Bibliotheek » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 16-17
16. Zondag is 't kermis. Heb je er wat koik op (vind je 't fijn dat 't kermis wordt)?
Opm.: 'Kijk op iets hebben' is ook Ned., maar o.m. in de betekenis van 'inzicht hebben', 'iets kunnen
beoordelen', bv.:
Hij heeft wel 'n goeie kijk op dat soort werk.
Als verkleinwoord 'koikie' gebruikt de Wfr. het in de betekenis van 'tegenzin in', 'afkeer
van':
Werken, daar heeft ie 'n koikie op, je ziet 'm nooit bezweiten (bezweet).
Je moet 'm niet aan schrijfwerk zetten, daar heeft ie 'n koikie op ('n broertje aan dood,
'n hekel aan).
In gunstige zin kan 't betekenen:
'n oogje op hebben, genegenheid voor voelen, bv.:
Jan heeft 'n koikie op Truus Koopman.
17. Wat zouden ze daar buiten toch uitspouken (uithalen, uitvoeren) , wat is 't een
lawaai?
O, er is dansen bij Entius. 't Zal wel van dat skitteljacht, van dat vierduitsgoed
wezen (jongens en meisjes van twaalf tot zestien jaar), zo van dat soort tussen pruimen en krenten
(te klein voor tafellaken en te groot voor servet).
18. Ze is al dertig jaar bij ons in betrekking. Toen ze bij ons kwam, lag 't vólevlois
er nog op ('veulenvlees', 't kenmerk van frisse jeugd).
Zie onder Spreekwoorden, enz. 'de kloine tand' en 'Kalfskleeuwen'.
19. 't Was zaterdagavond. Ik had 't verskoondersgoed (de verschoning, 't schone ondergoed)
klaar gelegd. Toen alleman klaar was, gingen we naar bed. Maar ons zieke kindje huilde de hele nacht.
We hadden er 'n rommelnacht van ('n gestoorde nachtrust door). Pas tegen de ochtend zakte
ze of (sliep ze in). Gelukkig was ze de volgende dag wat vlugger (beter).
20. Anneke werd zó door de andere kinderen geplaagd dat ze begon te piepen (huilen).
't Kindje in de wieg lag bijna de hele nacht te pieperen (lichtelijk huilen, zeurende
huilen). Pas tegen de morgen zakte het of (sliep 't in).
's Middags na het eten word ik altijd lui (slaperig), soms zak ik of (slaap ik in) in
m'n stoel.
Hij raast en tiert nog, maar z'n boze bui zal wel ofzakken (bedaren).
De wind zakt of (neemt af, zwakt af).
21. Als 'n jongeman vroeger met 'n meisje naar 'n bruiloft of 'n ander feestje was geweest, vroeg ie,
of ie veertien dagen na 't feest bij 't meisje mocht komen koffie ophalen, d.w.z. op 'n
zondagavond haar nog 'ns bezoeken, om te bepalen of de kennismaking al of niet voortgezet zou worden.
22. Ik ben drie nachten te warskip geweest (te logeren). We krijgen vandaag twee
warskippers (logés, logées).
Volksrijmpje:
Warskippers en vis
Bloiven maar drie dagen fris.
23. Dat kind lag lekker te spragen in de zon (koesteren, zonder bedekking met dekens).
Na 't middageten doet opa altijd 'n tukkie of: tokkie (middagdutje,
middagslaapje, sièsta).
24. Wat ligt dat kindje lekker te loeren (slapen, gezegd van kinderen).
Opm.: 'Loeren' is wel Ned., maar in zinnen als: De kat loert op de muis. Hij loert op 't baantje van
inspecteur.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.