Bibliotheek » West-Friesland toen en nu » Deel 5. Droge voeten » pagina 8-15
Bij Schardam liggen drie eeuwenoude sluizen. De Noorder- en Zuidersluis dateren al uit de 14de eeuw. Dat waren in die tijd nog volledig houten constructies. In de 18de eeuw zijn de zijwanden vervangen door stenen muren. De Horn- of Beemstersluis in Lutje Schardam werd na 1607 aangelegd. Toen was er tijdens de drooglegging van de Beemster een nieuw afwateringskanaal met sluis naar de Zuiderzee nodig.
Een dijk biedt weliswaar bescherming tegen water van buiten, maar heeft als nadeel dat men het teveel aan (regen)water binnen de dijk niet kwijt kan en de dijk is ook een belemmering voor de scheepvaart. Een oplossing is de bouw van een duiker – in het Westfries Museum in Hoorn worden de resten van een middeleeuwse duiker bewaard, die bestaat uit een uitgeholde eik, waardoor het water kon wegstromen – of een sluis. Het ligt voor de hand dat men niet graag de dijk verzwakte met een sluis.
Schardam is ontstaan bij een dam in de open verbinding tussen de Beemster en de Zuiderzee. Deze
afdamming was nodig nadat in de loop van de eeuwen het water van het (toenmalige) Beemstermeer bij
elke storm opnieuw land had weggeslagen, totdat er geen belemmeringen meer waren tussen binnenwater en
zeewater. Om een einde te maken aan deze ongewenste situatie werd in 1315 een dam gelegd.
Het schilderachtige Schardam was eeuwenlang een afgelegen plaatsje waar eenvoudige vissers en boeren
woonden. Er was tussen de Noorder- en de Zuidersluis een herberg en er waren wat winkeltjes, zoals dat
van de tevreden Hein Brinkman die aan de schuur een bord had hangen met de tekst:
Ik woon hier aan de weg.
Wat heb ik meer te wensen
De Zegen van de Heer,
De gunsten van de mensen.
De gemeente was tot 1850 zelfstandig. De boeren werkten op het land. De vissers voeren tot voor de kust
van Engeland om er kabeljauw te vangen. De kinderen gingen naar school achter de kerk. 's Zondags
luidde de klok het kerkvolk bijeen. Deze klok, ouder dan de kerk uit 1662, werd al in 1497 ter plaatste
gegoten door de befaamde klokkengieter Geert van Wou die daartoe overkwam uit Kampen.
Toen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog de klokken vorderden, was de familie Wiers hen een slag voor.
De klok werd uit de toren gehaald en in het IJsselmeer gegooid om na de oorlog weer te worden opgevist.
De oude sluizen waren helemaal van hout maar zijn in de loop van de tijd wat de zijwanden betreft
door stenen muren vervangen. Tussen de Noorder- en de Zuidersluis staat nog de banpaal van Hoorn uit
1761, om aan te geven dat daar het rechtsgebied van de stad Hoorn eindigde.
Iets verder naar het noorden gaat de weg omhoog de dijk op en kan de fietser of automobilist genieten
van één van de mooiste panorama's in West-Friesland. Een wijds uitzicht over het Markermeer
met in de verte de skyline van Hoorn.
Het loont de moeite om even de dijk af te dalen en de Horn- of Beemstersluis van dichtbij te bekijken.
In de muur van het bouwwerk is een grote plaquette gemetseld met het wapen van de Beemster en de regenten
van de polder. De gedenkstenen herinneren aan de bouw van de stenen sluis, die in 1735 de door paalworm
aangetaste oude sluis verving.
Dat het niet altijd even gemakkelijk liep met het verdelen van de kosten voor het onderhoud van de dijk en de kunstwerken bewijst de naam van een dijk nabij de Hornsluis. Deze heet namelijk Klamdijk. Het Noord-Nederlandse woord ‘klammen’, betekent: ruzie maken.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.