Bibliotheek » Boeken » West-Friesland... het land waar wij wonen » Pagina 23-24
Uit dat gezamenlijke dijkonderhoud, dat van levensbelang was voor het
voortbestaan van de streek, ontstond een bestuursvorm die men het best als
een functionele democratie kan kenschetsen. Het waren vrije mensen die hun
eigendommen moesten verdedigen, onder andere tegen het weer. De feodale
verhouding van ‘mijn heer – mijn knecht’, dat wil zeggen dat boeren
afhankelijk of horig waren aan een grootgrondbezitter, kwam hier niet
voor. Het was zoals men nu nog zegt: ‘Iederien most z'n aigen broek ophale’.
Wel kende de maatschappij van toen zijn standen; standen die duidelijk
werden bepaald door bezit. Dit werkte door in het bestuur; slechts de
‘landrijksten’ kwamen daarvoor in aanmerking. Dat die landrijksten
afzonderlijk lang niet altijd dezelfde belangen hadden laat zich
begrijpen. Zij die niet direct door het water werden bedreigd verzetten
zich tegen kosten van algemeen (waterkerend) belang.
Dat leidde weer tot achterwege blijven van het broodnodige onderhoud aan
dijken en wegen en dat weer tot soms zeer langdurige geschillen. Het Grote
Proces van Drechterland, dat bijna honderd jaar duurde, is daarvan een frappant voorbeeld.
Dat er in gevallen van eindeloze kifterijen en ‘klammerijen’ uiteindelijk
door een landheer moest worden ingegrepen toont aan dat de Westfriese
bestuursvorm zijn zwakke kanten had.
Schouder aan schouder, voet tegen voet. Dat was het motto waaronder
iedereen zijn bijdrage moest leveren. Het was in dit verband opmerkelijk
dat de heren die na Floris V hun gezag hier vestigden, niet nalieten te
betogen dat elke ingezetene ‘is 't klooster, is 't ridder, is 't pape, is
't knape’, zijn bijdrage in het onderhoud van de dijk moest leveren. Dat
was bijzonder omdat het gebruikelijk was dat degenen die de macht hadden
(de adel, de geestelijkheid) zichzelf meestal uitsloten van dit soort
kosten. In dit geval een wel begrepen eigenbelang van de nieuwe heersers,
dat goed paste bij het Westfriese streven naar gelijkberechtiging. Zouden
een aantal lieden niet meebetalen aan het dijkonderhoud, dan hield dat in
dat de anderen voor dat deel van de kosten moesten opdraaien. Het laat
zich raden dat de landsheer die bepaalde mensen van contributie vrijstelde
niet op veel sympathie van zijn onderdanen behoefde te rekenen.
Waterschaps-bestuurders kregen slechts een bescheiden presentiegeld.
De eervolle positie en een uitgebreide ‘gastdag‘ waren voldoende. De relatief lage bestuurskosten
maakten dat er wel een paar centen konden worden besteed aan een mooi wapenbord, zoals dat van de Vier
Noorder Koggen.
Tot de zorg van de al eerder genoemde buurschappen, meestal als ‘banne’
aangeduid, kon behalve de, bedijking ook de zorg voor kerken en armen
gerekend worden. Een banne was een op zichzelf staande gemeenschap,
die was ontstaan in de tijd van de ontginning. De grenzen van een bepaald
blok dat in cultuur was gebracht, waren meestal ook de grenzen van de
banne. Binnen deze grenzen golden dezelfde rechtsregels en samen met de
hierboven genoemde taken werd zodoende een vrij zelfstandig functionerend orgaan gevormd.
Dat bleek duidelijk toen in de vijftiende en zestiende eeuw plassen werden
drooggelegd. Er werd toen een nieuw lokaal bestuur gevormd dat in wezen
dezelfde taken kreeg als het reeds bestaande bannebestuur. Vandaar dat de
kerk in Sint Maartensbrug (weliswaar buiten de omringdijk), eigendom was
van de polder. In de Heerhugowaard lukte de kerkbouw op kosten van de
polder niet, de financiële resultaten van de droogmaking waren te gering.
Pas na de Franse tijd, toen waterschaps- en gemeentebestuur gescheiden
taken hadden gekregen, kon tot kerkbouw worden overgegaan. Overigens
zonder financiële hulp van welke overheid dan ook. De kleine, allround
gemeenschap met zijn bijzondere bestuursvorm, had na invoering van een
aantal wetten naar Frans model, opgehouden te bestaan.
De zoveelste verandering in deze, min of meer besloten kring.
Centralisatie op provinciaal en landelijk niveau luidde een nieuw tijdperk in.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.