Westfries Genootschap
Bibliotheek
Westfries Genootschap Bibliotheek Bouwhistorie Creatief Westfries Geschiedschrijving Kap en Dek Landelijk Schoon Monumentale Kerken

Projector Reiscommissie Textieloverleg Vrienden Westfries Museum Westfriese Families Westfriese Molens

Facebook

Westfriese boeken te koop

    Zoeken:

Bibliotheek » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 116-118

Woorden en uitdrukkingen: 822-845

822. Voor clandestien slachten heeft ie in de oorlogstijd 'n maand in de kas gezeten (in de kast, de bajes, de nor, de petóet).

823. Ons buurman komt dagelijks 'n paar minuutjes bij ons voor 'n gezellig praatje. Hai heb 't padje nei oos toe reeuw loupen (bij ons de drempel plat gelopen).

824. Hij is as de wélicht ('weerlicht', heel snel) naar huis gegaan, toen ie hoorde dat z'n zoontje 'n ongeval had gehad.
Om de wélicht niet (beslist niet, voor geen prijs)!
Malle wélicht ('n uitroep, die betekent: Wat ben je toch 'n komediant, 'n pias)!

825. Als je de prachtige woning van familie Hopman 'ns wilt zien, dan moet je dat (daar) 'n langs wandelen.

826. Hij zal niet komen, 't weer is 'm wel te slecht, skat ik (vermoed ik).

827. Ik kreeg meléur (pech, malheur) aan m'n auto.
Jongen, je maakt je dik om 'n kleinigheid. Wat 'n meleur! (Til daar nou niet te zwaar aan, 't heeft niets te betekenen).

828. De gastvrouw zegt: Lekker eten, hoor, benoup je niet (beperk je niet, doe je zelf niet tekort, neem 't er goed van).

829. Wat zit je toch te broeden (broeien) bij de kachel, ga 'ns naar buiten!

830. Na lang oefenen in 't vendelzwaaien had ie er eindelijk de fuut van weg (de slag, de greep van te pakken).

831. Wat'n eeuwig geservituut over zo'n onbenullige zaak (dóórzeuren, dóórzaniken, uitspinnen).

832. Dat ambtenaartje is zo'n hennemelker (napluizer, muggenzifter).

833. Hij heeft altijd 'n kees (pruim) achter z'n kiezen.

834. Ouwe mensen overschatten soms zichzelf en zijn kroes op hun prestaties (fier, trots, kordaat).

835. Je moet het haar van die koe niet tegen de loeg in borstelen (tegen de draad in).

836. Ik durfde m'n cliënt niet vragen om 't achterstallige geld, maar m'n vader stiefelde er heen (ging).
Vgl. het Duitse 'stiefeln'.

837. Hij wil niet de hele dag in huis zitten, hij gaat de woid uit (de deur uit, op stap, de straat op).

838. De Wfr. zegt niet: Hij gooit iets in 't water, maar:
Hai gooide 'n stien in sloot of: te water.

839. Twintig kilometer tegen de wind in fietsen is 'n hele plok ('n zware opgave, 'n moeilijke tocht).
We hebben de piano op z'n plaats gekregen, maar 't was 'n hele hois ('n zwaar karwei).
We zullen nog 'n rukkie of: rokkie of: hoichie doen (nog 'n poosje gaan werken).

840. Ik kon nog net thuiskomen. 't Was kierie-kierie of de benzine in de auto tank was op (op 't kantje af, op 't randje af, op 't nippertje).
Opm.: In 't Ned. zegt men meestal: 'kiele-kiele', dat ook in 't Wfr. gebruikt wordt.

841. Ik ben blij dat ik thuis ben op de fiets, er staat 'n bonk wind (veel).

842. We hadden al 'n hele tijd geen spinazie gegeten; ik was er zomaar weer 'ns nuw nei (ik kreeg er trek in).

843. Toen ik nog in de kloine joos zat (toen onze kinderen nog klein waren), kon ik geen hiel lichten, maar nu ga ik 'ns hier en daar heen.

844. Bij tante Doortje drink ik niet graag thee: de thee die tante zet is net kettewater (dun, slap, niet te drinken).

845. Je verbaast je er telkens weer over, dat je weekloon zo gauw op is. Je vraagt je af: Weer bedaart 't (waar belandt 't)?
Jan was van plan de operette in Spanbroek bij te wonen. Uitverkocht! Waar bedaarde-n-ie denk je? Bij Martje Loos van Simon in Wadway (belandde).

 


Hé, is dat Westfries?

26. Jongens, niet zo klammen (ruzie maken)!
Twee klammers, twee schuld.

Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.


© 1924-2023 Westfries Genootschap - Contact - Sitemap - Privacyverklaring

West-Friesland, een streek met karakter binnen de Omringdijk.