Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 95-97
Zoals al eerder vermeld: de huidige bedrijfsvoering stelt andere eisen
aan de boerderijen. De nadruk is heel sterk op de melkproduktie komen te
liggen, hetgeen een vergroting van het aantal koeien per bedrijf met zich
meebrengt. Het gebruik van loop- en ligboxstallen werd gepropageerd. Noch
het grote aantal koeien, noch de nieuwe stalvormen konden in een
traditionele stolp worden ondergebracht.
De
boerderij van de familie Schoutsen in Medemblik was een stadsboerderij die
bekend was door zijn fraaie zomerstal Na het uitsterven van de familie
verviel het pand.
Bovendien was voor opslag van het
ruwvoeder dat thans wordt gebruikt de centrale bergplaats ongeschikt.
Gevolg: grote stallingsruimten en silo's voor mais of opslagplaatsen voor
kuilgras op het erf. De ontwikkeling van het boerenbedrijf is in de
richting gegaan van de schaalvergroting enerzijds en arbeidsbesparing door
mechanisering anderzijds. De economie, leidraad bij het boerenleven, heeft
deze richting aangegeven. In deze ontwikkeling komt de stolpboerderij er
wat zielig bij te staan; de ruimte is niet geschikt, het wooncomfort te gering, het onderhoud te kostbaar. Gelukkig wordt West-Friesland niet in
één klap ontdaan van zijn meest karakteristieke bouwsels. Er zijn mensen
genoeg die met plezier in zo'n huis wonen; de boer die door zijn
machinerieën al een halve technicus is geworden, kan zelf een en ander
aan onderhoud doen en er gloort ook weer wat hoop voor het middelgrote
bedrijf, dat genoeg ruimte heeft in een traditionele stolp. ‘Small’ wordt
weer een beetje ‘beautiful’.
In een rap tempo heeft de Westfriese veehouderij zich na de oorlog
ontwikkeld tot één van de meest produktieve en efficiënte van Europa.
Het begon eigenlijk al met de mechanisering van het melken en de
mestverwijdering. Vóór de oorlog werd hier en daar al machinaal
gemolken, maar de ter beschikking staande apparaten waren nog niet
volmaakt. En bovendien: de meeste boeren waren nog geen ‘machinist’.
Verschillende, steeds meer geautomatiseerde melk-winnings-systemen kwamen
echter ter beschikking.
De
markante vorm van de stolpboerderij heeft in een aantal gevallen invloeden
van stedelijke bouwkunst ondergaan. Van exotische toestanden zoals te
Nieuwe Niedorp is tot nu toe nog maar weinig vernomen.
De ontwikkeling eindigde, voorlopig althans, met
de toepassing van de koeltank van zo'n 5000 liter, waarin de melk bij een
temperatuur van 5° C graden op de boerderij bewaard wordt tot de
fabriekstankauto de voorraad komt ophalen.
Binnen vijf kwartier kunnen 50 à 60 koeien worden gemolken met zo'n
modern systeem. Ter vervanging van het zware werk van het mest verwijderen
werden talloze systemen bedacht. Een mestschuif, in combinatie met een jakobsladder, kwam de ‘miskroot’ (mestkruiwagen) vervangen.
De loopstallen, een overdekte ruimte waarin de koeien vrij rond konden
lopen en een gezamenlijke ligplaats hadden, geven een nieuwe richting aan
in het denken over een efficiënte bedrijfsvoering en het zich welbevinden
van het vee. Dit denken mondde uit in het toepassen van de ligboxstal, een
gesloten ruimte waarin de koeien vrij rondlopen, maar ieder een eigen box
hebben om te liggen.
Gaf de boer zijn koeien vroeger een ‘pik hooi’ door van de koegang af
met de hooivork de dames een lekker hapje toe te steken, vandaag is die
verwennerij er niet meer bij.
Bertha V en Trijntje's Gerda moeten nu zelf aan de loop naar wat je de
supermarkt zou kunnen noemen. In het moderne systeem draagt de koe een
zendertje aan haar hals met een eigen frequentie. Is het nu etenstijd, dan
wel tijd voor iets ‘zomaar tussendoor’ dan kuiert mevrouw naar de met een
poortje afgesloten voederplaats.
Middels de werking van het zendertje wordt de poort geopend en de koe
krijgt met korte tussenpozen telkens wat krachtvoer toegediend in een bak.
Deze voedseltoediening is per computer geprogrammeerd en afgesteld op de
behoefte van elke koe afzonderlijk. Heeft het dier haar rantsoen gehad,
dan stopt de toevoer. Wil zij echter niet alles ineens opeten en laat zij
haar laatste hap liggen, dan reageert de automatische winkelchef meteen en
wordt de aanvoer gestopt. Mevrouw verlaat het pand, poortje wordt gesloten
en pas weer geopend als zij zich met haar zendertje meldt.
Heeft ze haar aandeel echter opgesoupeerd, dan blijft het poortje
gesloten. Het computerbrein is streng en rechtvaardig.
Drinkbakken die het dier zelf moet bedienen zijn al tientallen jaren
bekend. De koe zet, heel slim, met haar snuit het toestel in werking,
daarmee duidelijk aangevend dat slechts haar achterend spreekwoordelijk
dom is.
Embryotransplantatie heet de nieuwste vorm van fokken van kwaliteitsdieren. Een koe van grote kwaliteit krijgt hierbij een hormoonbehandeling die tot gevolg heeft dat bij het tochtig zijn meer dan één eicel vrijkomt. Deze ‘kwaliteitscellen’ worden kunstmatig bevrucht en na enkele dagen overgeplant in koeien die tezelfdertijd tochtig waren, dusdoende gastvrijheid verlenen aan zo'n toekomstig superkalfje. Op een dergelijke manier kan een koe wel veertig tot vijftig nakomelingen per jaar krijgen.
Het is begrijpelijk dat de computer ook in de administratie van de boer
en zijn bedrijf ingang heeft gevonden. Bij de huidige grote aantallen
koeien per boerderij is het niet mogelijk om op de achterkant van een
sigarendoos wat aantekeningen te maken over het wel en wee van ieder dier.
De Gemeenschappelijke Informatieverwerking voor de Rundveehouderij
beschikt in Arnhem over een computer waarin per jaar de belangrijkste
gegevens van 600.000 koelen worden verwerkt.
Het is zorgelijk om te zien dat al deze spectaculaire veranderingen zowel
in het boerenbedrijf als in de tuinbouw maar in beperkte mate hebben
geleid tot een gemakkelijker leven voor de ondernemer zelf. In leder geval
niet tot arbeidstijdverkorting.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.