Bibliotheek » Boeken » Hé, is dat Westfries? » Pagina 14-15
1. Als ik vroeger m'n meisje in de kamer zoende, dan zei m'n moeder: Als er volk bij is, heb ik 'n
hekel aan die malábelighoid (die vrijage, die liefdoenerij in aanwezigheid van anderen).
We moesten dus wel, zoals Justus van Effen tweehonderd jaar geleden al zei: Wijs bij de lui en mal om
'n hoekje!
2. De baker (kraamverzorgster) haalde de podden ('t neusvuil) uit de neus van 't kindje.
Opm.: Inplaats van baker gebruikte men vroeger ook de nòg vrouwelijker vorm baakster!
3. De joos (kinderen) van Piet Snot hadden altijd 'n dorrel (snot) aan hun neus hangen.
(Zie ook Snotbriebel).
4. Voor de zuigelingen komt de vroegere stiek weer in zwang (de fopspeen). In Vlaanderen is
ie tot nu toe niet in onbruik geweest.
5. Lia is twee jaar, maar ze krijgt elke avond haar teut nog mee naar bed ('n doekje dat de
kleine kinderen in bed in de handen hielden of tussen de tanden klemden, soms met enkele rozijnen er
in).
Opm.: 'Teuten' is Ned. in de betekenis van 1. Treuzelen, talmen.
2. zeuren, kletsen, vervelende, lijzige praat uitslaan.
6. De zuigeling lag lekker te titten (te zuigen aan de moederborst).
Vgl. met het klankverwante Franse werkwoord 'téter', zuigen. Bij dieren spreekt men van mammen.
Vgl. met 't Franse zelfstandige naamwoord 'mamelle', borst of uier.
Arie zat de hele avond in 't café te titteren (drinken, borrelen).
7. Met die kleuter, die kleine snollebol (schat, snoes; lieveling) kun je zo lekker snollen
(knuffelen, lekker pakken en mee spelen).
8. M'n schoonzusje zal in maart 'n poppie koupen (bevallen).
9. De eerste drie jaar van haar huwelijk kreeg ze geen kinderen, maar ik denk dat ze nou
sneiblind is (in verwachting).
10. Op de kermis ben ik even op stap geweest met Maaike Groot (ik heb er 'n potje mee gevrijd).
11. Die meid is zo'n málbol, zo'n mál-oor ('n vrijster-eersteklas, die wat overdreven
lief en vleierig doet, en wat aanstellerig).
12. Klaas Klomp is 75 en gaat trouwen met Teuntje Ooievaar van 74. 't Was direct huisriemrond
bekend (overal, wijd en zijd).
13. Dat meisje mag hem wel lijden, maar ze neemt geen besluit, ze hapt niet toe. Maar ze moet 'm
niet onnodig lang aan de linger houden (aan 't lijntje houden, aan zich binden).
14. In dat kleine huisje woont 'n echtpaar met tien jonge kinderen, die in dertien jaar tijds zijn
geboren. Wat 'n kieftengebroed (enigszins minachtend gezegd van 'n gezin, waarin in betrekkelijk
korte tijd veel kinderen geboren worden).
Ze komen daar kat achter kat (korte tijd na elkaar).
M'n schapen gingen kat achter kat dood aan leverbotziekte (de een na de ander).
15. Oom Dorus en tante Afie kwamen op bezoek, maar ik kon ze niet he
en, want 't was harde
wind bij ons in huis, 't was sturm en onweer, m'n vrouw stond op omwaaien (alle drie
betekenen: m'n vrouw was in het beginstadium van bevallen).
Oom Dorus zei: Als 't sturm en onweer is, gaan we nou weg en we komen wel terug, als de wieg
bevolkt is.
Ik had oom Dorus niet tijdig ofbericht (afzegging) kunnen sturen. 't Was wel te bot
(jammer, spijtig), want tante Mie en m'n vrouw kunnen altijd zo houwelijk (onderhoudend, gezellig)
met elkaar praten. Oom Dorus is zo'n goedelijk manje (goedaardig mannetje). Laatst was ie voor
tante Afie aan 't kamer uitnemen ('n flinke opknapbeurt geven).
Elk jaar eind juli gaan we samen naar oom Dorus op verjaarsfeest, midden in de vuiltoid (de
maanden juli en augustus met de vele vliegen, muggen, wespen, beddepissers (pissebedden,
keldermotten) enz.).
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.