Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 48-50

2.7 Oud en nieuw land

Wonen op terpen en dijken

Wie als M. J. Sjerps uit Schagen een scherpe blik bezit, zal veel behuizingen kunnen ontdekken die op oude terpen staan, maar minder geoefenden kunnen afgaan op namen als de Hemkewerf, het Hoog, de Hale, de Cornelissen werf, Avendorp, Tjaarsdorp, de Dorpen, de Mieden, 't Hoogland en Blokhuizen rond Schagen. Om nog maar te zwijgen van de Werf, Hartendorp, Krankhoorn en Suytent in Warmenhuizen. 't Is een spannende bezigheid om iedere keer weer nieuwe sporen uit de oude tijd te ontdekken.
Merkwaardig blijft het om te bedenken dat deze terpen mogelijk ooit door water waren omgeven en dat er waterlopen waren die nu allang zijn verdwenen. Zoals bij Haringhuizen dat vroeger een verbinding had met de zee door een brede kreek die bij Kolhorn uitmondde. Haringbuizen (vissersschepen) uit Haringhuizen konden door die kreek hun ver landinwaarts gelegen thuishaven bereiken. Op een aantal plaatsen kwamen ‘terpen’ voor die niet kunstmatig waren opgeworpen. Men spreekt dan over het hobbele-bobbele land, nog te vinden achter Benningbroek. Een geliefd landschap bij onderduikers tijdens de oorlog. Men behoefte niet ver het veld in te gaan om al aan het zicht onttrokken te zijn. Op enige afstand waren zelfs al liggende koeien niet meer waarneembaar, omdat hier en daar hoogteverschillen van een meter waren.


Tot voor enkele jaren liep het oostend van Hauwert dood. Dat deel werd de Zak genoemd. Wanneer iemand aankondigde dat hij in de Zak op bezoek moest werd hem spottend de raad gegeven om goed uit te kijken want "as de zak dichthaald wier kon je d'r nooit gien meer uit".

Zoals al eerder opgemerkt kwamen de bewoners van die terpen er toe om dijkjes aan te leggen die de achterliggende landen moesten beschermen tegen het water. Toen het hoogteverschil tussen land en zee nog niet zo groot was als nu, zagen die dijkjes er vermoedelijk net zo uit als het dijkje dat evenwijdig aan de Nieuwe weg van Zwaag naar Zwaagdijk loopt. Deze verhoging was eertijds een waterkering tussen gebieden met verschillend waterpeil. Voor de landerijen die niet rechtstreeks op een boezem konden afwateren, waren die kaden vaak heel lastig. Het hield namelijk in dat de een via het gebied van een ander moest uitwateren en dat leverde allerlei problemen op. Tot het heimelijk doorsteken van zo'n kade toe!

Zowel tegen de binnendijken als de zeewerende dijken werden vroeger huizen gebouwd, meestal kleine eenvoudige onderkomens die dienden als huisvesting voor mensen met een kleine portemonnaie. De taluds van de dijken werden als min of meer verloren grond beschouwd en tegen een laag bedrag in erfpacht uitgegeven. Men zou er zelfs een vorm van sociale woningbouw in kunnen zien. Langs de Zwaagdijk onder andere op het Zevenhuis, waren dit soort huisjes gebouwd. In Langedijk en Kalverdijk waren ook heel wat huizen op de dijk geplaatst, maar het bleek geen ideale plaats te zijn. Vooral niet in Andijk, toen de dijk in 1916 zwaar werd beschadigd. Een oude vrouw werd in haar eigen bedstede gevangen gehouden omdat een stuk van de dijk In haar huisje werd gedrukt en de bedsteedeurtjes blokkeerde. Gelukkig kon opoe er op tijd weer ‘uitrood worre’, er bleek al gauw meer te moeten gebeuren als het uitspitten van een oude dame.

Jacob Veer, wegwerker bij het waterschap Drechterland stortte op een kwade (en langdurige) werkdag in 1898 naast zijn króót (kruiwagen) ter aarde. ‘Van louvighoid’. Jacob had geen fut meer. Wegens zijn trouwe dienst besloten de bestuurders hem een pensioentje van ƒ 375,- per jaar toe te kennen. Een uitzondering, zelfs voor Jacob Veer. Hij was pas 83.

Een mooi dorp, een lelijk dorp?

De dijk moest worden verzwaard, de dijkgracht vergraven, de weg die op de dijk lag diende ernaast te worden aangelegd. 228 huizen, merendeels dijkwoningen werden gesloopt of verplaatst.
Een aantal gebouwen kon in zijn geheel worden verrold, andere werden op soms wel zes pramen geplaatst en overgevaren naar een nieuwe weg langs Kleingouw. Liefhebbers van dorpsschoon hieven na deze operatie, die meer van een amputatie weghad, de handen ten hemel. Maar ja, er zijn nu al weer mensen die het huidige Andijk mooi vinden. Mooi of lelijk, soms meer een kwestie van tijd dan van smaak. Maar toch een kwestie van opletten en… je stem laten horen. Zouden er geen protesten zijn geweest tegen het voornemen om bij de ruilverkaveling in de Drieban bij Venhuizen al het land tot de dijk toe onder handen te nemen, dan zouden wij nu een van de uniekste landschapsbeelden uit onze streek hebben moeten missen. De putten waaruit vroeger klei werd gehaald om de dijk te versterken, zijn nu grotendeels met riet begroeid en vormen met het land, de dijk en de zee zo'n harmonisch geheel, dat ook, mensen die wat minder gevoelig zijn voor een karakteristiek landschap toegeven dat de ‘oproerkraaiers’ van destijds wel een beetje gelijk hadden.

Een ‘landschap met dijk’ van even grote waarde zien wij tussen Sint Maarten en Eenigenburg, dan wel tussen Lambertschaag en Aartswoud. De dijken hebben hier weliswaar geen zeewerende functie meer, maar ze hebben nog wel hun oorspronkelijke hoogte en er zijn weinig of geen bouwwerken in de buurt. Dat met afgraving en huizenbouw vaak een erg krasse verandering optreedt, wordt duidelijk bij vergelijking van de huidige Zwaagdijk en Onderdijk met de toestand van zo'n dertig tot vijftig jaar geleden.

 


Hé, is dat Westfries?

305. Als er sneeuw of ijs is, halen de kinderen de toog (prikslee) van de zolder.

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.