voetstuk van het praalgraf van Pieter Florisz in de Hoornse Grote Kerk. Dit graf raakte in 1878 onherstelbaar beschadigd toen de kerk in vlammen opging.
Alleen het voetstuk bleef bewaard en staat tentoongesteld in het Westfries Museum.


Jan Claesz Rietschoof portretteerde omstreeks 1680 een nog niet geïdentificeerd oorlogsschip, zeilend voor de haven van Hoorn. De scène kan niet op waarheid berusten, want door de verraderlijke ondiepten voor de kust werden grote schepen altijd gesleept. (WFM)

 


Hé, is dat Westfries?

499. Wie de buul ('t geld) heeft, is baas.
(Wie de geldbuidel, de portemonnee heeft, die heeft de macht).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.