Archivering » Thema's » Wervershoof
Het ontstaan van Wervershoof
Wervershoof maakt deel uit van de polder ‘Het Grootslag’ en is de eeuwen door een agrarisch
gebied geweest. Uit verschillende archeologische vondsten is vastgesteld, dat de streek waarvan Wervershoof
deel uitmaakt, omstreeks 100 jaar voor Christus reeds was bewoond. Over de oorsprong van de naam bestaat
geen eenduidige uitleg.
Het verhaal wil, dat de naam is ontleend aan de Hoeve van Werenfridus, een prediker, die op last van
Willibrord in 690 het evangelie kwam verkondigen. Een andere geschiedschrijver vermeldt, dat Warvershoff
in het jaar 400 gesticht werd door koning Lemus II. Een derde geschiedschrijver verwijst beide beweringen
naar het land der verhalen. Op een kaart van 1288 wordt ‘Werfaertshof’in ieder geval voor
het eerst aangegeven als een van de ‘bannen’. Vast staat wel, dat Werenfridus de patroon
van het dorp werd en dat zowel de oude als de nieuwe kerk aan hem gewijd werden.
Bannen
In de vroege Middeleeuwen was West-Friesland een ontoegankelijk gebied. Op sommige plaatsen kwam enige
bewoning voor en vanuit deze nederzettingen toog men ter visvangst. Waarschijnlijk hield men in de
directe nabijheid van de nederzetting wat vee (coyen). Na het jaar 600 verbeterden afwateringsmogelijkheden
en kon het West-Friese veengebied worden ontgonnen. Het aantal nederzettingen groeide en grenzen werden
getrokken. Binnen de eigen dorpsgrenzen waren de bewoners bevoegd het bestuur te voeren en ‘recht
te bannen’. Het gebied werd kortweg ban of banne genoemd. Een aantal bannen vormde later een
kogge, een waterstaatkundige eenheid.
Strijd
Van de strijd om en met het binnenwater en tegen het buitenwater is door geschiedschrijvers uitvoerig
gewag gemaakt. De nederzettingen ondervonden een grote en veelvuldige overlast van het water door de
getijdenwerking van de Zuiderzee. In de vroege Middeleeuwen werd dan ook begonnen met het graven van
sloten en de aanleg van dijken. In het begin van de zestiende eeuw hebben catastrofale vloeden het
gewest geteisterd. Op St. Gallendag 1508 waren er drie grote gaten in de dijk geslagen en een eeuw
later was de dijk bijna doorgeslagen. Op het nippertje kon men aan een overstroming ontkomen. De vloeden
hebben hun visitekaartje achtergelaten in de vorm van de poelen en welen in het oostelijk deel van
‘Het Grootslag’. In 1675 en 1676 moest er een maandenlange strijd tegen het water gevoerd
worden. De landstreek van Enkhuizen tot Buiksloot leek ‘niet anders dan een openbare zee’
te zijn. Telkens werd vernield wat tevoren was opgebouwd. Ook in de twintigste eeuw, in 1916, toonde
de Zuiderzee waartoe water tijdens een stormvloed in staat is. ‘Het Grootslag’ bleef
ternauwernood gespaard.
Zelfstandig
In de eerste helft van de 17de eeuw was West-Friesland welvarend en groeide de bevolking sterk in aantal.
Na 1650 keerde echter het tij voor het poldergebied. Overstromingen, omvangrijke branden, veepest,
paalworm, strenge winters, muizenplagen teisterden door de jaren heen het gebied en de inwoners. De
toestand was voor de landbouwers deplorabel, temeer daar de (polder)lasten hoog bleven. Lange jaren
bleef Wervershoof een klein en onbetekenend gehucht. In 1514 telde het 55 huizen en 320 volwassenen,
in 1632 87 huizen en honderd jaar later 69 huizen en een molen. Vanaf 1 mei 1817 is Wervershoof
officieel een zelfstandige gemeente geworden. De ruim 400 inwoners werden bestuurd door een schout,
twee assessoren en drie raadsleden. In 1825 werd de schout burgemeester en in 1851 werden de assessoren
wethouders.
Op 1 januari 1868 werd Wervershoof samengevoegd met Hoog- en Laag-Zwaagdijk, waardoor het inwonertal
verdubbelde (van plm. 800 naar 1632). Het inwonertal is gestaag toegenomen. In 1950 ruim 4100, na de
herindeling in 1979 plm. 7200 en in 1999 ruim 8300.
Tuinbouw
In de vorige eeuw was het gebied rond Wervershoof nog overwegend in gebruik voor veeteelt, waarbij
naast de weidegebieden ook het bouwland een rol speelde. De polders ‘Het Grootslag’ en
‘De Vier Noorder Koggen’ waren vaarpolders, waar alle vervoer tussen akkers en huizen per
schuit plaatsvond. In de twintigste eeuw is daarin, mede door de ruilverkaveling, veel veranderd. In
de jaren vijftig ontstond voor deze streek een beeld waarbij slechts de randen nog enig weidegebied
toonden, terwijl het middengebied volledig in beslag werd genomen door tuinbouw. Dat beeld bepaalt nog
steeds het landschap.
Bovenstaande tekst is overgenomen uit een brochure van de gemeente Wervershoof (2001).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.