Bibliotheek » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 74-76
480. Ouwe Trijntje zit de hele dag van achter haar gordijntjes te glouwen (gluren,
nieuwsgierig kijken) naar alles wat voorbijgaat.
Ik heb 'n vrijpostige dienstbode; ze zit in al m'n kasten te glouwen, te
miéreken, te streunen of: strunen (struinen, snuffelen,
doorzoeken).
481. We raakten met elkaar aan 't spouken of: spoken (ravotten) en toen
wist Kees me de foto van m'n meisje te ontgnoffelen (ontfutselen, afhandig maken).
482. Ik skeurde (sleurde, trok) hem er aan z'n haren bij.
483. Ik zat buiten in de loute te lezen (luwte).
484. Aan de lucht te zien kon 't morgen wel 'ns snei-jagen (sneeuwen).
485. Die man is van mijn oudte (leeftijd, jaren).
486. De deur is vast (gesloten, op slot).
De deur is los (niet op slot).
Wil je de deur even vastmaken (op slot doen).
Pas 'n uur geleden heb ik 'm losmaakt (ontsloten).
487. Tussen buurvrouw en haar nieuwe dienstbode wil 't niet erg hotten (vlotten, boteren).
't Meisje is nog maar achttien en 't is nogal 'n drok dinkie (ze is levendig en houdt
van dansen en feesten). Soms is ze helemaal van de rel (onhandelbaar, van de kaart).
Buurvrouw heeft nog heel wat met 'r te stroiken (stellen).
488. Dat werk is in 'n dag of aref te doen (anderhalve dag).
Zou 't in areve dag kunnen (anderhalve dag)?
489. Hoe lang heb je vanmiddag geslapen?
'n Braaf uur of: 'n uur braaf (ruim 'n uur).
'n Stoif kwartier (ruim 'n kwartier).
'n Dik half uur (ruim 'n half uur).
490. Lesten (laatst) sprak ik er ien (iemand) die haar bruidsjurk maakt
en dein (confectie-werk) gekocht had.
491. Buurman komt oftig bij ons (vaak, dikwijls). Vergelijk met het Duitse woord 'oft'
en het Engelse 'often'.
492. Van de kamer tot de voordeur is maar twee stapen (stappen, passen).
493. Hoeveel kilometer hebben we nog af te leggen?
Ik denk van nog tachtig. Zo zo, dat is nog 'n heel rak ('n hele ruk).
Moeten we nog twee uur met dit zware werk doorgaan? Nou nou, dat is nog 'n heel rak (nog
'n lange tijd, dat is nog 'n hele opgave). 't Eerste skoft was me al lang genoeg ('t eerste
gedeelte van de werktijd).
494. Ik kreeg per post 'n belastingbrief (biljet).
Kleine Ineke kreeg van tante 'n brief (zak) zuurtjes.
Zet die brief met gele bonen maar in de kas. (Zet die zak
met bruine bonen maar in de kast).
De dief zit in de kas (kast, gevangenis).
Opm.: 'Kas' is wel Ned. maar betekent dan o.m. geldlade van bv. 'n winkelier of 'n bankkantoor.
'Broeikas' en 'broeikast' zijn beide Ned.
495. De halft (helft) van de mensen lust geen uien.
Opm.: Als bijvoeglijk naamwoord is 'half' wel goed Ned. Bv. 'n half woord, 'n halve appel.
496. Heb je genoeg melk in je koffie? Nee, gooi er nog maar 'n goffie in (doe er nog
maar 'n scheutje in).
Ik kreeg me daar 'n gaf of: gofferd van de dicht waaiende deur (stoot,
duw, klap)!
497. Klaas heeft 'n hele zood knikkers ('n grote hoeveelheid, 'n massa).
De woorden 'zo' of 'zood' of 'zooitje' of 'zoodje' zijn goed Ned.:
'n zooi mensen (menigte, massa, heleboel)
'n zooitje peulen ('n kooksel)
'n hele zooi boeken ('n grote hoeveelheid)
't is me daar 'n zoodje of zooitje ('n min volkje of: 'n grote rommel).
De Westfries gebruikt bijna uitsluitend de vormen 'zood' en 'zootje'. Het gebruik is zeer veelvuldig;
men hoort deze woorden overal en altijd, evenals pittig, puur, bedàt.
498. 'n Hele stuit knikkers, sigarebandjes, auto's, geld, enz. (grote hoeveelheid,
menigte).
Het woord is dus synoniem met 'zood'.
'n Stuit hooi, 'n stuit mest ('n overgebleven stuk van 'n hooiklamp of
mestvaalt).
499. Wie de buul ('t geld) heeft, is baas.
(Wie de geldbuidel, de portemonnee heeft, die heeft de macht).
500. Klaas is niet arm; hij heeft wel wat in z'n boekie (portefeuille, portemonnee).
501. Wat hebben jullie veel miggen (vliegen) in de kamer.
Opm.: 'Muggen' zijn in 't Ned. o.m. langpootmuggen.
502. Ik meen 'n vlooi (vlo) te voelen.
'n Orekruiper vind ik griezelig (oorworm).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.