Bibliotheek » De Speelwagen » 1949 » No. 4 » pagina 105-106
Eerder verschenen in 'De Speelwagen',
4e jaargang,
1949,
No. 4,
pagina 105-106.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Daan Pool, de alom bekende, heeft een goed jaar geleden het toneel vaarwel gezegd. Vijf en twintig
jaar en een toegift heeft hij de Westfriezen in de keel gekeken en nu wil hij de ruggen wel eens zien.
En we geven u de verzekering dat hij er vele zal aanschouwen, want de door hem vervaardigde film „Het
Westfriese Boerenleven”, zal zijn reputatie bestendigen in alle dorpen, waar hij eenmaal zijn
kostelijke humor bracht.
Daan heeft goed geboerd op de planken; – wat een wonder! Hij zou het zich gemakkelijker kunnen
maken, maar wie zich tot lijfspreuk heeft gekozen: „Alles of niets”, kan onmogelijk tevreden
zijn met de hengel in de vaart. Daan ging dus opnieuw de boer op, maar nu als cineast en vanaf zijn
eerste vrije uur opereerde hij met lens en vaste hand in de contreien van zijn geliefd Oudesluis en
verder.
Al plezierig filmend rijpte het plan om het Westfriese boerenleven in al zijn schakeringen vast te leggen,
om de plattelanders te kunnen laten zien hoe belangrijk hun plaats in de samenleving wel is. Onder de
rook van zoveel grote steden dreigt de zelfbewustheid van de werkers op de kluiten te verstikken. De
plattelandscultuur moet echter pittig genoeg zijn om in een moderne maatschappij zich te behoeden voor
vervlakking. Bezinning op het eigene is evenwel noodzakelijk om de gewestelijke levensstijl te handhaven.
Denken, doen en Daan zijn synoniemen en reeds draait zijn rolprent met groot succes. Deze culturele
film in zijn geheel bindt u drie uren aan de stoel, – een hele zit –, maar het geboeide oog
houdt u helder bij de tijd.
De almanak was het scenario. Daan begon te filmen op Nieuwjaarsmorgen en hij eindigde met een veel heil
en zegen op Oudejaarsavond, klokke twaalf. De film van Daan is Daan (zonder Daan) tot en met. Geen
overdreven verheerlijking van Westfriesland, maar een fleurige karakteristiek van de landelijke
levensgemeenschap in de vier jaargetijden. Ploegen, eggen, zaaien, wieden, maaien, melken, hooien,
bedrijvigheid en zoete rust, – arbeid en ontspanning. Wanneer we nu met gesloten ogen ons de
film weer trachten voor te stellen, dan kost het moeite om alles te herinneren, er was zoveel te zien
–, maar duidelijk blijven de bizonder geslaagde momenten, waarvan de natuuropnamen wel de kroon
spannen. Met een scherp oog voor de schoonheid van het alledaagse, werd de lens ook gericht op het
kleine en veronachtzaamde rondom de boerderij, op de klompen voor de deur, de kruiwagen op de mestvaalt,
de wilgen bij het damhek en moeder eend in het slootje. Maar evenzeer aantrekkelijk, dikwijls bekoorlijk,
zijn de opnamen van de bezige mens op de akker. Feestelijk daarentegen als er kermis wordt gevierd in
Schagen. Hoewel deze film een beeld geeft van het heden, kunnen de folkloristen evenzeer hun hart op
halen, want in spel en vermaak handhaven zich oude vormen, welke mede de eigen geaardheid bepalen van
het Westfriese boerenleven. Laten we dubbel dankbaar zijn, dat dit alles werd vastgelegd. De film zal
hierdoor mettertijd een historisch document worden en wij geloven, dat Daan zich welbewust ook in deze
een taak voor ogen heeft gesteld. Wij zien de kinderen hoepelen, tollen, hinkelen en in uitgeholde
bieten hun Sintermaarten lichtjes ronddragen; we zien de jeugd van achttien Pinksterrijden en de kolvers
hun ballen slaan. Maar ook wordt ons in vele handelingen vertoond hoe mevrouw Blokker van Hauwert de
kap zet. Onze Westfriese tonelisten en zangers tonen wat zij aandurven en mevrouw Visser-Roosendaal
raakt niet van haar stuk als Daan haar neemt.
Eerlijk, — we kunnen zelfs met een kalender in de hand geen volledige indruk geven van deze
interessante film, maar dat is helemaal niet nodig, want u moet zelf op uw zeven gemakken van Daans
schepping gaan genieten —.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.