Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 95-97

4.6 Boer in West-Friesland

Het einde van de karakteristieke stolp?

Zoals al eerder vermeld: de huidige bedrijfsvoering stelt andere eisen aan de boerderijen. De nadruk is heel sterk op de melkproduktie komen te liggen, hetgeen een vergroting van het aantal koeien per bedrijf met zich meebrengt. Het gebruik van loop- en ligboxstallen werd gepropageerd. Noch het grote aantal koeien, noch de nieuwe stalvormen konden in een traditionele stolp worden ondergebracht.

De boerderij van de familie Schoutsen in Medemblik was een stadsboerderij die bekend was door zijn fraaie zomerstal Na het uitsterven van de familie verviel het pand.

Bovendien was voor opslag van het ruwvoeder dat thans wordt gebruikt de centrale bergplaats ongeschikt. Gevolg: grote stallingsruimten en silo's voor mais of opslagplaatsen voor kuilgras op het erf. De ontwikkeling van het boerenbedrijf is in de richting gegaan van de schaalvergroting enerzijds en arbeidsbesparing door mechanisering anderzijds. De economie, leidraad bij het boerenleven, heeft deze richting aangegeven. In deze ontwikkeling komt de stolpboerderij er wat zielig bij te staan; de ruimte is niet geschikt, het wooncomfort te gering, het onderhoud te kostbaar. Gelukkig wordt West-Friesland niet in één klap ontdaan van zijn meest karakteristieke bouwsels. Er zijn mensen genoeg die met plezier in zo'n huis wonen; de boer die door zijn machinerieën al een halve technicus is geworden, kan zelf een en ander aan onderhoud doen en er gloort ook weer wat hoop voor het middelgrote bedrijf, dat genoeg ruimte heeft in een traditionele stolp. ‘Small’ wordt weer een beetje ‘beautiful’.

Moderne bedrijfsontwikkelingen

In een rap tempo heeft de Westfriese veehouderij zich na de oorlog ontwikkeld tot één van de meest produktieve en efficiënte van Europa. Het begon eigenlijk al met de mechanisering van het melken en de mestverwijdering. Vóór de oorlog werd hier en daar al machinaal gemolken, maar de ter beschikking staande apparaten waren nog niet volmaakt. En bovendien: de meeste boeren waren nog geen ‘machinist’. Verschillende, steeds meer geautomatiseerde melk-winnings-systemen kwamen echter ter beschikking.

De markante vorm van de stolpboerderij heeft in een aantal gevallen invloeden van stedelijke bouwkunst ondergaan. Van exotische toestanden zoals te Nieuwe Niedorp is tot nu toe nog maar weinig vernomen.

De ontwikkeling eindigde, voorlopig althans, met de toepassing van de koeltank van zo'n 5000 liter, waarin de melk bij een temperatuur van 5° C graden op de boerderij bewaard wordt tot de fabriekstankauto de voorraad komt ophalen.
Binnen vijf kwartier kunnen 50 à 60 koeien worden gemolken met zo'n modern systeem. Ter vervanging van het zware werk van het mest verwijderen werden talloze systemen bedacht. Een mestschuif, in combinatie met een jakobsladder, kwam de ‘miskroot’ (mestkruiwagen) vervangen.
De loopstallen, een overdekte ruimte waarin de koeien vrij rond konden lopen en een gezamenlijke ligplaats hadden, geven een nieuwe richting aan in het denken over een efficiënte bedrijfsvoering en het zich welbevinden van het vee. Dit denken mondde uit in het toepassen van de ligboxstal, een gesloten ruimte waarin de koeien vrij rondlopen, maar ieder een eigen box hebben om te liggen.

De koe als zendgemachtigde

Gaf de boer zijn koeien vroeger een ‘pik hooi’ door van de koegang af met de hooivork de dames een lekker hapje toe te steken, vandaag is die verwennerij er niet meer bij.
Bertha V en Trijntje's Gerda moeten nu zelf aan de loop naar wat je de supermarkt zou kunnen noemen. In het moderne systeem draagt de koe een zendertje aan haar hals met een eigen frequentie. Is het nu etenstijd, dan wel tijd voor iets ‘zomaar tussendoor’ dan kuiert mevrouw naar de met een poortje afgesloten voederplaats.
Middels de werking van het zendertje wordt de poort geopend en de koe krijgt met korte tussenpozen telkens wat krachtvoer toegediend in een bak. Deze voedseltoediening is per computer geprogrammeerd en afgesteld op de behoefte van elke koe afzonderlijk. Heeft het dier haar rantsoen gehad, dan stopt de toevoer. Wil zij echter niet alles ineens opeten en laat zij haar laatste hap liggen, dan reageert de automatische winkelchef meteen en wordt de aanvoer gestopt. Mevrouw verlaat het pand, poortje wordt gesloten en pas weer geopend als zij zich met haar zendertje meldt.
Heeft ze haar aandeel echter opgesoupeerd, dan blijft het poortje gesloten. Het computerbrein is streng en rechtvaardig.
Drinkbakken die het dier zelf moet bedienen zijn al tientallen jaren bekend. De koe zet, heel slim, met haar snuit het toestel in werking, daarmee duidelijk aangevend dat slechts haar achterend spreekwoordelijk dom is.

Embryotransplantatie heet de nieuwste vorm van fokken van kwaliteitsdieren. Een koe van grote kwaliteit krijgt hierbij een hormoonbehandeling die tot gevolg heeft dat bij het tochtig zijn meer dan één eicel vrijkomt. Deze ‘kwaliteitscellen’ worden kunstmatig bevrucht en na enkele dagen overgeplant in koeien die tezelfdertijd tochtig waren, dusdoende gastvrijheid verlenen aan zo'n toekomstig superkalfje. Op een dergelijke manier kan een koe wel veertig tot vijftig nakomelingen per jaar krijgen.

Het is begrijpelijk dat de computer ook in de administratie van de boer en zijn bedrijf ingang heeft gevonden. Bij de huidige grote aantallen koeien per boerderij is het niet mogelijk om op de achterkant van een sigarendoos wat aantekeningen te maken over het wel en wee van ieder dier. De Gemeenschappelijke Informatieverwerking voor de Rundveehouderij beschikt in Arnhem over een computer waarin per jaar de belangrijkste gegevens van 600.000 koelen worden verwerkt.
Het is zorgelijk om te zien dat al deze spectaculaire veranderingen zowel in het boerenbedrijf als in de tuinbouw maar in beperkte mate hebben geleid tot een gemakkelijker leven voor de ondernemer zelf. In leder geval niet tot arbeidstijdverkorting.


Efficiënte en hygiënische ligboxenstallen vragen zoveel ruimte dat ze als nieuw bouwkundig element bij een stolpboerderij worden geplaatst.

 


Hé, is dat Westfries?

841. Ik ben blij dat ik thuis ben op de fiets, er staat 'n bonk wind (veel).

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.