Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 45-46
An de reed. Westfries voor ‘uit rijden gaan’.
Een mooie gelegenheid om even in Twisk te kijken. Een karakteristiek dorp;
misschien zelfs wel een mooi dorp. Reden genoeg in ieder geval voor
Monumentenzorg om de plaats tot ‘beschermd dorpsqezicht’ te verklaren. En
dat was echt niet omdat de inwoners ‘gladoren’ worden genoemd. Het bleek,
ook voor vakmensen, lastig te omschrijven waarom zo'n dorpsgezicht nu
beschermd moest worden. Maar het wordt wat duidelijker als men weet wat
met die bescherming beoogd wordt. Dat is dat er niet zonder meer iets
veranderd mag worden aan die dingen die samen dat karakteristieke beeld
van het dorp vormen. Voor de beschouwer die zich voor dit soort zaken
interesseert een waardevolle maatregel, maar voor betrokkenen vaak minder
aangenaam. In een aantal gevallen kan een beroep worden gedaan op de steun
uit de Rijks-portemonnaie, maar ja: ‘die manne houwe de hand op de buul’.
Als er al wat inzit…
Het bijzondere beeld van Twisk wordt mede bepaald door de richting
van de kavelsloten die schuin op de dorpsweg staan. De boerderijen, aan de
zuidkant vooral, vertonen daardoor een draaiing ten opzichte van de as van
de straat. Het saaie beeld van een lintbebouwing wordt zodoende op een
verrassende manier verlevendigd. De bestrating van de dorpsweg is, na
nogal wat gekrakeel, vernieuwd. Na veel overleg is gekozen voor een
tamelijk smalle rijweg met plaatselijk, door de situatie ingegeven,
verbredingen. Alles in klinkers uitgevoerd. Hoeveel aangenamer deze
oplossing voor het oog aandoet, is te constateren aan de vorm die voor de
verbreding van Benningbroek werd gekozen, dan wel voor het Westeinde van Zwaag.
Een mathematische uitvoering aldaar heeft een goed uitgangspunt geweld
aangedaan. Overigens is door de zorg die Hoorn en Enkhuizen aan de
bestrating, de beschoeiing en de beplanting in de nieuwe uitbreidingen
besteden een beeld ontstaan dat de daar voor gevoelige beschouwer weldadig
aandoet. Maar ook Schagen en Midwoud zijn in dit opzicht het bekijken meer dan waard.
Van verschillende dorpen zijn boekjes verschenen waarin, door middel van
oude ansichten, een beeld van de vroegere rust en rijkdom aan beplanting
wordt vertoond. Velen voelen zich dan met het huidige dorpsbeeld wat te
kort gedaan, maar het is goed om te weten dat er in West-Friesland nu meer
bomen staan dan 50 jaar geleden. Het kost echter enkele tientallen jaren
voor ze eenzelfde sfeer kunnen bepalen als uit de oude ansichten spreekt.
Maar dan zal het landschap weer iets ten goede zijn veranderd.
Sommige van de vroegere riviertjes zijn gebleven, zoals de Kromme Leek bij Zwaagdijk en de Leets bij Schagen. Andere verzandden. De Drecht maakte de ondergrond voor Schellinkhout, de Noorderdracht en Zuiderdracht, terwijl de, wat men dan de ‘rechte’ Leek zou kunnen noemen, de basis vormde voor het dorp Oosterleek. Door de schrale zandige bodem is het mogelijk om langs deze wegen berkebomen te planten, iets wat ook mogelijk is in de zandige bodem van het, mede daardoor, zo aardige St. Pancras.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.